Hoofdstuk 7

De volgende dag wordt Stitch wakker en hij ziet Roodkapje in de armen liggen van Ariël. Hi besluit om op zoek te gaan naar eten. Hij sluit de deur en pakt een zak steentjes mee zodat hij de weg terug naar de blokhut zal vinden. Hij loopt verder en verder het bos in hij vind een paar kippen eieren en hij kon een everzwijn schieten. Raar genoeg was er een klein stokstaartje dat heel kwaad werd toen hij het everzwijn dood deed hij had het over het schenden van de hakuna matata wet. Ach, ja zij hebben nu een lekker ontbijt hij besluit om terug te gaan en de steentjes terug te volgen tot dat hij een mooie appelboom ziet hij besluit om een paar appels te plukken. Na het plukken gaat hij weer door naar het blok hutje op eens kwam er een oud vrouwtje vragen of hij een appel moest hebben hij zei dat hij dat sprookje al kende en dat de dwergen een paar kilometers hiervandaan woonden dus hij toonde haar even de weg. Hij loopt weer verder naar het blokhutje. Hij had het eindelijk bereikt. En hij gaat naar binnen ze slapen nog dus hij begint aan het ontbijt terwijl iedereen opstond door de heerlijke geuren. Was het ontbijt klaar. Terwijl iedereen aan het genieten waren. Zijn Stitch en de hoedenmaker aan het beslissen welke weg te nemen maar ze besluiten dat rapunzel in een ander land moet zijn en dat de hoedenmaker hun konden helpen. Terwijl iedereen hun buikje vol hadden corrigeerde ik en de hoedenmaker dat iedereen zijn spullen moesten pakken. We gaan buiten staan. En zelfs Stitch weet niet wat er gaat gebeuren. De hoedenmaker gooit de hoed in de lucht en hij zegt goede reis en de tornado neemt ons allen mee behalve de hoedenmaker dan. We doen onze ogen open en we zien weer een heldere lucht en boomtoppen maar we hoorden deze keer water stromen en we staan op en we zijn aan een riviertje belandt. Roodkapje zegt ineens “mmm ik ruik brood!” Stitch en Ariël ruiken eens en inderdaad er hangt een geur rond van brood. We volgen onze “speurhond” Roodkapje en we kwamen aan een vredig dorpje terecht.