15- Elviri

Ik kijk Daan onderzoekend aan.
Hij glimlacht naar het opgewonden meisje dat onze auto binnenstapt en ik merk gewoon dat hij iets tegen haar wil zeggen maar dat hij het niet goed durft.
Zelf ben ik ook best zenuwachtig.
Zo meteen ontmoet ik haar.
Toen Rein en ik de foto’s van de twee meisjes op de catwalk zagen waren we het onmiddellijk met elkaar eens. “We kiezen hen.”
Want… Ik begrijp het zelf ook nog niet helemaal, maar toen ik die foto zag, voelde ik me warm worden vanbinnen. Het was een fijn gevoel en elke keer ik weer naar het kleinste bruinharige meisje keek werd ik vrolijk.
En nu… Over een paar minuten, of misschien wat langer, ontmoet ik haar.
Ik weet niet echt wat ik tegen haar moet zeggen.
Wat als ze Daan leuker vindt dan mij? Of Owen?
Of misschien houdt ze meer van het schattige type en is Rein totaal haar droomjongen. Ik weet het niet.
In elk geval heb ik nu een heel weekend om haar beter te leren kennen.
Rein ziet dat ik zit te dromen en hij geeft me een knipoog.
“Niet beginnen stotteren als je haar straks ziet, hé Nils!” pest hij me.
"En jij ook niet!" kaats ik terug, want ik weet hoe hij stiekem naar de andere kant van de foto bleef staren.
Dit weekend gaat zo leuk worden!