De 100e Hongerspelen - 260
“Mevrouw Everdeen, mag ik vragen, wat zijn uw concrete plannen voor de komende dagen?”, vroeg Caesar, om de stilte te doorbreken.
“Vanavond breng ik eerst de burgemeesters concreet op de hoogte over de verkiezingen en laat ik onafhankelijke waarnemers naar de districten vertrekken”, zei ze kalm.
“Onafhankelijk, m’n hoela!”, schreeuwde Snow. “Vast je vriendjes om te zorgen dat de mensen jou kiezen!”
“Ik zie niet in waarom ik dat zou doen als ik verkiezingen organiseer, dan kon ik even goed gewoon mezelf aanwijzen als president”, zei Katniss droogjes. “Ik ben op zoek gegaan naar mensen die noch aan uw kant, noch aan de mijne staan.”
“Ik geloof er niets van. Je kent hier niemand in het Capitool.”
“Ik niet nee, maar er zijn genoeg van mijn vrienden die hier wel heel wat kenissen hebben.”
“Nou, veel maakt het niet uit, ik ben namelijk niet van plan je idiote uitdaging aan te nemen!” Katniss wou iets zeggen, net als Peeta, net als Adriënne, net als Haymitch, maar de oude Snow was eerst.
“Oh, doe niet zo stom!” Hij wankelde naar zijn zoon toe. Adriënne reed naar hem toe, zodat hij op haar stoel kon steunen. “De Spotgaai geeft je nog een kans! Als jij wint, kan je met haar, haar familie, haar vrienden, met heel Panem doen wat je wilt, en niemand die nog het lef zal hebben het tegen jou op te nemen! Maar als je nu weigert, verlies je.” Hij schudde zijn hoofd. “Je bent dom, niet omdat je niet veel weet, maar omdat je je verstand niet gebruikt!”
“En wat denkt u dat ze met mij gaat doen hé? Als zij wint!”
“Ik kan u nooit aandoen wat u mij kan aandoen”, zei Katniss kalm. “Wat u mij al heeft aangedaan.”
“U vergeet één ding. Op dit moment ben ik nog president. Ik verbied u om die verkiezingen te organiseren, ik verbied u om nog één woord te zeggen, ik verbied u om…”
Reageer (6)
OMFG SNEL VERDER
1 decennium geleden