(no subject)
(Jonathan voelt weer zijn woede boven komen…)
Jonathan: Schurk! Jij, harteloze man!
Graaf Ferdinand: Nu moet ge tegen mij niet grof beginnen doen, hoor.
Jonathan: Eerst hebt ge Annelies laten verstenen! Dan Sofie! En nu Max! Dit vergeef ik u nooit!
Joeri: En wat is onze opdracht nu?
Graaf Ferdinand: Nu moeten jullie een opdracht doen in verband met de zonde ijdelheid. Maar jullie zullen allemaal verstenen, daar ben ik al zeker van. (lacht)
Jonathan: Ik krijg u nog wel!
Cassandra: Jonathan, kalmeer nu even! Hoe meer gij u kwaad maakt, hoe meer plezier hij erin heeft.
Graaf Ferdinand: Goed zo, Jonathan. Maak je maar zoveel kwaad als je wil. Je zult snel toegeven aan de zonde wraak en dan versteen ik jou spoedig ook.
(Graaf Ferdinand lacht en gaat weer weg…)
Jonathan: Monster!
(Onze vrienden wandelen verder en stoppen in een middeleeuws huisje waar ze blijven overnachten. Ze branden een kaarsje voor Annelies, Sofie en Max en laten voor hen een traan vallen. We kunnen zien dat de meeste tranen uit de ogen van Jonathan komen. Ze gaan slapen. Ondertussen komt Lore in opdracht van graaf Ferdinand het kistje stelen. De volgende morgen horen ze iemand binnen komen…)
Merlijn: Awel?
Joeri: Wie zijt u?
Merlijn: Wie zijn jullie? En wat doen jullie in mijn huisje?
Joeri: Meneer, we kunnen alles uitleggen.
Merlijn: Ik hoop het.
Joeri: Wij zijn de begeleiders van speelplein Ruimte en we proberen een vriendin van ons te redden uit de handen van graaf Ferdinand. We proberen te voorkomen dat ze versteend wordt zodat hij zijn hart kan verstenen.
Merlijn: Dus jullie zijn die speelpleinleiders waar Charlotte het over had?
Carianne: Charlotte?
Dries: Wie is Charlotte?
Merlijn: Zij was vroeger de geliefde van graaf Ferdinand de vijfde. Ze is door een vijandelijke ridder gedood waardoor de graaf niet meer in de liefde is beginnen geloven.
Helena: En u kunt ons helpen om tot bij Isabelle te komen?
Merlijn: Ja. Meer nog. Ik kan zelfs al die versteningen ongedaan maken. Maar omdat te kunnen zal graaf Ferdinand terug in de liefde moeten geloven.
Jonathan: Maar hij heeft ons gevraagd het kistje naar zijn kasteel te brengen.
(Jonathan kijkt in zijn tas…)
Jonathan: Hey! Waar is het kistje?
Helena: Jonathan, ge gaat ons toch niet vertellen dat ge het kistje kwijt zijt hé?
Jonathan: Ik had die gisteren nog in mijn tas gestoken. Maar hij zit er niet meer in!
Joeri: T’ is niet waar hé!
Jonathan: T’ is wel waar.
Joeri: Jonathan! Hoe kun je nu zo dom zijn? Ik rekende erop dat er niks met het kistje zou gebeuren! Hoe is dat nu toch mogelijk?
Dries: Ik denk dat ik weet wat er is gebeurd. Iemand heeft hier van de nacht ingebroken.
Joeri: Maar wie dan?
Dries: Ik weet het niet. Maar er is maar één mogelijkheid.
(Carianne kijkt door het venster en ziet Lore het kistje geven aan graaf Ferdinand…)
Carianne: Jongens! Kijk hier!
Joeri: Lore? Wat doet zij nu met graaf Ferdinand?
(Jonathan merkt meteen het kistje op…)
Jonathan: Nu komt de aap uit de mouw! Zij heeft het kistje gestolen!
Er zijn nog geen reacties.