H 15
'Sam, Hyperion Caine,' fluisterde een zwakke, maar vermoeide stem. Ik voeld dat ik langzaam bij kwam uit een diepe slaap. Mijn hoofd en rug voelde aan als beton. Ik opende mijn ogen een voor een en keek in een donkere, naar schimmel ruikende ruimte.
Ik wilde mijn hoofd afvegen, als er een rinkelend geluid mijn oren vulde. Ik schrok wakker en keek naar het geluid en tot mijn verbazing waren mijn handen vastgebonden met zware kettingen. Kleine elektrische stroompjes flitste door het zwarte metaal.
'Sam, ben je wakker,' fluisterde een stem vanuit de andere kamer. Ik keek om me heen tot ik de gestalte van Luke zag zitten, zijn haar was wild en stoffig. 'Ja,' zei ik schor. 'Ik ben wakker,' fluisterde ik tussen mijn schore stem door.
'Weet je wat er gebeurd is?' vroeg hij, maar ik kon hem alleen maar teleurstellen. 'nee, ik weet helemaal niks meer.' Ik voelde me schuldig omdat ik hem niet kon vertellen wat er gebeurd was. Naast me hoorde ik een zacht gekreun en ik keek geschrokken naast me.
'Mam, ik zei dat ik geen bonen wil,' brabbelde iemand naast me, waarbij ik op mijn lip moest bijten om het niet uit te lachen. Ik hoorde een zacht gesputter aan de andrere kant, gevolgd door een gelach.
Ik kon het niet laten, maar ik voelde zelf ook dat ik moest lachen. Ik keek even opzij om te zien wie het was en tot mijn verbazing was het Hyperion die een meter van me vandaan zat. Hij was totaal van de wereld en de kettingen waren over zijn buik geslagen.
Ik keek naar de overkant waar Luke zouden moeten zitten, maar tot mijn verbazing zag ik Caine niet. 'Luke, heb jij Caine gezien?' Riep ik naar hem.
'Nee, hij is hier niet, ik hoop niet dat hij daar achtergelaten is en opgegeten word...of nog erger, dat hij door die slang is gebeten,' riep hij terug, waarbij ik teleurstelelend mijn hoofd liet hangen. Mijn blonde haren vielen voor mijn ogen.
Ik keek geschrokken op toen er een deur werd opengeslagen en twee lelijke wezens naar me toe kwamen lopen. De een greep me met stevige handen om mijn middel vast en trok me omhoog, zodat ik moest staan. De ander begon langzaam de kettingen rond mijn armen te verwijderen.
Ik werd de ruimte uit geduwd en kwam in een lange gang terecht waar nog twee wezens stonden. Ze liepen gewapend met grote machinegeweren achter me en begeleide me naar een grote ruimte.
Ik werd naar het midden geduwd, waarbij ik even mijn evenwicht verloor en met een grote smak op de gladde vloer beland. Dat is een grote verassing Hoorde ik iemand met een sisend geluid spreken, zijn woorden waren niet zoals de taal van de mensen. Ik keek geschrokken in de zwarte ogen van het wezen voor me. Hij zag er vrij menselijk uit, maar toen ik zijn kieuwen zag, wist ik dat het niet menselijk hoorde te zijn. Ik hoorde zijn ademhaling en hij vast de mijne.
Ik slikte moeizaan.
Wie ben jij en hoe kom je in ons land Land? Zijn land? Volgens mij was aarde van de mensheid en niet van de wezens van buiten het sterrenstelsel, en waarom vroeg hij me mijn naam... Ik schrok toen ik besefde dat ik zijn woorden kon verstaan, dat de taal dat hij sprak gewoon door mijn oren gleed en als mensentaal eruit vloeide. 'I...Ik b...Ben Sam Whinter,' zei ik stotterend. De wezen bulderde het uit van het lachen en pakte me bij mijn keel en trok me omhoog, zodat ik van de grond kwam.
Zijn handen voelde ijskoud op mijn huid. WIE Ben JIJ! Siste hij nu kwaad. Ik keek hem met een oog aan. Ik ben Sam Ik voelde hoe mijn gesis over mijn tong gleed. De taal van deze buitenaardse wezens. De wezens waar ze voor gevlucht waren.
Hij is terug, mijn zoon is eindelijk teruggekeerd Riep hij en liet me op de grond vallen, zodat ik even buitenwesten viel.
Reageer (1)
Oooooh anticlimax!!
1 decennium geledenSnel verder pleaseee~