Hoofdstuk 35
'Weet je zeker dat je niet mee wil?,' vroeg ik Leona bezorgd. Ze schudde haar hoofd. Het was nu dagen geleden dat ik haar stem voor het laatst hoorde. Ze had gezwegen sinds haar broers dood.
'Het komt goed.' Methiels blik kalmeerde me een beetje. 'We zorgen goed voor haar hier, oké?'
Ik knikte. Het was verschrikkelijk om afscheid te moeten nemen van zoveel mensen. Methiel en Leona zouden hier blijven, Roelof was dood en ook van Kasandra zouden Breyan en ik snel afscheid moeten nemen. Wat dan zou gebeuren, wisten we niet. Maar ik wist wel dat we bij elkaar zouden blijven.
Met tranen in mijn ogen keek ik achter me. Zou ik dit bos ooit nog zien? Zou ik al deze mensen die ik achterliet nog zien? En welke toekomst wachtte er voor Breyan en mij?
'Ik moet hier gaan' zei Kasandra onverwachts. Ik was verbaasd. Ik had verwacht dat ze in het koninkrijk woonde. Woonde ze in dit onherbergzame land?
Ze glimlachte. 'Ja, hier leef ik. Waar anders zou ik kunnen leven?'
Ik wist het niet. Natuurlijk paste het koninkrijk niet bij haar, maar het was zoveel veiliger daar.
'Red je je wel daar?"
'Natuurlijk wel. Ik leef hier al 500 jaar.'
Breyan en ik keken elkaar met open mond aan. '500?' Hoe was dat mogelijk? Was ze een elf?
Maar zodra we omkeken, was ze verdwenen, zonder enig spoor na te laten, We waren alleen achtergebleven. Het enige wat me eraan herinnerde dat dit geen droom was geweest, was Breyan hand in de mijne.
'Kom, laten we naar huis gaan.'
We hadden een huis gevonden in het koninkrijk. Het was fijn om geen spoken, geen trollen en geen elven te zien voor een tijdje. Maar we wisten allebei dat dit leven niet voor ons bedoeld was, dus trokken we opnieuw de bergen over, op zoek naar meer avontuur.
Jarenlang waren we gelukkig, totdat ik de rimpels op zijn knappe gezicht zag en tot mijn schrik merkte dat ze bij mij ontbraken. Terwijl zijn haren grijs werden, bleven die mij eeuwig bruin en op een dag konden we geen avonturen meer beleven. Ik zorgde voor hem tot hij stierf op zijn tachtigste. We hadden geen kinderen gekregen en daarom vertrok ik de dag na zijn dood, zoals ik had gedaan na de dood van mijn vader.
Maar de pijn ging niet weg. Niet toen ik het koninkrijk verliet en niet bij de elven. Methiel was blij mij te zien. Natuurlijk was zij niet veranderd. Net als ik.
Leona was een paar jaar geleden gestorven, maar ze had het geluk gevonden bij de elven. Van Kasandra hoorde ik nooit meer, ondanks mijn zoektocht naar haar.
Op een van mijn reizen naar de elven gaf Methiel me iets: de oude schatkaart. De letters waren vergaan, maar leesbaar.
'Wat denk je?'
'Ik moet een schat gaan zoeken.'
Wat ik niet zei, was dat ik mijn halfzus nooit meer zou zien. Ik vond de schat en betaalde een schipper een behoorlijk bedrag om me over de zee te brengen. Hier was niets meer voor mij. Ik was geen elf en geen mens. Bijna iedereen waar ik van hield was gestorven of ver weg.
'Xandria?' De ruwe stem van de schipper verstoorde mijn gedachten. 'We vertrekken.'
De kusten van de bekende wereld verdwenen langzaam en al snel waren we omringd door de zee. Ik ging het lot van de avonturier tegemoet.
Dat was het. Ik moet zeggen dat ik liever een happy ending had gehad, maar dat paste niet. Bedankt voor het lezen en het reageren iedereen. Ik hoop dat jullie mijn verhaal met plezier hebben gelezen. Hopelijk tot een ander verhaal, iedereen!
Reageer (5)
Super mooi eind,
1 decennium geledenEcht een top verhaal!!
Euhm je kan echt goed schrijven! !
Wauw. Gewoon wauw.
1 decennium geledenAhw, het was echt een leuk verhaal!
1 decennium geledenIk vond het verhaal leuk! Misschien het herschrijven waard later om er toch een happy end van te maken?
1 decennium geledenIk vond dit verhaal echt leuk en ik ga zeker weten even kijken bij je andere verhaal
1 decennium geleden