4. Caspar
Caspar bleef door ratelen en zijn moeder luisterde alleen maar. Ze hoorde al zijn verhalen over dat hij meer wilde van het leven aan, maar de hele tijd bleef ze stil. Uiteindelijk stortte Caspar in, hij kon het niet meer aan. En nog steeds bleef zijn moeder stil, ze aaide hem over zijn hoofd. Eindelijk opende ze haar mond 'Caspar... ' was het eerste wat eruit kwam. 'Als dit echt is wat je wil,' het klonk zo vol verdriet. 'Dan moet je er voor gaan.' Maar toch klonk het ook hoopvol. Hij keek zijn moeder lang aan 'dank je' fluisterde hij uiteindelijk. Caspar en zijn moeder stonden op en gingen naar zijn kamer. 'Als je binnen deze week wilt vertrekken zullen we spullen moeten gaan inpakken' Haar stem was zacht en trillerig. Caspar wist niet hoe hij zich voelde. Hij hoorde blij te zijn, toch? Dit was wat hij wilde, toch? Zijn leven zou beter worden vanaf nu, toch? Charlie was aan komen hupsen en voelde meteen hoe de sfeer was. Hij ging voor Caspar's voeten liggen en begon te kauwen op zijn schoen. Caspar gaf hem een kleine por en hielp zijn moeder met kleren uitzoeken.
Die avond nodigden ze het hele dorp uit voor een feestmaal. Hun eigen jongeman zou een held worden! Caspar's huis was lang niet groot genoeg om al die mensen te herbergen. Iedereen verzamelde zich bij het dorpsplein. De sfeer was warm, maar ergens onder al die gezelligheid voelde Caspar een diepe, koude leegte. Een leegte die je zou verzwelgen als je er in viel. Maar hij hield zich sterk. Dat moest nu, want dit was allemaal voor hem. Ze geloofden dat hij roem en rijkdom naar dit dorp zou brengen. Sommigen gaven hem geschenken, zoals een geborduurd hemd, een bewerkte dolk en een paar leren handschoenen. Toen iedereen aan een lange tafel op het plein zat, aten ze zich helemaal vol. Geroosterde gans, groente pasteitjes, gesmoorde knollen, verse vis, een dikke soep en als toetje een grote taart.
De tijd vloog voorbij en hij sliep die nacht een droomloze slaap. Toen hij wakker werd was het nog vroeg in de ochtend. Zijn moeder maakte hem wakker. 'Je kan het best vroeg vertrekken, dan heb je nog de hele dag om te reizen.' Ze had gelijk wist ze, maar het liefst zou hij op dit moment voor de rest van zijn leven in zijn warme, veilige bed blijven. Maar dat kon nu niet. Alles was al geregeld. Hij zou richting de hoofdstad gaan. Daar viel altijd wel wat te beleven.
Hij kleedde zich aan en keek nog snel even in zijn linnen rugzak. Er zat alles in wat hij voorlopig nodig zou hebben. Kleren, gedroogd eten, een kaart, een dolk en nog meer kleinigheden. Hij was er nu klaar voor.
Reageer (1)
Bam reva, wij gaan deze story groot maken
1 decennium geleden