O12.
Alice point of view
Mijn nachtmerrie, net begonnen en voorlopig nog niet tot zijn einde. Tussen mij en Bill gaat het nu redelijk, zolang hij geen streken uit haalt, maar zijn broer die kan ik nog steeds niet uitstaan. Starend voor mij uit genoot ik van de zon en de heerlijke rust voor een paar seconden. Ik dacht er aan hoe rustig mijn leven weer zou zijn als de jongens verdwenen waren. In stond op en trok wat onkruid tussen de stenen vandaan, ik liep naar de afval bak. Toen ik mij omdraaide stond Tom daar. Laat dit snel over zijn, hier heb ik geen behoefte aan.
Tom point of view
'Tom wat wil je?' Ik kwam naast haar zitten, ik werd hier nou niet echt met liefde ontvangen. Ik denk dat ze ons liever ziet gaan dan komen en dan vooral bij mij. 'Waarom was je ons aan het afluisteren?' Ze staarde mij aan. 'uh, ik was. Hallo, dit is mijn huis. Anders had ik het wel op de camerabeelden gezien.' Verbaasd keek ik haar aan, camerabeelden in huis. 'Nee, Tom, het was een grapje.' Ik was even stil. 'Geef mij eens even een sigaret wil je?' Met mijn liefste blik keek ik haar aan. Mijn sigaretten waren op en ik had echt geen zin om daar voor naar de supermarkt te rijden.
Ze pakte een sigaret voor mij en hield op de helft in. 'Als jij boodschappen voor het weekeinde doet samen met je broertje.' Nou, dit had ook geen zin, alsnog naar de supermarkt. 'Ik geef je geld mee.' Ik knikte en stak de sigaret alvast op. 'Nee, zo doen we het niet.' Het was even stil. 'Ga jij maar mijn mijn broertje.' Lachend keek ze mij aan. 'Wat wil je nou? Jij moest sigaretten hebben toch, ik niet hoor. En ik ga trouwens schoonmaken.' Zuchtend zat ik op het bankje, wat is ze moeilijk. Ik snap werkelijk waar niet wat Bill in haar ziet, maar hij moet het zelf weten en ik help hem alleen maar, dit moest lukken. 'Kom op! Je krijgt mijn auto mee, geld en dan ga je samen met mijn broertje er heen.'
Alice point of view
Daar zat ik dan, ik was overgehaald door Tom om met zijn auto en zijn geld boodschappen te halen. Ik zat hier al 5 minuten te wachten op Bill, tot hij eindelijk eens klaar zou zijn. 'Eindelijk, wat maakte het zo lang duren?' Hij wendde zijn blik een stukje af. 'Ik moest mij omkleden?' Het was even stil. 'Voor wat? Je zag er net toch ook goed uit?' Blozend zat hij naast mij. Ik startte de auto en reed voorzichtig, bang om zijn auto te beschadigen, naar de supermarkt.
Er zijn nog geen reacties.