Foto bij 14. Sorry

Sorry voor fouten! Heb dit rap geschreven... Schoolwerk wacht op me....

Mijn ogen maken een poging zich te openen. Het is niet makkelijk na al het gestold bloed dat zijn als korsten heeft verzamelt. Ik voel me zwak. Het eerste wat ik besef is dat ik vastgebonden op bed lig. Mijn spieren zijn stijf. Na wat wrikken en wringen merk ik dat er iemand in de hoek zit. Tom. Hij slaapt op een oncomfortabele eenmanszetel. Het ijzerwerk aan de riemen laat zich horen wanneer ik me nog eens probeer los te wringen. Een zachte kreun verlaat mijn mond. Hoe meer ik me verzet hoe meer pijn ik heb aan mijn polsen en enkels. “Tom” fluister ik. Geen antwoord. “Tom…” zeg ik wat luider. Zucht… Op dat zelfde moment komen mijn ouders binnen. Lena is er niet bij. Ik denk dat ze naar buiten is. Ik kijk ze angstig aan. Het voelt alsof het moment voor ze een dissectie op me gaan uitvoeren. “Hoe voel je je?” – “Laat me los” zeg ik zacht. Mijn moeder bevrijdt op zijn minst mijn enkels. Mijn benen liggen nog altijd vast onder een grote riem. Waar halen ze dit eigenlijk? Waar zijn we eigenlijk? Dit lijkt niks op een van de vele kamers in het huis. Tom wordt wakker door het lawaai. Hij komt bij ons staan. Ik kijk hem schuldig aan. “Ik heb het Tom uitgelegd.” Zijn mijn vader. Zijn diepe stem maakt het wat comfortabeler, vertrouwelijker. Ik sluit mijn ogen en voel een warme hand op mijn geketende arm. Ik kijk op. Het is Tom zijn hand. Schuldig kijk ik weg. “Waar zijn we?” verbreek ik de stilte na een tijdje. “Frekja’s huis.” Ik knik. “Laat me los alsjeblieft”

Ik ben gaan zitten op een rots op het strand, mijn kin rust op mijn opgetrokken benen. Ik kijk toe hoe het water tegen de rots opbotst en hoe het weer wegtrekt. Ik ben weggelopen uit het huis. Alleen. Tom had geen kans me te achtervolgen. Ik sluit mijn ogen. Ik probeer me te herinneren wat er gezegd geweest is. “Je gele ogen zijn het gevolg van adrenaline. Daarna zullen ze rood worden van lust” Dat verklaart veel. Ik verberg mijn hoofd en voel hoe de regen zachtjes op me neer valt. We zitten momenteel aan de westkust van het eiland. We zitten aan de oostkust. Ik zou naar huis kunnen lopen… “Bill!?” hoor ik iemand hijgen. Ik kijk verrast op. Ik had Tom niet horen aankomen. Hij heeft hard gelopen. “Laat me” zeg ik kort. Toch komt hij naar me toe. Ik hoor hoe hij achter me op de rotst kruipt. Zijn armen slaan rond me. Ik krijg een kus in mijn nek. “Ik zei… Laat me…” herhaal ik. Hij luistert niet. In tegendeel…

“Ik was bang in het begin toen ze het me verteld hadden. Ik wou weg… Mijn koffer stond al terug klaar om te vertrekken. Ik kon het niet. Ik kon je niet alleen laten. Waarom zou ik weggaan als je al die tijd al… Zo was. Je hebt me nooit aangevallen. Dus ik zie geen verdere reden om te vetrekken.” Zijn grip op me wordt sterker. “Je vader… “ Hij stopt. Denkt na over zijn woorden. “Het is goed…” zeg ik. “Ik weet toch alles waar je aan denkt.” Mijn stem is schor. Het was me niet gelukt mijn ogen uit te krappen, maar ik had ze wel er bijna uitgehuild. Ik negeer Toms armen om me. “Kom je mee?” vraagt hij achter een tijdje. Hij maakt zachte wiegende bewegingen. Ik knik. Uiteindelijk. Wat kon ik anders doen? Ik geraak niet van dit eiland af. Dat is een feit. Anders was ik al lang weggelopen. “Sorry” fluister ik. Gelijk krijg ik een kus op mijn mond gedrukt. “Zeg dat niet.”

Reageer (1)

  • Raveness

    snel verder gaan please!!

    (K)(K)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen