Foto bij hoofdstuk 3.

Ik pak mijn fiets uit de garage en fiets weg.
Zara woont nog bij haar ouders dus daar fiets ik heen.
Als ik bij haar huis aan kom zie ik dat Zara al voor het huis aan.
Ze ziet er prachtig uit in de kleren die ze aan had.
Zei zelf zag er ook perfect uit.
‘klaar’? vraag ik.
‘ja laten we gaan’ zegt ze en we lopen weg.
Ik laat mijn fiets bij haar staan want de stad is 5 minuten lopen vanaf haar.
We komen aan bij Nando’s en we lopen na binnen.
Ik had gereserveerd en dat was mooi want het restaurant zit al heel erg vol.
‘gezellig’ zegt Zara.
‘ja’ zeg ik en lag na haar.
We bestellen wat.
Zara wou een wijn en ik een cola, want ik weet bijna zeker dat we straks uit gaan.

Na het eten blijven we nog even zitten om te praten.
‘ik ben blij dat je me nog een kans wil geven’ zegt Zara.
‘tuurlijk, jij altijd’ zeg ik.
‘hoe is het met je huisgenoten’? vraagt Zara.
Dit is de eerste keer dat ze geïnteresseerd is.
‘gaat wel goed, Megan gaat bij Hanna wonen dus komt er een plaats vrij’.
‘oké, en Susan en Alfie wonen er toch ook’?
‘ja’ zeg ik en sta op.
Ik loop na de kassa en betaal.
Samen lopen we Nando’s uit.
‘Nathan zullen we nog even naar een club gaan’?
‘oké, omdat het gezellig is’ zeg ik lachend en samen lopen we die kant op.
We komen aan bij een club en lopen na binnen.
Ik hang mijn jas op en die van Zara.
Samen met Zara lopen we naar de bar.
‘2 shotjes graag’ zeg ik en betaal ze.
Ik geef er een aan Zara en samen drinken we ze op.
Eigenlijk slaan we ze meteen achterover maar ja wat is het verschil.
‘zullen we dansen’? vraagt Zara waar ik geen nee op kan zeggen.
Samen lopen we de dansvloer op en gaan we beetje dansen.
Na een tijdje komen Susan en Alfie er ook bij.
‘hey wat doen jullie hier’? vraagt Alfie half dronken.
‘net als jullie’ zegt Zara.
Alfie loopt naar de bar en haalt nog 4 shotjes.
Die ik en Zara weer achterover slaan.
‘wij gaan, toch Alfie’?
‘ja zal wel moeten’ en samen met Susan loopt Alfie weg.
‘zullen wij ook zo gaan’? zeg ik.
‘oké, maar wel eerst nog eentje’ zegt Zara en ik ben het met der eens.
We nemen er allebei nog eentje en gaan dan weg.
Samen lopen we wankelend naar Zara’s huis.
‘kan ik niet bij jou slapen’? vraagt Zara.
‘sorry’ zeg ik ‘kan echt niet’.
‘jammer’ zegt ze.
‘ik ga na huis’.
‘oké tot morgen’ zegt Zara en doet de deur dicht.
Ik loop wankelend weg naar huis.
Als ik daar ben en eindelijk in bed lig ben ik zo moe dat ik meteen in slaap val.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen