Foto bij 2

"Doe mij maar een Big Mac." vertel ik mijn moeder en ga opzoek naar een tafeltje voor ons drieën. Al snel heb ik een plekje bemachtigd en pak ik mijn mobiel, kijk wat op Twitter en Whatsapp. Hee schattie! Morgenavond nog stad? appt Sarah me. Ik antwoord maar snel even. Jaa, ik neem een vriendin mee oke? Nog voordat ik een antwoord terug heb berg ik mijn mobiel weer op. "Lieverd, hier is je Big Mac. Ik heb ook maar een cola voor je meegenomen." zegt mijn moeder die er bij komt zitten. Ik houd alleen maar van cola light, maar goed, dat zal zij wel niet weten. "Bedankt" glimlach ik. Ik bekijk mijn moeder die Ruben helpt met zijn happy meal uit te pakken. Ik zie aan haar gezicht dat ze van hem houdt. Hij maakt haar gelukkig. Tenminste, vandaag wel. Morgen kan dat maar zo weer anders zijn. Mijn moeder is manisch depressief en dat houd in dat je heel erg last heb van stemmingswisselingen. De ene dag is ze overdreven vrolijk en gelukkig, zoals vandaag. En de andere dag is ze zwaar depressief en haat ze alles en iedereen maar vooral haar zelf. Voordat Ruben en ik op bezoek gaan moet er eerst gebeld worden hoe haar bui die dag is. Als ze depressief is mogen we er niet op bezoek komen. Dat kan gevaarlijk zijn voor ons en voor haarzelf. Ruben weet dit niet, mijn vader vindt hem nog te jong om dit te vertellen. "Eet je wel door, dan kun je de trein van tien over half 8 nog halen." zegt mijn moeder. Ik schrik op uit gedachten en eet snel mijn Big Mac op. "Ik kan jullie niet wegbrengen jongens, sorry, maar ik geef jullie wel wat geld voor de bus." zegt ze. Ik bedank haar maar zeg dat het niet hoeft. Ik weet dat mijn moeder niet kan rijden vanwege haar medicijnen. "Mam, ik heb wel geld, wij wouden jou meenemen naar de Mac, dan is het niet de bedoeling dat jij gaat betalen." glimlach ik. Ze kijkt me lief aan maar geeft me toch wat geld. Ik zucht en neem het toch maar aan. Ik zal wel moeten, je kunt nooit voorspellen hoe ze reageert dus kun je maar beter doen wat ze zegt.

Nadat ik Ruben weer thuis heb afgezet loop ik nog even naar Sarah. Als ik binnenloop verteld haar moeder me dat ze niet thuis is. Ik bedank haar en loop door naar Tjez. Mijn beste vriend. "Littlee!" roept hij vrolijk als ik binnenkom lopen. Tja, bij Sarah en Tjez mag ik gewoon naar binnenlopen. "Tjeeerd." lach ik. Dat is zijn echte naam. Boos kijkt hij mij aan. "Je weet dat ik dat niet leuk vind." Jammert hij. "Je weet dat ik Little niet leuk vind." Reageer ik grijnzend. Hij glimlacht smiechtig en komt op me afgestormd. "NOOOOO TJEZZ" gil ik. "Tjeerd laat dat meisje met rust" moppert zijn vader terwijl hij mij een knipoog geeft. Snel geeft hij me een knuffel en fluistert in m'n oor: "Little". Ik prik hem in zijn buik en duw hem van me af. "Wil je wat drinken?" grijnst hij. "Nee." Antwoord ik boos. Zijn grijns wordt alleen maar groter. "Ga je mee naar buiten?" praat ik er maar snel over heen. Hij kijkt me moeilijk aan. "Is het koud buiten?" Ik grijns. "Neeuu.." Lieg ik. "He, bah, het regent." Horen we zijn moeder zeggen vanuit de woonkamer. "Filmpje dan maar?" lacht hij. Ik knik. "Maar dan wel bij mij want ik heb een tv op mijn kamer." Hij knikt en loopt naar zijn jas.
Als we buitenlopen praten we nog over koetjes en kalfjes. Vooral over school. "Ik vind het jammer dat je bent blijven zitten Britt" zegt hij gemeend. "Sorry" antwoord ik spijtig. "Had jij ook maar moeten blijven zitten." grijns ik. Hij lacht zijn tanden bloot. Iets wat mij doet stralen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen