Hoofdstuk 3: De boete
Samen met z’n vieren liepen we naar de tafel waar we ons in moesten schrijven. `Kijk eens aan wie we daar de familie Brantjes.‘ zei iemand achter ons.
Het was de arrogantste tut die je maar kon tegen komen in de geschiedenis, Mellisa Kaper. Ik draaide mij niet eens om en legde mijn hand op mijn zusje hun schouder en duwde hun verder, zo ver mogelijk van Mellisa.
Toen we bij de tafel kwamen gaven we achter elkaar onze vinger waar in geprikt werd. Samen liepen we het pad op, waarna we door de vredesbewakers in aparte rijen werden gezet.
Op het podium zat de burgemeester en Erik Snowbell, de gene die de lootjes moest trekken. Ik zag mijn zusje die bij elkaar staan, mijn broer staat zelfverzekerd aan de andere kant maar ik kijk doodsbenauwd naar het podium, dit zou zomaar de laatste momenten in district 5 kunnen zijn. Erik Snowbell liep naar de microfoon. ‘Welkom! Fijne hongerspelen en mogen de kansen immers in je voordeel zijn! We beginnen zo met de trekking voor de 24ste hongerspelen maar nu hebben we eerst een film van het Capitool’
We moesten zoals elk jaar weer kijken naar die vreselijke film, dat het onze schuld was dat de oorlog er was geweest en dan wij er nu voor moesten boeten. Toen hij eindelijk af was, zei hij: ‘De tijd is daar om onze tributen te verwelkomen! Zoals altijd Dames voor!’ Hij liep naar de bol voor de meisje. Hij graaide tot dat zijn hand onderop was en pakte het briefje onderop. Hij liep terug naar de microfoon en zei luid en duidelijk ‘Mandy Brantjes!’
Ik was in schok, ik kon het niet geloven, mijn naam was net geroepen! Mijn naam. Ik liep naar het podium toe, mijn kleine zusje huilde, mijn broer keek neergeslagen en mijn 13 jarige zusje keek kalm, mijn beste vriendin was het toppunt, ze was nog net niet aan het schreeuwen maar ze huilde tranen met tuiten. Kimberley bewoog haar lippen heel snel maar ik kon ze lezen. ‘Ik zou nu vrijwillig moeten gaan Mandy! Ik ben er klaar voor! Ik schudde mijn hoofd heel heftig, nee mijn zusje zou absoluut niet in mijn plaats mogen. Ik stond op het podium, het felle licht scheen in mijn gezicht. ‘En nu is het de tijd voor de jongens.’
Erik liep naar de bol toe aan de andere kant, graaide en pakte weer het briefje van onderen. ‘Rojen Boyd!’ NEE!! De jongen die ik nog het meeste haatte, daarmee moest ik de arena in! Ik zag hem stoer en macho naar het podium lopen. Ik wist dat mijn broer dit jaar vrijwillig zou gaan, dus ik schudde weer mijn hoofd, maar deze keer naar hem. ‘Zijn er nog vrijwilliger?’ Vroeg Erik. Ik keek naar mijn broer en zusje, ze stonden met hun mond open maar op het moment dat ze iets wouden zeggen, klonk het volkslied en werden wij naar het gemeentehuis gebracht.
Als eerste kwamen mijn zusje en broer afscheid nemen. Ze stormde tegelijk binnen en zeiden dezelfde dingen tegelijk. ‘Waarom heb je ons niet vrijwillig laten gaan? Dan zou jij nu de arena niet in hoeven te gaan! Wat denk je dat papa en mama nu doormaken?’
‘Ik heb jullie niet vrijwillig laten gaan omdat jullie niet de training hebben gehad die ik wel heb gehad. Ik ga de arena in en ik ga dood als een held! Jullie moeten zorgen voor papa en mama als ik dat niet meer kan!’
De paar minuten die ze kregen waren blijkbaar voorbij want ze werden door een vredesbewaker de deur uit gesleept.
Mijn ouders en mijn jongste zusje in de armen van mijn beste vriendin kwamen binnen. Mijn ouders zeiden niets, mijn zusje gaf mij een ketting met een bliksem in het midden van het rondje die je kan rond draaien. Mijn beste vriendin hing er een 5 aan die in een hartje zat. ‘Zo kan je altijd aan ons denken.’ Met die woorden werden mijn ouders, zusje en beste vriendin de kamer uitgezet en moest ik richting de trein.
Er zijn nog geen reacties.