Romé en Denise probeerden zich aan elkaar op te trekken. Ze raceten tegen en met elkaar tegelijk. Het ging er niet om wie won, zolang zij maar zo snel mogelijk hun achterstand op de vogek inhaalden. Voor hun ogen zagen zij eerst Falco en daarna ook Emily hun doel bereiken.
'Kom op', moedigde Emily de twee aan. Zij had makkelijk praten. Falco probeerde zich zo goed mogelijk vast te zetten en stak een hand uit. Veel hielp het niet, het was nog altijd veel te ver om te grijpen.
'Spring', riep hij. Denise was bang dat zij zou missen als zij nu sprong, dat zij alle snelheid verloor en achter bleef. Romé sprong echter wel, het lukte haar gelijk om tot de hand te komen. Ze was nu zo dicht bij, ze moest wel. Haar adem raakte op, de honger en dorst van de afgelopen uren borrelde op. Ze moest nu springen, ook al was de hand nog meters ver.
Met gesloten ogen wierp zij zich vooruit. Haar handen vlogen naar voren. Een bezweten hand trok aan haar arm. Ze voelde zichzelf wegglippen. Net op dat moment greep een tweede hand haar. Romé trok haar omhoog. Ze waren er allemaal.
'Kom op, opstijgen!', riep Falco naar Melanie. Hij zag in de verte snorks komen.
Melanie keek even snel achterover. Net op dat moment hobbelde de uil iets te wild. Denise die er net was, viel op de grond. Modder vulde haar mond.
'Omkeren!'
Met pijn liet Melanie de uil een stukje terug naar waar Darrin en Le Fay waren. De uil had zo zijn eigen idee. Met zijn snavel pikte hij het meisje van de grond. Hij zette haar zelfstandig tussen zijn veren, ergens waar zij niet nog eens zou vallen.
Serieus, dat uilen-spreken blijf ik vreemd vinden', zei Emily tegen Olivier. Als antwoord schoten Oliviers mondhoeken omhoog in een zelfvoldane grijns.
Melanie klopte op de vogel; 'En nu wegwezen', commandeerde zij toen iedereen op de rug geklommen was. Denises haden graafden zich tussen de veren in. Eindelijk kon de vogel opstijgen. Ook in de lucht slingerde de uil van de ene naar de andere kant. De vluchtelingen schommelden alle kanten op. Met moeite kon Falco zich vasthouden aan een van de veren. Zijn handen waren moe en zweterig. Langzaam glipte het uit zijn vingers. Zijn lusteloze lichaam gleed naar beneden.
Uit haar ooghoek zag Melanie hem vallen. Ze schoot naar achteren. Haar handen stak zij uit naar Falco, niet nadenkend over haar eigen veiligheid.
'Melanie!', gilde Emily. Emily zette zichzelf stevig vast. Met haar voeten vastgehaakt stak zij haar armen naar beneden. Net optijd sloten zij zich om de schoenen van Melanie.
'Denise, Romé, beetje hulp graag', gromde Emily van tussen haar tanden. Denise en Romé schoven over de rug naar Emily toe. Samen trokken zij de anderen weer de rug op. Het viel ze nu pas op hoe hoog zij vlogen. Als ze gevallen waren, was er waarschijnlijk een nek gebroken.
'Waar gaan we nu heen?',vroeg Romé, die de bomen die onder hun door schoten in de gaten hield. De snelheid lag toch zeker dicht bij de 100 kilometer per uur.
'Naar een veilige plek', antwoordde Melanie. 'Maar eerst komen we meneer de Bruin ophalen'
Denise schrok; 'Nee, ben je gek? Die man wil mij vermoorden!', gilde zij in paniek.
Emily lachtte. Denise keek haar met een dodelijke blik aan.
'Rustig maar', zei Melanie; 'Ik ken meneer de Bruin'
'Dus er zijn twee groepen die mij wat aan willen doen? Dat stelt mij nou echt gerust. En Rune die jou vertrouwde, oh wacht maar tot hij dit hoort!'
'Denise, serieus, Melanie is niet zo slecht!', riep Olivier. Hij legde uit dat Melanie en meneer de Bruin juist hadden willen voorkomen dat de droomwezens haar ontvoerden. 'Daarom was je meegenomen door meneer de Bruin. Trouwens, als zij alsnog proberen iets te flikken, wil ik ze wel eens het op zien nemen tegen drie aardlingen en jouw vriendinnen'
'Oh, dus zij proberen mij niet te killen?'
Melanie schudde haar hoofd.
De uil streek neer vlak naast het kasteel waar Denise eerder haar best had gedaan om te ontsnappen. Eigenlijk voelde ze zich wel ergens schuldig.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen