Foto bij H1

eerste hoofdstuk :P


Dit is mijn eerste story dus geef gerust kritiek en commentaar :)

Ik keek verveeld uit het raam en liet mijn borduurwerk liggen. Het was lente en een heerlijk lentebriesje waaide over het plein.
Eigenlijk mocht ik niet naar buiten voordat ik mijn borduurwerk afhad, maar regels zijn er om overtreden te worden. Niet?
Ik was bijna uit het paleis toen de stem van Eula over het plein galmde. 'Prinses Merliah! Wat ben jij van plan in die nieuwe jurk?'
Ik deed of ik haar niet hoorde en stapte stug verder. 'Ik weet wel dat je me hoort hoor! Kom onmiddellijk terug!' Net op dat moment kwam wachter Ajral de hoek om. Toevallig was Eula smoorverliefd op Ajral. Voor mij de ideale manier om er vandoor te gaan. Terwijl Eula afgeleid was haastte ik me de hoek om en verdween uit het zicht. Het was vrijdag, marktdag. Overal stonden kraampjes met vissen, jurken en zelf wapens. Jagen is de favoriete bezigheid van de bevolking en dan vooral met pijl en boog. Ik kwam aan het eind van de markt en wilde net rechtsomkeer maken toen ik voelde dat ik bekeken werd. Op twee meter van mij stond een boom waar een jongen zich schuilhield. Hij leek een jaar ouder, 17 dus. In zijn handen droeg hij hompen brood en een paar vissen. We maakten even oogcontact en hij grijnsde naar me. Hij had zwart haar en hij leek wel goudkleurige ogen te hebben. Ik begon me net af te vragen hoe hij in die boom terecht gekomen is,- want er waren geen laaghangende takken- toen een groep wachters begon te schreeuwen en naar de jongen begon te wijzen. Ze renden erop af waarbij ze mij bijna omver liepen. Een van hen spande een kruisboog en net toen ik dacht dat ze de jongen zouden neerschieten sprong deze uit de boom. Hij rende het woud in en de wachters liepen hem achterna. Snel liep ik terug naar mijn kamer waardoor ik een goed uitzicht zou hebben op de achtervolging. Het duurde even voordat ik ze gevonden had. De jongen had al een enorme voorsprong. Hij droeg ook niet veel - een wit shirt en een bruine broek en bruine laarzen. Het voedsel had hij onderweg weggegooid. De wachters daarentegen moesten hele harnassen meezeulen. 'Die pakken ze niet meer.' mompelde ik. Net op dat moment liep de jongen in een val. Hij werd gevangen in een net en omhooggetrokken. Zulke vallen werden gebruikt om dieren te vangen, maar de wachters waren meer dan blij met hun menselijke vangst. Een uur later zat de jongen in een cel. Mijn vader Koning Oberus liep naar de jongen toe om hem te ondervragen. Ik sluipte de trap af en bleef halverwege staan om naar het gesprek te luisteren. 'Je bent niet van hier.' stelde Oberus vast. 'Wat is je naam en waarom ben je hier?' Ik liep nog een stukje verder waardoor ik eigenlijk zichtbaar was, maar niemand zag me , want iedereen keek naar de jongen.
' Mijn naam is Ash en ik ben hier voor haar.' zei hij en hij wees naar me. Geschrokken sprong ik achteruit, maar mijn vader had me al gezien.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen