~ Hoofdstuk 1
‘Ja ja, ik weet het!’ roep ik boos en ik stond op van de eettafel, ik hoefde toch geen toetje. Net Arnaut, als ik weer eens één slimme opmerking maak, begint hij weer over dat ik een nerd ben enzo. Boos loop ik de tuin in en klim ik in de boomhut. Ik plof in een zitzak en kijk eens goed om me heen. De boomhut is niet zo groot, maar toch erg gezellig, er staan allemaal zitzakken in, een groot bureau met allemaal blaadjes met tekeningen en muziek van Roos en mij en een gitaar en keyboard in de hoek. Wij kwamen hier het vaakst. Deze plek deed me denken aan onze ouders. Onze ouders waren op mijn achtste spoorloos verdwenen, en niemand heeft ze ooit teruggevonden. Mijn vader, Richard, een lange man met bruin haar, een klein brilletje en een lachend gezicht, was archeoloog. Hij reisde de hele wereld af. En mijn moeder, Lillianne, ook een lange vrouw, met knalrood haar, blauwe ogen en een lachend gezicht net als mijn vader, was kok, zij ging altijd met mijn vader en zijn clubje mee om voor ze te koken. Beide waren ze erg slim en technisch, ze hielden ook erg van machines en waren ook handig met die dingen. Het was voor het eerst dat ze weggingen na de geboorte van Arnaut en Roos en mij. Mijn oom, Herbert, een mollige man van 45, met een grote snor en een vriendelijk gezicht, en tante, Agnes, een lange vrouw met een streng gezicht, waren in het huis van mijn ouders komen wonen om voor ons te zorgen. Mijn oom mocht ik graag, met hem kon je lachen en hij deed vaak leuke dingen met ons, maar mijn tante. Nee, ik kon niet zeggen dat ik haar mocht. Ze was echt super streng, en niets mocht van haar. Als zij even weg was, en mijn oom was thuis, ploften we met z’n allen op de bank voor de tv met een zak chips. Van mijn tante mocht zoiets nooit. Dat vond ze niet netjes.
‘Michel!’ riep Roos. Ik keek uit het raampje en ik zag dat Roos richting de boomhut liep. Ze wist dat ik hier was, ik zat hier altijd.
Even later zat Roos naast me. ‘Trek je toch niks aan van Arnaut.’ zei ze. Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee laat maar.’ Roos knikte. ‘Oké.’
Even later ging Roos weer weg, haar huiswerk maken ofzoiets. Ik ging achter het keyboard zitten en zette het aan. Ik sloeg wat noten aan en op een gegeven moment had ik een soort van liedje gemaakt. Ik stootte per ongeluk nogal hard met mijn knie tegen de piano. ‘Au, godver.’ zei ik. Mijn muziekbladen waren op de grond gevallen. Ik bukte ze om ze op te pakken. Toen ze weer netjes op de piano lagen bedacht ik me dat mijn knie eigenlijk nooit tegen de piano stootte, waarom nu dan wel. Ik bukte nog eens en zag dat er iets uitstak. Wat raar dat me dat nog nooit was opgevallen. Toen ik er een goed naar keek zag ik dat het een soort spijkertje was, die erg los zat. Ik trok eraan en er ging een luikje open. Daar zat een klein blauw knopje. Oké, al helemaal vreemd dat me dát nog nooit is opgevallen zeg. Ik drukte voorzichtig op het knopje. Ineens hoorde ik gekraak achter me. Ik stond op en keek achterom. Wat ik zag deed me een beetje schrikken. Er bleek een groot luik in de vloer te zitten. Wat raar dat we dat ook nooit hadden opgemerkt. Was het eerste wat ik dacht. Ik liep wat dichter naar het luik toe. Wacht eens even. Dit keyboard was van mijn moeder geweest! Het stond hier dus al een hele tijd. Misschien wist mijn moeder van het luik. Misschien had zij dit gemaakt of mijn vader natuurlijk! Ik keek in het gat. Het was erg donker, ik kon nog net een trap onderscheiden. Ik pakte de zaklamp die aan een haakje naast de deur van de boomhut hing. Ik was eigenlijk niet echt dapper, maar wel nieuwsgierig. Ik scheen met de zaklamp het gat in. Nu zag ik een erg lange trap, met daarbeneden een lange gang. Hoe hebben ze dat nou weer voor elkaar gekregen in een boom, schoot het door mijn hoofd. Maar daar zou ik toch geen antwoord op krijgen. Ik stak voorzichtig één been over de rand en zette hem op de trap. Die kraakte voor mijn gevoel heel hard. Ik keek even naar buiten en verdween toen naar beneden. Voorzichtig deed ik het luik dicht. Ik scheen met mijn zaklamp in het rond. De trap was van hout en hij kraakte erg. De “muren”, als je het zo kon noemen, waren van hout. Maar dat was te verwachten in een boom. Hoewel het een grote boom was, was de ruimte toch erg klein.
Voorzichtig klom ik, stap voor stap oppassend dat ik niet teveel geluid maakte, naar beneden. Nu stond ik in een soort gang, met “muren” die van aarde gemaakt waren, het leek wel alsof ik onder de grond was ofzo. Ik liep verder en ineens zag ik een lichtje. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een soort beeldscherm in de muur was. Ik liep er voorzichtig naartoe en bekeek het een goed. Het leek op een soort Ipad. Het was ongeveer even groot als een computerbeeldscherm, maar het was waarschijnlijk touch-screen. Het scherm was nu blauw. Ik raakte het voorzichtig aan met mijn vinger. ‘Hallo Michel.’ stond er op het beeldscherm.
Zo, het eerste stukje... Ik hoop dat jullie -voor de mensen die dit lezen - het leuk vonden. Moet ik dan nog gaan bedelen om een reactie over wat jullie ervan vonden of nemen jullie zelf het initiatief?
Xxx
Reageer (1)
Lijkt me echt leuk! Snel verder! x
1 decennium geleden