1.
'RAAK ME NIET AAN!'
Het gebeurd als in een flits. Zonet stapte ik nog een deur door in de gang van de stem, en nu-
Nu zit ik trillend van angst op de grond in elkaar gedoken.
He... Wat is er in de tussentijd gebeurd?
'Sssjt, rustig aan. We willen je alleen maar helpen, Rowan.'
Als ik heel voorzichtig een beetje opkijk van mijn paniekerige positie, zie ik een paar meter bij me vandaan een man op zijn hurken zitten.
'Voorzichtig Ward,' hoor ik iemand zeggen. 'We willen niet dat ze een uitbarsting krijgt.'
'Coulson, ze is gewoon bang. Zie je dat dan niet?' Antwoord hij.
Het lijkt even alsof mijn hersenen kortsluiting maken. Rowan... Coulson... Ward...
Dit... Te veel informatie.
'Laat ons je helpen, Rowan,' gaat de man weer verder. 'Er zijn mensen naar je op zoek. Wij kunnen je beschermen.'
Hij schuifelt langzaam dichterbij.
'IK ZEI: RAAK ME NIET AAN!' Schreeuw ik, bevend van angst.
Er klinkt een geluid alsof iemand in elkaar word geslagen, en als ik opnieuw even vluchtig opkijk, zie ik dat de man tegen de muur van het steegje word gedrukt.
Ik...Ik...
Vertwijfeld kijk ik naar mijn handen. Wat heb ik gedaan?
Maar... Straks is hij een handlanger van de stem... En die coulson gast ook...
'Rowan... Het spijt me dat je bang bent, maar als je zo doorgaat vermoord je mijn collega.'
Nu ik langzaam op kijk, zie ik de man die voor "coulson" door moet gaan. En het valt vies tegen.
Een man van iets eind de dertig, begin de veertig misschien, in een zwart pak. Doet me denken aan zo'n man van een politie serie-
Mijn adem stokt als ik besef wat ik net in gedachten had.
Een politie serie... Ik ben nog niet vergeten wat politie series zijn.
'Rustig maar, Rowan. Wij zullen je niets doen,' zegt de Coulson man. 'Dat beloof ik.'
'Blijf bij me weg!' Sis ik. De man tegen de muur snakt nog meer naar adem.
'Straks ben je een handlanger van... Hém.'
'Rowan, ik beloof je; het enige waar ik voor werk, is SHIELD een organisatie die mensen zoals jij wil helpen. Probeer alsjeblieft rustiger te worden, mijn collega heeft nog maar weinig zuurstof zo te zien.'
Ik druk me tegen de andere muur van het steegje aan, en kijk heen en weer van de coulson man, en de man die tegen de muur aangedrukt zit. Ik blijf naar ze kijken, steeds opnieuw en opnieuw, en ik voel mijn ademhaling wat gejaagder gaan. Als op een moment mijn hartslag wat rustiger word, valt de man die tegen de muur aangeplakt zat op de grond, snakkend naar adem.
'Maar jullie snappen het niet!' Roep ik uit. Om de een of andere reden duik ik weer in elkaar.
'Hij gaat ons van kant maken! Hij gaat ons allemaal vermoorden, tot dat er nog maar ééntje over is!' Schreeuw ik.
Ik voel dat ik weer sneller begin te hijgen, en ik zie de twee mannen naar elkaar kijken.
'Baas, ik dénk-'
'U heeft permissie, agent Ward.'
De jongste van de twee haalt iets uit zijn zak, en langzaam voel ik hoe iets dofs zich verspreid over mijn borst, en me de duisternis intrekt.
Er zijn nog geen reacties.