Chapter 22
Ik ren met een sneltreinvaart naar mijn kamer, en pak mijn koffer. Ik begin hem in te pakken. Pap komt me achterna. 'Lieverd, wat doe je? Je kunt nu niet halsoverkop naar Servië gaan. Je weet niet eens waar hij woont.' 'Pap, ik moet er nu naartoe. Hij leeft nog.' Mijn telefoon trilt. Ik zucht, en pak hem. Het is een sms-je, van Joseph. Ik open hem. "Hé Haley. Ik vroeg me af of je van het weekend misschien iets leuks wilde gaan doen. Ik hoor het wel. Groetjes Joseph." Fijn, ook dat nog. Het kan eigenlijk niet slechter uitkomen. 'Jongedame, doe eens even normaal. Je kan nu niet naar Servië gaan. Ik kijk of ik contact met hem kan opnemen, en dan zien we verder. Is dat begrepen?' Ik knik. 'Ja pap...' 'Wat was dat met Joseph?' 'Hij wil van het weekend wat gaan doen.' 'Is hij al uit het ziekenhuis? Dat is snel. Wat wil hij gaan doen.' Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. Ik vraag het hem wel even.' "He, wat wil je dan gaan doen?" Ik stop mijn telefoon weg. Ik hoor het dadelijk wel. Eerst pap overtuigen. 'Pap, het is mijn vader, niet die van jou!' 'En ik ben nog steeds je wettelijke voogd, jongedame. En als ik zeg dat je niet gaat, dan ga je ook niet.' Ik ben pissig. 'Pap, je bent onredelijk!' 'Nee, jongedame. Jij bent hier onredelijk. Hoe wil je zo last minute nog een ticket krijgen?' 'Pap, daar gaat het nu niet om. Wie weet waar hij nu is. Misschien is hij wel in gevaar!' 'Haley, kalmeer eventjes.' Pap ruimt mijn koffer op.'Ruim je kleren op. We gaan over een uurtje eten. Dan is dit allemaal opgeruimd.' Hij loopt de kamer uit. Ik kan wel schreeuwen. Waarom doet hij zo onredelijk? Ik wil gewoon naar Servië toe! Het is mijn vader, en ik doe wat ik wil! Daar is hij niet de baas over! Hij is niet mijn echte vader. Wie denkt hij wel niet, dat hij is? Ik ben mijn eigen baas. Boos ga ik op bed zitten. Hij kan me wat. Mij wat dingen verbieden...
Ik ga boos aan tafel zitten. 'Is je kamer opgeruimd?' vraagt pap. Ik knik. 'Jaha...' Ik begin op te scheppen. 'Eh, jongedame. Wachten we niet tot iedereen aan tafel zit?' zegt Violet. Serieus mensen? Is dit echt nodig? Laat me gewoon met rust. 'Sorry.' Ik leg de opscheplepel neer. 'Violet, let maar niet op haar. Ze is een beetje gepikeerd,' zegt pap. Ik doe hem dadelijk nog eens wat. Bella komt aanlopen. 'Haley, haal Joshua eens voor me,' zegt ze. Nu wordt het helemaal mooi! Willen ze me gek maken of zo? 'Nee! Doe het lekker zelf! Het is jouw kind, niet het mijne. Stik er maar lekker in.' Ze kijkt me vuil aan. 'Jij gaat nu mijn kind halen!' 'Fack jou dat ik dat kind van jou niet ga halen!' Bella staat op. 'Moet ik je slaan?' Ik sta ook op. 'Verras me, leeghoofd.' Ze loopt op me af, en tilt haar arm op. Ik grijp hem vast, en draai hem op haar rug. 'Dames, doe eens even normaal!' roept pap. Ik geef haar een duw, en ze valt op de grond. 'Waarom? Ik ben haar verrekte slaaf niet!' 'Ik heb het gehad. Haley, naar je kamer, nu meteen!' Ik storm naar boven. Wat denken ze allemaal wel niet? En Bella is natuurlijk weer het slachtoffer. Nu heb ik het echt gehad met ze. Ik ga weg. Ik ga bij Joseph wonen. of bij Dave, dat moet ik nog even zien. Ik pak mijn koffer weer, en begin in te pakken. Dadelijk, als iedereen slaapt, ga ik weg. Ik heb geen zin in nog meer drama. De deur vliegt open. Het is Violet. Fijn... Is dit nou echt nodig. 'Ben jij helemaal gestoord? Wie denkt je wel niet, die je bent? Je loopt hier wat door het huis, alsof je het allemaal zo goed voor elkaar hebt. En wat blijkt? Het tegenovergestelde. Je bent echt niet stoer, als je dat soms denkt! Voor het geval je het niet weet, het is redelijk duidelijk. Je bent geen Amerikaan. Je bent niet een van ons. Je hoort hier niet, Haley. Of Evica. Hoe je dan ook heet. Jij hoort nergens thuis, behalve in de bak. Ja, dat klopt. Ik heb de politie gebeld. Ze zullen hier ieder moment zijn.' Ze loopt de kamer uit. Ik laat me op mijn bed vallen. Ze heeft de politie gebeld? Waarom? Dit slaat nergens op. Ik begin te huilen. Oh nee, dit is verschrikkelijk. Wat moet ik nou doen? Ik kan niet naar de gevangenis! De deurbel gaat. Ik hoor de deur opengaan. 'Goedenavond mevrouw, u had ons gebeld?' zegt een mannenstem. 'Ja, komt u maar mee. Ze is boven, in haar kamer.' Ik word bang, en begin te trillen. Ik hoor ze de trap oplopen. Ik moet hier weg, en snel. Ik kijk rond. Het raam! Dat is de enige uitweg! Ik sta op, en loop ernaartoe. Ik maak het raam open. De deur gaat open. Ik draai me om. In de deuropening staat Violet, met twee politieagenten. 'Hallo, meisje,' zegt de linkse. Mijn hart bonst in mijn keel. 'Doe maar rustig, er is niks aan de hand,' zegt de linkse. 'Mevrouw, wilt u anders even naar beneden gaan?' Violet knikt, en kijkt me vuil aan. Ze loopt weg. De mannen lopen naar me toe. Ik blijf bij het raam staan. 'Oké meisje. Wil je ons vertellen wat er gebeurd is?' Mijn gedachtes vliegen door mijn hoofd. Ik moet hier weg, en snel! Ik zet een stap naar achteren. 'Hm, ze is doodsbang, arm ding.' 'Zet nog een stap dichterbij, en ik spring!' dreig ik. 'Meisje, doe maar rustig. We doen je geen pijn. Er zal je niks gebeuren.' De rechter zet een stap dichterbij. Denken ze dat ik bluf? Nou, dan hebben ze pech! Ik draai me om, en spring uit het raam. Ik val naar beneden, en kom met een knal op de grond. Ik rol naar beneden, helemaal tot aan de stenen omheining. De wereld draait even voor mijn ogen. Ik sta op. Ik kijk naar het huis. Ik hoor de agenten vloeken. Ik zie dat pap komt aanrennen. Mooi dat ze me niet te pakken krijgen. Ik neem een aanloop, en klim over de stenen muur heen. Ik ren het bos in.
Er zijn nog geen reacties.