De uitbraak
Een grote snavel brak de muur die Romé gevangen hield in stukken. 'Wie ben jij?', vroeg Romé zich af.
'Jouw redding', zei Melanie kortaf voordat zij afsteeg en de touwen rond Romé los maakte.
'Hoe weet ik of ik je kan vertrouwen?', wilde Romé weten voordat zij mee kwam op de uil. Aarzelend keek zij in de grote gele ogen. Droomwezens hadden macht hier om dingen te veranderen. Dus wie weet, wie weet waren Olivier en Emily wel bezig met een reddingsactie en was Denise ontsnapt. Als zij dan nu mee kwam naar een plek, ver weg van de anderen, gaf zij macht aan de droomwezens. Macht die zij anders zouden verliezen.
'Niet', antwoordde Melanie al vorens zij Romé een dwingende stoot in de rug gaf. 'Kom mee, we hebben niet veel tijd'
Nog altijd peinsde Romé. Ze was niet van plan zomaar mee te gaan, zonder de gevolgen te weten. 'Jij bent...?'
'Melanie, diegene waar Emily en Olivier naar toe zijn gekomen. Wij hebben jullie gevonden, nu kom op! Klim op de rug en help mee'
De naam Melanie bracht ook geen zekerheid, maar dat zij het vermoeden bevestigde dat er hulp was, hielp wel mee in het oordeel. Melanie stond waarschijnlijk aan de goede kant, dus kon ze het beter proberen. Alles beter dan voor eeuwig in dit kleine kamertje vastgebonden te zitten. Daarbij, als Melanie niet wilde dat Romé een kant op ging, had ze simpelweg de touwen vast kunnen laten. Ook op die manier had zij meegekund. Dat was niet het geval. Van buiten kwam een kreet.
'Schiet op', riep Melanie. Blijkbaar waren haar vriendinnen in nood. Zo snel als zij kon klom Romé op de rug van het gevogelte. Samen hopten zij naar de anderen toe.
Al snel kwamen zij bij de andere kamer. De muur was opengebroken. Regen liep de kamer in. De vloeren glommen gevaarlijk. Onverwachts schudde de uil zijn veren. Romé viel in een noodvaart naar beneden. De grond kletste tegen haar billen. Ze gleed door, onder meneer Le Fay langs. Nog net lukte het een been te pakken. Hier door verloor de man zijn evenwicht. Hij viel onderuit dankzij een klap van Denise.
'Iemand, help', hoorde het meisje opeens. Het was Olivier. uit zijn nek kwamen kleine druppels bloed.
'Nee!', gilde Denise woest. Niemand pakte haar haar broertje af. Daar zal Darrin spijt van krijgen. Onmiddelijk rende zij op Darrin af. Ze kwam met zo'n vaart dat hij op de grond neer kwam. Melanie rende naar Olivier. Ze moest zien hoe erg het was.
Ondertussen rolden Darrin en Denise over de vloer. Hun vuisten kruisten en hun voeten probeerden elkaar te schoppen. Eindelijk kreeg Emily het mes te pakken. Ze steekte ermee in Darrins rug, alsvorens zij naar Falco toe rende. Helaas waren het ketens, geen touwen.
'Waarom?', bromde zij terwijl zij uitprobeerde of een mes ook sloten open kon maken. In een flits zag Denise het gestuntel. Zij sloot haar ogen, en de ketens veranderden in touw.
'Achter je!', riep Falco. Vlak achter Emily stond meneer Le Fay met een vuurbal in zijn hand. Emily dook en ontweek de eerste vuurbal die door de lucht schoot. Falco was echter aan zijn lot overgelaten.
Melanie legde Olivier voorzichtig neer op de uil. Toen zij zag hoe Denise bijna gewurgd werd door Darrin, greep zij in. Uit een hoek van de kamer pakte zij een stoel, die zij op de jongen kapot sloeg. Opeens sloeg Darrin niet terug. Denise schoof was splinters opzij en trapte de jongen van zich af. Nu moesten zij alleen nog weg zien te komen. Snel spiekte Denise. Vanuit haar ooghoek merkte zij op dat Falco alles behalve veilig was. Falco voelde de hitte van de vuurbal aan aan zijn gezicht likken. Waarom deed hij niks? Er was een uil, Falco kende toch wel magie?
Ze keek, in de verwachting dat Falco zelf met een plan kwam, maar dat gebeurde niet. Alsnog viel Le Fay naar beneden, Emily had hem gevloerd. Dat verhinderde Le Fay er niet van vlammen op de jongen af te sturen. Denise rende op Falco af. Ze sprong over Le Fay, naar hem toe. Haar armen vlogen beschermend om hem heen. Als Falco het niet kon redden, dan zouden ook de droomwezens hun ondergang vinden. Vreemd genoeg ketste het vuur af, een soort onzichtbaar schild hing om Denise. Natuurlijk, haar eigen dromen konden veel doen, maar ze konden haar niet vermoorden. Zonder haar waren zij er simpelweg niet.
'Laten we gaan', riep Falco. Onderhand leek Darrin ook bijna weer hersteld van de klap. Ze moesten nu wegkomen.
Sneller dan bliksem renden de aardlingen naar de uil. Darrin liep op amper een seconde afstand. De vloer glibberde onder Denises voeten langs. Uit alle macht probeerde zij haar evenwicht te behouden. Een misstap en zij ging onderuit. Dan was alles verloren. Ze voelde hem achter haar redden. Zijn handen konden haar haar raken. Als zij niet wat sneller ging kon zij het wel vergeten. Met een sierlijke sprong belandde Melanie op de uil. Even keek zij achterom. Als zij nu geen snelheid maakte, konden zij nooit op tijd weg zijn. Ze schopte de uil in zijn flanken. Hobbelend kwam het tot leven. Vlak voor Denises ogen liep het weg. Het ging zo snel, ze rende meer dan haar longen aan konden. Maar het had geen zin. Elke stap die zij nam bleef de afstand even groot.
'Melanie, niet zo snel', smeekte Rome die bijna over haar eigen voeten struikelde.
De poten van de uil deden de grond trillen. Modder spatte alle kanten op.
Reageer (1)
Noh, ze mogen niet zonder Denise vertrekken!
1 decennium geledenMaar echt nice ^^ Snel verder :')