Proloog

Ik sloop tussen de verwoestte gebouwen. 'Ik heb het doelwit in zicht. Ze zitten 9 meter van het oude gemeentehuis' hoorde ik Micheal in mijn oortje zeggen.
Daar was ik dicht bij. Ik glimlachte en sloop snel verder. Twee straten sneller hoorde ik achter me een wapen afgaan. Ik draaide me vliegensvlug om en stopte de kogel voordat hij me zou raken.
Ik keek naar de eigenaar van het wapen. Het was een jongen van ongeveer mijn leeftijd zag ik.
'Je bent een mutant,' zei hij. Ik lachte schamper. ' ja en wat wil je er aan doen mens,' antwoorde ik.
De jongen verdween plotseling en ik werd van achter beetgenomen. Ik schrok toen ik een koude dolk tegen mijn hals voelde. 'Maak ook maar een beweging en ik snij je keel door. Dacht je nou echt dat jullie de enige waren,' zei de jongen. Hij liet me los en verdween. Ik liet me op mijn knieën vallen. Wat was dat nu? Waarom liet hij me gaan?