Chapter 6 - 1/2
Ik loop puffend en hijgend langs de bosrand. Wat heb ik veel gejogd zeg. Ik loop het laatste stuk maar naar huis. Ik loop met mijn handen in mijn zei richting de uitgang van het park en slaak een korte zucht. Ik ben ontzettend bezweet. Als de laatste paar meters in zicht zijn gekomen hoor ik ver van me af een raar geluid. Ik schrik er van en draai me met een ruk om. Ik doe mijn beide oortjes uit en heb mijn blik op het bos gericht. Wat was dat? Het leek wel een knal of zo...
Zouden andere mensen dat niet gehoord hebben? Ik kijk om me heen maar zie iedereen gewoon nog zijn ding doen. Opnieuw leek ik een knal te horen en kijk ik weer om. En dan zie ik het. Diep in het bos zie ik iets wits. Maar al snel is het verdwenen en is alles weer normaal.
Nu gaan er allerlei dingen door mijn hoofd heen, die niet normaal zijn.
Ineens lijkt alles mijn niet meer uit te maken en voel ik geen angst meer. Wat boeit die knal? Het kan toch gewoon een jager zijn? Maar daar is het denk ik wel een beetje laat voor... Iets zwaars dat valt? Vandaar die knal. Ik loop het park uit en kijk naar de grond terwijl ik matige stappen maak. Ik ga een hoek om en loop nu aan de andere kant van het bos. Zonder dat ik het helemaal door heb begin ik zacht mee te zingen met de muziek. Ik kijk naar de lucht en zie wat verderop wat donkere wolken. Dat lijkt op een heftige regenbui. Leuk.
Ik slaak een teleurgestelde zucht en blaas een los haarplukje voor mijn ogen weg. Om de snelste weg naar huis te nemen moet ik nog een klein stukje door het bos. Ik stap het bos binnen en wordt overvallen door gefluit van vogeltjes. Bladeren zijn vochtig en af en toe vallen er druppels uit de bomen. Ik snuif de frisse geur op en sluit even mijn ogen. Als ik mijn ogen weer open trek valt mijn blik op een bankje dat langs het pad staat. Ik besluit er even op te gaan zitten om uit te rusten.
Ik ga een keer met de rug van mijn hand langs mijn voorhoofd en het zweet druipt over mijn hand. Ik trek een vies gezicht en zucht een keer. Even drijft mijn gedachte naar een grappig moment. Toen ik nog in Amerika woonde ging ik wel eens samen met Alicia joggen. We namen best wel grote rondes en raakten er helemaal uitgeput van. Toen we de ronde bijna hadden gehaald begon Alicia kreunend te zuchten en plofte zich op een bankje dat langs een pad stond. Ik ging naast haar zitten en we begonnen meteen met klagen over onze geur. We stonken naar zweet en hadden allemaal modder op onze benen zitten.
'Bah, wat voel ik me enorm vies, zeg!'
We klaagden maar aan een stuk door tot we pas echt beseften dat we enorme kakkers leken en schoten we in de lach. We kregen de slappe lach en begonnen heftig te trappelen met onze voeten van het lachen.
Toen er ineens een hele knappe jongen langs kwam stopten we meteen en hadden we allebei een verlegen glimlach op onze gezichten staan. De jongen glimlachte terug en had een verbaasde blik op zijn gezicht staan. Toen hij een paar meter verder liep begonnen we heftig te giechelen. We schaamden ons vanwege onze melige actie. We waren vies van de modder en het zweet en zagen er niet uit. Wat mis ik die tijden. Ik voel me een beetje alleen sinds ik ben verhuist. Ik heb alleen mijn moeder waar ik mee kan praten, geen vriendin. Mijn gedachtes worden ineens verstoord omdat ik ineens een stem hoorde spreken. Ik kijk licht geschrokken om me heen. Wat verderop zie ik een gestalte lopen. Gespierd, slank, normale lengte, donkerblond en... paarse ogen. Mijn hart begint in mijn keel te bonzen als ik zijn blik op mij voel rusten. Ik merk nu pas dat ik met open mond naar hem staar. Ik doe snel mijn mond dicht en probeer een zelfverzekerde blik op mijn gezicht te zetten.
Dan realiseer ik me dat ik er niet uit zie. Ik stink naar zweet, heb modder op mijn joggingbroek, mijn staart zit een beetje in de war en ik heb geen make-up op. Natuurlijk. Altijd op die momenten. Wanneer heb ik eigenlijk wel geluk als ik in de buurt ben van een knappe jongen? Ik merk dat hij nog steeds zijn blik op mij gericht heeft. Ik kijk op en zie dezelfde blik in zijn ogen als toen ik hem in mijn droom zag. Gevaarlijk maar ook lief tegelijkertijd. Erg mysterieus...
Ineens staat er een klein glimlach op zijn gezicht en komt hij steeds dichter bij. Daar zullen we het krijgen. Ik kan eindelijk met mijn plan beginnen. Onderzoek paarse ogen.
Reageer (1)
Eindelijk!!
1 decennium geleden