A ranger/traitor 168
Hebben jullie weer even geluk! (of toch niet )
Gilan wist twee mannen neer te halen voor de anderen hem hadden bereikt. Hij liet zijn boog even voor wat het was en trok zijn zwaard. Hij wist nog een Skandiër neer te halen, voor die goed en wel besefte wat er gebeurde. Wie hen ook had verteld dat ze hem hier konden vinden, hij was vergeten hen te melden, dat ze tegenover de enige grijze jager zouden komen te staan die met een zwaard overweg kon. En hoewel hij er nooit over opschepte, wist Gilan dat hij bij de beste van het rijk hoorde. Arnaut was beter en een paar anderen zouden hem nog te baas zijn, maar hij oversteeg de middenmoot ruimschoots. Als grijze jager kende hij ook een paar trucjes die een ridder, met uitzondering van Arnaut dan, niet leerde en die erg goed van pas konden komen. Hij dook onder een strijdbijl door. Met zijn zwaard en zijn saksisch mes, wist hij net een volgende te pareren en toen was hij buiten de kring. Op een lopen zetten zou niet lukken, hij had al een heel eind gerend en Skandiërs hadden over het algemeen een prima conditie en natuurlijk was Corn er ook nog. Dus in plaats van te vluchten, greep hij voor de tweede keer in minder dan een halfuur tijd de tak van een boom en zwaaide omhoog. Iets scherp schampte langs zijn been. Het volgende moment sloeg een strijdbijl met een geweldige klap in de stam, de hele boom schudde ervan. Gelukkig dat hij niet mijn hele been geraakt heeft, dacht Gilan, dan was ik het nu kwijt. Ondanks dat het maar een schram was, deed het flink pijn, maar Gilan beet op zijn tanden en klom verder de boom in. Toen hij eenmaal buiten het bereik van de Skandiër was, greep hij weer naar zijn boog, maar hij kreeg de kans niet om te schieten.
“Geef je over of ik splijt dat joch in twee!”
Reageer (6)
VERDER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geleden