Haat

Op school was ik. Ik, ik was een ongelukje volgens Timo, Ronald, Lotte, en eigenlijk iedereen. ik was het lelijke eendje. Ik kwam op school, ik liep expres krom zodat ze m'n hoofd niet konden zien, en ik was zo slap, zo slap omdat ze me zoveel letterlijk en figuurlijk pijn hebben gedaan. iedereen stond in een kring om me heen. Timo pakte me, en duwde me met al z'n kracht naar Ronald, en zo ging het door en door. In de klas zit ik altijd op de laatste rij, en zoals de klashet noemt, de besmettelijke stoel\tafel, omdat ik er op zat, toen het pauze was, moest ik van meester Tin, het bord schoonmaken, en ook moest ik de tafles vab Timo, Ronald en Lotte schoonmaken, omdat zei wiszten dat ik het moest schoonmaker hebben ze het extra vies gemaakt, zo gaat het elke pauze/