Hoofdstuk Vier - The Games We Play
NOLA
Gefrustreerd sloeg Nola tegen de bal, ze tenniste tegen de muur want ze was de laatste persoon die nog op het tennisveld stond want ja, wie tenniste er nou nog om half één ’s nachts? Nola dus… De tennisbanen hoorden ook eigenlijk al dicht te zijn maar de bar was nog open en van de aardige barman mocht ze nog wel even doorgaan. Als Nola met iets zat ging ze altijd tenissen, en dit keer zat ze niet zomaar met ‘iets’. Nadat de afspraak met June en Chris voorbij was, was ze rechtstreeks richting het tennisveld gegaan en was ze non-stop bezig geweest met de bal zo hard mogelijk tegen een muur aan te meppen. Fysiek viel ze bijna om maar ze moest gewoon bezig zijn om zichzelf ervan te weerhouden om aan dingen te denken waar ze niet aan wilde denken. “Schat, je zult nu toch echt het veld af moeten komen, de bar gaat ook sluiten.” Nola ving de bal en draaide zich om, de barman keek haar meelijdend aan en ze had zo het idee dat ze er niet uitzag, niet alleen was ze nogal bezweet, ook zat haar haar waarschijnlijk in vogelverschrikker-stijl en waren haar ogen rood van de inspanning van het zo ver weg mogelijk houden van de tranen. Ze pakte haar racket, deed hem in haar tas en liep richting de uitgang, naar het parkeerterrein. Ze zag een figuur staan bij een auto en toen hij dichterbij kwam was het enige wat er in haar op kwam; O god. En niet alleen om de vreselijke positie waar ze in zat maar ook omdat hij nog steeds dezelfde uitwerking op haar had als de dag dat ze hem voor het eerst tegen kwam. Verpletterend. “Nola, ik moet met je praten” zei Chris. “Hoe wist je dat ik hier was?” vroeg Nola. “June heeft me ooit verteld dat je als je ergens mee zit altijd gaat tenissen, ze vond dat je meer met haar moest praten, al lijkt hetgene waar je nu mee zit me niet echt het ideale gespreksonderwerp om met June over te praten.” Zei hij met een verbitterd lachje. Nola zei niks en sloeg haar armen over elkaar, ze had het koud. “Nola, het was nooit mijn bedoeling om vreemd te gaan. Ik ben dat type niet maar toen ik jou zag was ik gehypnotiseerd, ik zag niets anders meer in die bar, alleen jou, ik heb dit gevoel nog nooit gehad. Ik ga het uitmaken met June.” Nola stond hem de hele tijd met open mond aan te staren maar nu schrok ze, “Nee” zei ze, “June heeft emotie stoornissen, ze kan heel heftig reageren, en op dit moment gaat het niet zo goed met haar, je moet wachten tot het beter met haar gaat!” Dat was waar, June had een soort vorm van manische depressie en op dit moment had ze een moeilijke tijd, dat merkte Nola aan haar gedrag. “Maar ik kan geen relatie met haar hebben” zei Chris, lichtelijk geschrokken van het nieuws. “Waarom niet?” fluisterde Nola. “Omdat telkens als ik jou zie” zei Chris en hij kwam heel dichtbij staan, “Ik dit wil doen.” Hij begon haar te zoenen en het was maar goed dat hij haar vast hield want anders was ze waarschijnlijk door haar knieën gezakt. Chris stopte even en deed zijn jas uit en bij Nola weer aan. “Ik ben helemaal bezweet” giechelde Nola. Chris grinnikte, “En op de een of andere manier ben je nog steeds aantrekkelijk.” Chris tilde Nola op zijn auto. “Waarom zeg je mijn naam zo vaak voordat je iets zegt?” vroeg Nola. “Omdat je nu niet meer die perfecte vreemdeling in mijn hoofd bent, nu heb je een naam, dat vind ik leuker.” Nola giechelde, o god, ze had nog nooit zo vaak op een dag gegiecheld. “Je hebt mijn oorbellen nog” “Weet ik” zei Chris, “Ik dacht dat ik je nooit meer terug zou zien, dan had ik iets om je aan te herinneren. Ik dacht dat je een toerist was.” Oké, dat verklaarde veel. Voordat Nola er verder over na kon denken was Chris haar alweer aan het zoenen, niet dat ze daar iets op tegen had natuurlijk.
TRISTEN
“Kom nou toch, lui beest” schold Tristen tegen haar hond, Rico. Het was een geweldig beest die van iedereen hield maar als je ging hardlopen had je toch niet zoveel aan deze tien kilo te veel wegende golden retriever. Dit was echt de laatste keer dat ze Rico mee nam maar hij had haar zo zielig aangestaard op het moment dat ze de deur uit wilde lopen dat ze toe gaf en hem toch maar met haar mee liet gaan. Het probleem met Rico was alleen dat hij een kwartier bij elke boom stil stond en als hij dan eindelijk een keer op gang was gekomen ging je met het tempo van een kapotte rollator. Op dit moment stond Tristen aan zijn riem te trekken maar Rico vond de boom interessanter dan Tristen. “Als je nu niet mee gaat laat ik je hier staan.” Dreigde Tristen. Echt veel effect had het niet want Rico keek niet eens op. Ze liep expres door en draaide zich af en toe om om te kijken of Rico volgde. Net op het moment dat ze zich wilde omdraaien zag ze Candie voor zich. “Godsamme” mompelde ze. “Goedemorgen Tristen” zei Candie en ze sprak haar naam laatdunkend uit. “Goedemorgen Candie” herhaalde Tristen haar toon. Candie keek lichtelijk geïrriteerd maar ze sprong snel door naar het volgende onderwerp, “Luister goed want ik zeg dit maar één keer. Jij blijft met je tengels van mijn vriendje af of ik maak je kapot.” Wow, die kwam zo onverwachts dat Tristen ongelovig begon te lachen, ze had Candie wat meer ingeschat als een achterbakser persoon, wat minder recht door zee. “Sorry?” lachte Tristen ongeloofwaardig. “Je hoorde me. Ik weet dat je een oogje op hem hebt maar zo iemand als hij valt echt niet op zo iemand als jij.” “O, ok, ik snap het.” Zei Tristen en ze zette haar handen in haar zij. “Dus we hebben een deal?” zei Candie met haar beroemde glimlach. Tristen glimlachte naar Candie, “Echt niet. Game on, bitch.” Tristen deed haar oortjes in en rende verder, naar Rico die maar eens had besloten om te gaan wandelen. “Wat een geweldige waakhond ben je toch ook” mompelde ze, “Had je me niet even kunnen waarschuwen dat er een monster op het pad stond?”
CANDIE
Candie stond nog steeds met open mond midden op het voetgangers pad, was dit zojuist echt gebeurd? Had Tristen haar verteld dat ze op kon rotten? Ze balde haar vuisten zo erg dat haar knokkels wit werden. Op dat moment kwamen Beverly en Vanessa aangelopen, ze hadden alles gade geslagen van een afstandje. Zonder iets te zeggen gingen ze voor haar staan en keken ze afwachtend naar Candie die nog bezig was met haar kaken op elkaar te houden en tot tien te tellen. …9…10… Candie keek wat rustiger van Beverly naar Vanessa; “Dat kreng gaat eraan.”
Er zijn nog geen reacties.