22. ~ Indianna Bella Lawrence
Ik hoor hoe de tributen van District 7, lijkt me, met het jongetje praten die ik nog heb zien staan in de arena. Ik glimlach, tevreden dat die het bloedbad ook hebben overleefd. Opeens hoor ik de stem van een jong meisje. 'Er zit hier niemand.' Lekker slim om dat te zeggen. Maar het meisje mag niet dood, ik bedoel, ze is nog zo jong! Ik schuif een stukje van de struik weg en zie door de bladeren heen dat het het meisje uit District 12 is. Ze lijkt alleen te zijn. Misschien wil zij een bondgenootschap? Al is ze niet echt slim. Wie zegt nou 'er zit hier niemand', midden in de arena? Ja oké, mijn zusje Charlotte dus als we verstoppertje speelden. Maar dit is geen verstoppertje! Al had ik dat nu wel graag gewild: Zorgeloos verstoppertje spelen met Charlotte en onze vrienden. In plaats van levend Stratego, waar ik nooit echt van heb gehouden, bedenk ik me sarcastisch.
Ik sluip weer achter mijn struik en wacht tot District 7 en de jongen uit 11 zullen vertrekken. Na een tijdje gebeurt dat. Ik zucht opgelucht als ze besluiten het jonge meisje niet te vermoorden en rustig verder lopen.
'Ehm, hoi? Ik ben Demi. En jij?' ik schrik me dood. Het jonge meisje uit 12 staat opeens vlak voor de struik waarachter ik me verberg. Maar er is iets in haar ogen waardoor ik niet bang voor haar ben. 'Hoi,' mompel ik, 'Ik ben Indianna. Uit 5.'
Ze mag me nog geen Indy noemen, totdat ik weet waarom ik niet bang voor haar ben of andersom. Ik probeer te glimlachen, en tot mijn verbazing lukt dat ook nog. Door die glimlach weet ik meteen waarom ik het gevoel heb dat deze Demi geen bedreiging vormt. Het is niet haar leeftijd, nee, ik kijk nooit op mensen neer of tegen ze op vanwege hun leeftijd. Het is mijn zusje.
Ze doet me denken aan mijn lieve, kleine zusje Charlotte. 'Zeg maar Indy,' zeg ik meteen. Misschien wil ze een bondgenootschap sluiten met mij. Ik vertrouw haar, en heb het gevoel dat ik haar moet beschermen zoals ik ook bij Charlotte had gedaan als ze hier nu voor me stond.
'Nou ja, zullen we een groep vormen?' vraagt Demi aan me. Ik glimlach. 'Je bedoelt een bondgenootschap?' ik doe alsof ik heel lang nadenk, hoewel ik natuurlijk al weet dat ik met haar wel een bondgenootschap wil vormen. Duh, ik zit al sinds de gong met een bondgenootschap in mijn hoofd. Ergens in mijn hoofd denk ik aan Drew. Ik mis hem nu al zo ontzettend, en ik ben heel erg bezorgd. Maar nu ben ik hier, in het park, samen met Demitria, een meisje van 12 of 13 jaar uit het achterstandsdistrict. Ik verbied mezelf om vandaag nog aan Drew te denken.
'Ja, graag.' De glimlach op mijn gezicht wordt langzaam een big-smile. Dan kijk ik schichtig om me heen. Het wordt al donker, en de bomen werpen donkere schaduwen over het gras.
'Zullen we een andere schuilplaats zoeken voor de nacht? Ik bedoel, ik blijf hier niet de hele nacht zitten.' Grijnzend kijk ik naar de struik. Ik zal hem nog gaan missen. Oké, ik heb droge humor, maar Drew en ik konden er allebei altijd om lachen. 'Verdomme,' mompel ik zachtjes. Niet meer aan Drew denken. Niet meer aan Drew denken! Ik zucht even en merk ik opeens hoe moe ik wordt van de ongebruikelijke dag en dat ik honger heb. 'En wat eten zou ook fijn zijn,' mompel ik. Niet lang na mijn opmerking pakt Demi een paar blaadjes van de struik waarachter ik me eerder vandaag heb verborgen. Ik pak ze aan van Demitria en stop ze in mijn mond, om ze meteen weer uit te spugen. 'Serieus, heb je dit de hele tijd gegeten?' ik vind het walgelijk. Omdat ik uit district 5 kom, medisch onderzoek, en vaak planten als ingrediënten voor medicijnen moest halen, weet ik welke planten beter te eten zijn dan dit goedje.
'Kom, we gaan iets anders zoeken,' stel ik dan ook voor. Op dat moment hoor ik een kanonschot, en geschrokken kijk ik naar de lucht. Maar tevergeefs, want pas 's avonds komen de gezichten van de tributen aan de lucht te staan. Ik zag niet wie het was, maar vlakbij hoor ik een hovercraft. 'Wie is het?' roep ik naar Demi terwijl ik in de dichtstbijzijnde boom klim. Vanaf dat punt kan ik mijn eigen vraag beantwoorden. De beroeps staan om de jongen van 7 heen. Michael, weet ik. Ik krijg een brok in mijn keel en bijt op mijn tong om het niet uit te schreeuwen naar de beroeps. Ik mocht die Michael wel, en hij had net een bondgenootschap gesloten. Eigenlijk mag ik iedereen wel, behalve de beroeps. Moordlustig hoor je niet te zijn, en dat kan ik van hen niet zeggen.
'Kom snel in de boom! En wees stil!' Sis ik naar Demi. 'Het zijn de beroeps, ze hebben hem met een zwaard - ' ik kan mijn zin niet afmaken en de tranen stromen in mijn ogen.
Ik wil hier niet zijn. Dit is geen plek voor mij.
I ship Drewanna. Ook al hebben ze absoluut geen liefde voor elkaar. I ship them.
Reageer (3)
Wow mooi
1 decennium geledenI think Lauranna will never happen haha :p
1 decennium geledenMaar echt nice, ik ga ook snel weer schrijven c:
Of Lauranna. Dat zou nogal eens iets worden
1 decennium geledenPrachtig alweer, trouwens!