Chapter twenty
(Caitlin pov)
Even later staan we weer samen voor het gat in mijn muur. 'Denk je dat je zullen vragen waarom ik er niet was?,' vraagt Joel voor de zekerheid nog even. Ik kijk weg van zijn gezicht. 'Ik heb tegen Kitty en Sasha gezegd dat je niet lekker was en verder weet alleen Robin dat we een soort van ruzie hadden.' Hij pakt mijn hand vast en samen springen we weer door de poort.
Als ik mijn ogen open zie ik dat er wat anders is aan Domino. Het is grijs, eigenlijk lijkt het wel een beetje verbrand. 'Kijk uit,' zegt Joel en trekt me naar de grond. We kruipen richten een soort boom en gaan eronder zitten. 'Wat was dat?,' vraag ik als het weg is. 'Het leken wel een soort van draken,' zegt hij terug. We gaan weer staan en kijken elkaar aan. 'We moeten naar het paleis, hier zijn we niet veilig,' zegt Joel en kijkt om ons heen. Ineens krijg ik een idee. 'Ik weet een kortere route die ook wel een beetje beschut is,' zeg ik terwijl ik hem al mee trek aan zijn hand. Ik neem hem mee naar een oude boom en tik er een keer op. Hij gaat open en snel trek ik Joel mee. 'Wat is dit,' zegt hij als we in het donker staan. Ik tast het kleine plekje in het donker af totdat ik een zaklamp vind. Ik klik hem aan en zoek de hendel. 'Een ondergronds wegen net,' zeg ik en trek aan de hendel. De grond onder onze voeten verdwijnt en we vallen naar beneden. Als we beneden zijn doe ik de zaklamp weer aan. 'Wat heb jij allemaal gedaan toen ik er niet bij was?' Hij kijkt me vragend aan. 'Het hele land door gelopen,' zeg ik en loop vast vooruit. Hij volgt me en na en paar minuten komen we bij een trap uit. 'Kom,' zeg ik en ga voorop. Hij blijft me volgen, en boven aan de trap blijven we stil staan voor een deur. Ik voel aan de deur en merk dat hij op slot zit. Ik bonk op de deur en als dat niet werkt laat ik mezelf op de grond zakken. Joel komt naast me zitten en kijkt me even aan. 'We zitten hier tenminste wel veilig,' zegt hij. Ineens voel ik de deur achter me weggaan en val ik met mijn rug op de grond. Ik zie Robin boven me hangen. Ik sta gelijk op en geef hem een knuffel. 'Dankje,' zeg ik blij. 'Is alles weer goed tussen jullie?,' fluistert hij hij in mijn oor. Ik knik en pak zijn hand vast. Joel kijkt me raar aan, maar komt dan toch naar ons toe. 'Wat is er aan de hand?,' vraagt hij aan Robin. 'De slechte draken ruiters van Dralinië vallen ons aan,' zegt hij en kijkt droevig naar de grond. 'Wat hebben jullie gedaan dan?,' vraag ik hem. Hij kijkt me aan. 'Niks, dat is het probleem... Ze hebben geen reden om ons aan te vallen,' zegt hij boos. Ik kijk nu ook weg van zijn gezicht. 'Robin, met wie ben je aan het praten?,' horen we ineens de stem van koningin Marion. Als ze ons ziet komt ze gelijk op ons af. 'Caitlin, Joel, het is geweldig dat jullie hier zijn. We hebben jullie hulp nodig,' zegt ze tegen ons. 'Mam is dit nou wel zo'n goed idee? Misschien kunnen ze dit nog niet aan,' zegt Robin zacht tegen zijn moeder. 'We hebben ze nodig,' zegt ze terug. Ze went zich weer tot ons. 'Komen jullie even mee?' We knikken en lopen achter haar aan. Na door een paar donkere gangen te hebben gelopen komen we aan bij een grote muur waar een paar tekeningetjes opstaan. 'Dit is de voorspellingsmuur die onze voorouders hebben gemaakt,' zegt koningin Marion. 'En hier staat dat jullie de redders van onze wereld zijn,' zegt ze en beweegt met haar armen langs de muur. Hoe kunnen wij nou weer de redders zijn?
Reageer (2)
so cute. Ik vind het echt lullig voor Joël
1 decennium geledenSnel verder
1 decennium geleden