Foto bij ~ 1

- Square

Percy’s dag was al verpest vanaf het moment dat hij Spencer wenkbrauwwiebelend voor de spiegel aantrof en besefte dat hij geen flauw idee had wat die man nog steeds om de avond in zijn huis deed, en op dat moment had hij het gevoel dat de vierentwintig uur die volgden onmogelijk nog erger konden worden. Hoe opgelucht hij echter ook was om van Spencer af te zijn, hij werd er tegelijkertijd ook zeer zwaarmoedig van. Waarom kreeg hij het nooit voor elkaar om een relatie stand te laten houden? Lag het aan hem?
      Melancholie hing de hele ochtend als een grijze regenwolk boven zijn hoofd. De wolk vertrok pas vlak na zijn middagspauze, en enkel omdat hij werd vervangen door een zwartere, donderende variant. Alles werd er alleen maar erger van, want niet alleen had hij zijn ontslag totaal niet zien aankomen, maar zijn instincten hadden hem die ochtend ook bedrogen - de dag was wel degelijk erger geworden.

“Je bent wat?” Penny keek hem aan alsof ze verwachtte dat hij een grapje maakte. Toen hij niet lachte, maakte ze en tuttend geluid en loodste hem haar huis binnen, richting de woonkamer. Ze liet hem achter op de bank en verdween even naar de keuken, waardoor hij niets anders te doen had dan mistroostig naar de onbegrijpelijk vrolijke foto’s van haar, Audrey en hun familie en vrienden te staren. De afbeeldingen hingen boven de schoorsteenmantel alsof ze speciaal daar geplaatst waren zodat hij er op dit moment mee geconfronteerd zou worden.
      Penny kwam terug uit de keuken met twee glazen, een fles wijn en een nog altijd ongelovige uitdrukking op haar gezicht. “Je kunt dit niet menen,” zei ze, alsof hun gesprek nooit was onderbroken. “Hoe kunnen ze jou nou ontslaan? Je bent de beste werknemer die er is.”
      Percy nam dankbaar een van de glazen van haar aan. Het was strikt gezien waarschijnlijk nog iets te vroeg om te drinken, maar hij was niet van plan te protesteren. “Bezuinigingen,” zuchtte hij. “Ik heb zes jaar op die afdeling gewerkt, maar ik was nog steeds de laatst aangenomen werknemer, dus was ik de eerste die moest vertrekken.”
      “Wie hebben ze nog meer op straat gezet?”
      “Niemand, tot nu toe.”
      “Stelletje rotzakken.”
      Percy glimlachte een beetje om Penny’s loyaliteit aan haar rol als beste vriendin. Toen herinnerde hij zich weer hoe rot hij zich voelde, en sloeg in twee grote slokken de rest uit zijn glas achterover. “Ik heb het vanochtend ook uitgemaakt met Spencer.”
      “Oh.” Penny leek een beetje onzeker. “En wat vinden we daarvan?”
      Hij haalde zijn schouders op. “Goed, denk ik. Ik was eigenlijk vooral bang om zijn gevoelens te kwetsen, maar het leek hem niet veel te kunnen schelen.”
      “Ik weet niet of je dit wilt horen, maar misschien is het beter zo,” opperde Penny. “Je bent veel te goed voor zo’n leeghoofd.”
      Het geluid van de voordeur die open ging klonk door het huis. “Ben je er klaar voor?” riep iemand vanuit de gang. Penny wierp een blik op haar horloge en sprong op, alsof ze de nieuwkomer wilde onderscheppen voordat die de woonkamer zou betreden, maar Percy greep haar pols voordat ze ontsnapte.
      “Sorry, ik kwam zomaar binnenvallen. Had je plannen?”
      “Het is niet belangrijk,” verzekerde Penny hem. Op hetzelfde moment kwam Audrey echter de woonkamer binnen, die haar wenkbrauwen optrok.
      “Niet belangrijk? Je wilt dus geen taart op onze bruiloft?”
      “Hé Audrey,” zei Percy.
      “Hoi Percy,” antwoordde Audrey, maar ze haalde haar ogen niet van Penny. Percy keek om en Penny bevroor midden in een geluidloze zin. “Weet je,” zei Audrey opeens, “we kunnen dit wel verplaatsen. Ik ga in mijn eentje naar de bakker en kijk of ze misschien een andere afspraak kunnen maken, of-”
      Percy was bijna beledigd. “Nee, natuurlijk doe je dat niet. Ga gewoon. Ik ben niet zo zielig dat ik iemand nodig heb die de hele tijd mijn hand vasthoudt.”
      Penny wrong nerveus haar handen. “Weet je het zeker?”
      “Ja. Ga, Penny, voordat ik jullie je eigen huis uit moet slepen.”
      Penny sprong op. “Oké. Maar jij gaat nergens heen, Percy Weasley. We zijn niet lang weg, en als we terugkomen, maak ik het meest uitgebreide feestmaal voor je klaar dat je ooit gezien hebt.”
      Percy kon een ongelovige lach niet onderdrukken. “Een feestmaal? Is de gelegenheid dat ik mijn vriendje voor de deur heb gezet of dat ik vanaf volgende week geen inkomen meer heb?”
      Penny keek ongemakkelijk, maar Audrey schoot haar te hulp. “Beide,” zei ze beslist. “Je bent single en klaar voor een frisse start. Als dat geen reden is voor lekker eten, weet ik het ook niet meer.”
      “Maar mijn liefdesleven heeft al zo veel frisse starts gehad dat ik de tel kwijt ben. Wat als het aan mij ligt? Wat als een van al die mannen de ware voor mij was, maar de omstandigheden net verkeerd waren of ik gewoon te stom was om het te zien?”
      Penny haalde haar schouders op en zag eruit alsof ze op het punt stond om toch weer naast hem te gaan zitten. “Dan is dat zo gelopen. Daar kun je niets meer aan veranderen.”
      “Tenzij je ze allemaal nog eens bij langs gaat om te zien of een van de kikkers zich al tot prins heeft getransformeerd,” zei Audrey, terwijl ze Penny’s hand pakte. Percy was blij dat zij de taak op zich leek te nemen haar verloofde het huis uit te sleuren, want hij had er zelf niet veel zin in.
      Toen zonken haar woorden opeens bij hem in. Penny’s glimlach, bedoeld om hem op te beuren, verdween onmiddellijk toen ze zijn uitdrukking zag. “Oh nee. Je weet dat Audrey een grapje maakte, toch?”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen