Epiloog

Ik zette mijn tas op de grond, zocht daarna mijn sleutel in mijn jas. Ik stopte de sleutel in het slot en draaide hem naar rechts. Ik duwde de deur open. Pakte mijn tas van de grond en liep naar binnen. Toen ik de deur dicht had gedaan liep ik naar de keuken, en drukte op het knopje van de waterkoker. Ik trok mijn jas uit gooide die op de grond neer. Daarna trapte ik mijn schoenen uit. Ik pakte mijn afgetrapte grauwe roze sloffen uit de kast en trok ze aan. Pakte een kopje uit de kast in de keuken en stopte een theezakje met mint smaak erin. Ik hoorde dat de waterkoker klaar was. Ik pakte de waterkoker en goot het kokende water erin. Ik liep met mijn kopje en tas naar de bank. zette mijn kopje op de tafel, en ging zitten. Pakte mijn boek die ik net had gehaald bij de bibliotheek en sloeg hem open. Het boek rook muf en de gele blaadjes leken elk moment uit het boek te vallen van ouderdom. Hoofdstuk 1, de bladzijde stond vol rare tekentjes en letters. Het enige wat ik kon lezen was: zeg deze woorden hardop als je de poort wil openen. simbalas en najas samen een de strijdster komt en laat ze niet alleen. Mijn nek haren gingen recht overeind staan, zal ik het proberen? Waarom ook niet. ''simbales en najas samen een de strijdster komt en laat ze niet alleen. Mijn kat sloeg me nog gade. Toen werd alles zwart.