016 Jake Conner
Jake Conner
'Wat in godsnaam is er aan de hand?' riep Grace kwaad. Ik schudde onwetend mijn hoofd en onderdrukte de neiging om niet bezorgd achter Nevaeh aan te lopen.
'Nou ik blijf hier niet staan terwijl die elf achter Joshua aangaat.' gromde Tyler, en zonder op een antwoord te wachten schoot hij achter Nevaeh aan.
Ik gooide mijn armen gefrustreerd de lucht in en maakte een wanhopig geluidje. Matthew keek me zuchtend, maar vragend aan.
'Laten we maar gaan kijken.' mompelde ik met tegenzin. Er klonk een instemmend geluid door de groep.
Het moeras werkte me op mijn zenuwen, het was er klam, donker en dichtbegroeid. Nevaeh leek te weten waar ze haar voeten moest neerzetten (of dat kwam gewoon omdat ze zo elegant en sierlijk bewoog) maar de rest zakte telkens weg of kwam terecht in het water.
Plotseling klonk er een gil. Een hoge, schrille gil die door merg en been ging. Mijn nekharen vlogen recht overeind en zonder na te denken begon ik te rennen.
'Nevaeh!' Matthew's stem klonk hard en bezorgd achter me.
'Hier!' dat was Tyler en hij was heel bang. 'Matthew, hier zijn we!'
'Naar rechts Jake!' hijgde Olivia achter me. Ik besefde dat ze gelijk had en sprong zonder moeite over het water naar een nieuw stuk land. Mijn voeten bewogen te snel om weg te zakken in de zachte aarde.
Ik sloeg met geweld een laag hangende tak opzij maar bleef onmiddellijk staan toen mijn ogen Nevaeh vonden. Ik voelde amper dat Olivia tegen mijn rug op knalde.
Nevaeh had een meisje vast. Een meisje met een diepe snee in haar hals, veroorzaakt door de dolk in de handen van het elfenmeisje dat ik pas had leren kennen. Het elfenmeisje dat plotseling was veranderd in een moordenaar.
'Zeemeermin.' fluisterde iemand. Ik schrok maar zag wat diegene bedoelde.
Neveah liet het meisje als een lappenpop op de grond vallen, haar lange, donkere haren vielen als een gordijn voor haar porseleinen gezichtje maar mijn ogen waren enkel en alleen gericht op de helderblauwe staart die haar benen verving. Mijn adem schokte.
En daar waren de stemmen waar Sarah het over had gehad. De zangerige klanken die Joshua hier heen hadden geleid. Die mijn hoofd helemaal gek maakten en doordrongen tot helemaal in mijn ledematen.
Hoge, prachtige geluiden zorgen ervoor dat ik in beweging kwam. Ik had mijn lichaam niet meer onder controle maar had ook niet het gevoel dat ik ertegen moest vechten, ik liet de stemmen hun gang gaan en stond al tot mijn knieën in het water.
'Jake! Wat doe je?' schreeuwde Olivia. Ik hoorde ergens ver achterin mijn hoofd een zwaar gesis, het was bedoeld tegen Olivia.
'Matthew pas op!' Grace schreeuwde nu ook.
Ik werd met ruwe bewegingen terug getrokken. De sterke handen van Daniel en George sleepten me terug het land op. De stemmen bleven zingen en ik bleef tegenstribbelen.
Ik kreunde toen er een brandende, snijdende pijn door mijn hals schoot. Het gezang werd minder maar de pijn erger. Het voelde alsof iemand een brandende tekening in mijn nek aan het maken was.
Het brandgevoel nam af totdat ik niets meer voelde. Mijn hoofd was helder en de stemmen waren verdwenen. Ik tastte naar mijn hals. De tekening voelde als een dik litteken.
'Sorry Jake, die hou je voor altijd.' fluisterde Nevaeh. Verward staarde ik naar haar volmaakte gezicht.
'We hebben Matthew!' ik herkende de zware stem van George.
Nevaeh schoot weg en ik stond vlug op om haar te volgen.
'Jake hou hem vast.' mompelde Daniel. De 30 jarige man had duidelijk moeite met Matthew's tegenstribbelende lichaam.
Ik greep Matthew zo stevig vast dat hij geen kant op kan. De blik in zijn lichte ogen stond dof, alsof hij op een andere plek was. Een plek met zingende stemmen.
'Wat is dit?' vroeg in onrustig.
'Zeemeerminnen. We hebben geluk, dit zijn nog jonkies. Maar hun stemmen zijn krachtig genoeg om jullie te lokken. Ik heb er al 3 vermoord. Blijf uit het water.' antwoordde Nevaeh kortaf.
Ik dacht aan het feit dat ik gelijk had gehad over het feit dat Nevaeh deed alsof ze zwak was.
'Wat heb je met mijn hals gedaan?' vroeg ik door.
'Elfenpoeder, het zorgt ervoor dat je de stemmen niet meer hoort. Kijk maar.' Nevaeh hield haar vingers omhoog om het me te laten zien. Haar handen waren besmeerd met wit, glinsterend spul.
Ze greep Matthew arm vast met haar schone hand en begon met haar wijsvinger aan een tekening, zodra het elfenpoeder in contract kwam met de huid leek het alsof het deze letterlijk wegbrandde. Nevaeh's slanke vingers waren heel vlug en voordat ik met mijn ogen kon knipperen was de tekening af. Twee kleine vleugels die op Matthew bovenarm achterbleven als een duidelijk, spierwit litteken.
'Heb ik die in mijn hals?' vroeg ik verbluft.
Nevaeh knikte. 'Joshua op zijn hand en Tyler ook op zijn arm.'
'Waarom horen wij alleen die stemmen?' vroeg Matthew, die plotseling weer helder uit zijn ogen keek.
'Deze zeemeerminnen zijn nog jong, hun klanken zijn te zwak om invloed te hebben op George of Daniel. En hun demonengezang werkt niet op vrouwen.' Nevaeh's stem klonk bitter.
'Hoeveel zijn er nog?' vroeg ik.
'Nog een stuk of drie denk ik. Misschien blijven ze onder het water, maar ze kunnen hoog springen en zijn vreselijk snel. Als ze je hebben kan ik je niet meer redden.'
'Goed.' mompelde ik plotseling vastberaden. 'Iedereen laag blijven. Nevaeh, heb je nog meer wapens?'
Ze gaf mij en Matthew beiden iets dat op een houten staaf leek. Alleen het uiteindelijk was vlijmscherp en heel dodelijk.
Het verbaasde me hoe snel ik over de schrik heen was of misschien was ik wel niet meer van mijn stuk te brengen. Het was logisch dat er ook zeemeerminnen bestonden als er elfen waren.
'Snij hun hals door of boor het mes in het hoofd. Ze genezen snel dus andere plekken werken niet.' fluisterde Nevaeh naar Matthew en mij. We knikten beiden.
'Matthew voorop, Nevaeh in het midden. Ik blijf achter.' zei ik.
We begonnen te lopen, de hele groep was op hun hoede. Mijn ogen schoten onrustig langs het water en ik had telkens het idee dat ik iets zag bewegen.
Ik moest als laatste nog over een klein stukje water springen maar kreeg daar de kans niet voor. De eerste zeemeermin die ik had gezien had hulpeloos geleken in de armen van Nevaeh, maar dat was waarschijnlijk gewoon omdat ze dood was. Want deze zeemeermin was messcherp.
Ze kwam omhoog uit het donkere water en greep met een enorme snelheid naar mijn enkel. Ik verloor mijn evenwicht en kwam met een klap terecht in het water.
Ze was beeldschoon. Haar gezicht was prachtig, met hoge jukbeenderen, volle lippen en lange zwarte wimpers die haar diep groene ogen omlijsten. Haar krullende rode haar was nat door het water maar werd omhoog geblazen door de wind. Ik ving een glimp op van haar blauwe staart.
Voor een moment leek ik betoverd totdat ik haar werkelijke gelaatstrekken zag. Jong, vals, scherp en hongerig. Vooral hongerig.
Zonder na te denken haalde ik uit en stompte haar recht in haar gezicht. Ze dook gillend onder water maar verscheen vrijwel onmiddellijk weer achter me. Ze begon te sissen, waardoor haar tanden ontbloot werden. Het deed me denken aan een valse hond.
Sommige tanden waren onmenselijk scherp en zorgden ervoor dat ik als een gek richting de kant zwom. Ik wist zeker dat die tanden in staat waren om al het vlees van mijn lichaam te scheuren.
Mijn vingers vlochten zich in de vochtige aarde en ik trok mezelf zo snel mogelijk omhoog. Twee slanke, sterke handen grepen opnieuw naar mijn enkel en trokken me terug.
'Jake!' schreeuwde Matthew.
'Blijf daar.' zei ik zo hard mogelijk.
Ik trapte op de gok naar achteren en werd beloond met een gesmoorde gil van de zeemeermin. Ik wist niet wat ik geraakt had maar hoopte dat het haar hoofd was.
Ik rukte me los en klom terug het land op. De zeemeermin kwam omhoog uit het water maar dit keer was ik voorbereid. Ik bleef recht in haar bezeten ogen kijken en boorde het mes dwars door haar hals.
'Nou ik blijf hier niet staan terwijl die elf achter Joshua aangaat.' gromde Tyler, en zonder op een antwoord te wachten schoot hij achter Nevaeh aan.
Ik gooide mijn armen gefrustreerd de lucht in en maakte een wanhopig geluidje. Matthew keek me zuchtend, maar vragend aan.
'Laten we maar gaan kijken.' mompelde ik met tegenzin. Er klonk een instemmend geluid door de groep.
Het moeras werkte me op mijn zenuwen, het was er klam, donker en dichtbegroeid. Nevaeh leek te weten waar ze haar voeten moest neerzetten (of dat kwam gewoon omdat ze zo elegant en sierlijk bewoog) maar de rest zakte telkens weg of kwam terecht in het water.
Plotseling klonk er een gil. Een hoge, schrille gil die door merg en been ging. Mijn nekharen vlogen recht overeind en zonder na te denken begon ik te rennen.
'Nevaeh!' Matthew's stem klonk hard en bezorgd achter me.
'Hier!' dat was Tyler en hij was heel bang. 'Matthew, hier zijn we!'
'Naar rechts Jake!' hijgde Olivia achter me. Ik besefde dat ze gelijk had en sprong zonder moeite over het water naar een nieuw stuk land. Mijn voeten bewogen te snel om weg te zakken in de zachte aarde.
Ik sloeg met geweld een laag hangende tak opzij maar bleef onmiddellijk staan toen mijn ogen Nevaeh vonden. Ik voelde amper dat Olivia tegen mijn rug op knalde.
Nevaeh had een meisje vast. Een meisje met een diepe snee in haar hals, veroorzaakt door de dolk in de handen van het elfenmeisje dat ik pas had leren kennen. Het elfenmeisje dat plotseling was veranderd in een moordenaar.
'Zeemeermin.' fluisterde iemand. Ik schrok maar zag wat diegene bedoelde.
Neveah liet het meisje als een lappenpop op de grond vallen, haar lange, donkere haren vielen als een gordijn voor haar porseleinen gezichtje maar mijn ogen waren enkel en alleen gericht op de helderblauwe staart die haar benen verving. Mijn adem schokte.
En daar waren de stemmen waar Sarah het over had gehad. De zangerige klanken die Joshua hier heen hadden geleid. Die mijn hoofd helemaal gek maakten en doordrongen tot helemaal in mijn ledematen.
Hoge, prachtige geluiden zorgen ervoor dat ik in beweging kwam. Ik had mijn lichaam niet meer onder controle maar had ook niet het gevoel dat ik ertegen moest vechten, ik liet de stemmen hun gang gaan en stond al tot mijn knieën in het water.
'Jake! Wat doe je?' schreeuwde Olivia. Ik hoorde ergens ver achterin mijn hoofd een zwaar gesis, het was bedoeld tegen Olivia.
'Matthew pas op!' Grace schreeuwde nu ook.
Ik werd met ruwe bewegingen terug getrokken. De sterke handen van Daniel en George sleepten me terug het land op. De stemmen bleven zingen en ik bleef tegenstribbelen.
Ik kreunde toen er een brandende, snijdende pijn door mijn hals schoot. Het gezang werd minder maar de pijn erger. Het voelde alsof iemand een brandende tekening in mijn nek aan het maken was.
Het brandgevoel nam af totdat ik niets meer voelde. Mijn hoofd was helder en de stemmen waren verdwenen. Ik tastte naar mijn hals. De tekening voelde als een dik litteken.
'Sorry Jake, die hou je voor altijd.' fluisterde Nevaeh. Verward staarde ik naar haar volmaakte gezicht.
'We hebben Matthew!' ik herkende de zware stem van George.
Nevaeh schoot weg en ik stond vlug op om haar te volgen.
'Jake hou hem vast.' mompelde Daniel. De 30 jarige man had duidelijk moeite met Matthew's tegenstribbelende lichaam.
Ik greep Matthew zo stevig vast dat hij geen kant op kan. De blik in zijn lichte ogen stond dof, alsof hij op een andere plek was. Een plek met zingende stemmen.
'Wat is dit?' vroeg in onrustig.
'Zeemeerminnen. We hebben geluk, dit zijn nog jonkies. Maar hun stemmen zijn krachtig genoeg om jullie te lokken. Ik heb er al 3 vermoord. Blijf uit het water.' antwoordde Nevaeh kortaf.
Ik dacht aan het feit dat ik gelijk had gehad over het feit dat Nevaeh deed alsof ze zwak was.
'Wat heb je met mijn hals gedaan?' vroeg ik door.
'Elfenpoeder, het zorgt ervoor dat je de stemmen niet meer hoort. Kijk maar.' Nevaeh hield haar vingers omhoog om het me te laten zien. Haar handen waren besmeerd met wit, glinsterend spul.
Ze greep Matthew arm vast met haar schone hand en begon met haar wijsvinger aan een tekening, zodra het elfenpoeder in contract kwam met de huid leek het alsof het deze letterlijk wegbrandde. Nevaeh's slanke vingers waren heel vlug en voordat ik met mijn ogen kon knipperen was de tekening af. Twee kleine vleugels die op Matthew bovenarm achterbleven als een duidelijk, spierwit litteken.
'Heb ik die in mijn hals?' vroeg ik verbluft.
Nevaeh knikte. 'Joshua op zijn hand en Tyler ook op zijn arm.'
'Waarom horen wij alleen die stemmen?' vroeg Matthew, die plotseling weer helder uit zijn ogen keek.
'Deze zeemeerminnen zijn nog jong, hun klanken zijn te zwak om invloed te hebben op George of Daniel. En hun demonengezang werkt niet op vrouwen.' Nevaeh's stem klonk bitter.
'Hoeveel zijn er nog?' vroeg ik.
'Nog een stuk of drie denk ik. Misschien blijven ze onder het water, maar ze kunnen hoog springen en zijn vreselijk snel. Als ze je hebben kan ik je niet meer redden.'
'Goed.' mompelde ik plotseling vastberaden. 'Iedereen laag blijven. Nevaeh, heb je nog meer wapens?'
Ze gaf mij en Matthew beiden iets dat op een houten staaf leek. Alleen het uiteindelijk was vlijmscherp en heel dodelijk.
Het verbaasde me hoe snel ik over de schrik heen was of misschien was ik wel niet meer van mijn stuk te brengen. Het was logisch dat er ook zeemeerminnen bestonden als er elfen waren.
'Snij hun hals door of boor het mes in het hoofd. Ze genezen snel dus andere plekken werken niet.' fluisterde Nevaeh naar Matthew en mij. We knikten beiden.
'Matthew voorop, Nevaeh in het midden. Ik blijf achter.' zei ik.
We begonnen te lopen, de hele groep was op hun hoede. Mijn ogen schoten onrustig langs het water en ik had telkens het idee dat ik iets zag bewegen.
Ik moest als laatste nog over een klein stukje water springen maar kreeg daar de kans niet voor. De eerste zeemeermin die ik had gezien had hulpeloos geleken in de armen van Nevaeh, maar dat was waarschijnlijk gewoon omdat ze dood was. Want deze zeemeermin was messcherp.
Ze kwam omhoog uit het donkere water en greep met een enorme snelheid naar mijn enkel. Ik verloor mijn evenwicht en kwam met een klap terecht in het water.
Ze was beeldschoon. Haar gezicht was prachtig, met hoge jukbeenderen, volle lippen en lange zwarte wimpers die haar diep groene ogen omlijsten. Haar krullende rode haar was nat door het water maar werd omhoog geblazen door de wind. Ik ving een glimp op van haar blauwe staart.
Voor een moment leek ik betoverd totdat ik haar werkelijke gelaatstrekken zag. Jong, vals, scherp en hongerig. Vooral hongerig.
Zonder na te denken haalde ik uit en stompte haar recht in haar gezicht. Ze dook gillend onder water maar verscheen vrijwel onmiddellijk weer achter me. Ze begon te sissen, waardoor haar tanden ontbloot werden. Het deed me denken aan een valse hond.
Sommige tanden waren onmenselijk scherp en zorgden ervoor dat ik als een gek richting de kant zwom. Ik wist zeker dat die tanden in staat waren om al het vlees van mijn lichaam te scheuren.
Mijn vingers vlochten zich in de vochtige aarde en ik trok mezelf zo snel mogelijk omhoog. Twee slanke, sterke handen grepen opnieuw naar mijn enkel en trokken me terug.
'Jake!' schreeuwde Matthew.
'Blijf daar.' zei ik zo hard mogelijk.
Ik trapte op de gok naar achteren en werd beloond met een gesmoorde gil van de zeemeermin. Ik wist niet wat ik geraakt had maar hoopte dat het haar hoofd was.
Ik rukte me los en klom terug het land op. De zeemeermin kwam omhoog uit het water maar dit keer was ik voorbereid. Ik bleef recht in haar bezeten ogen kijken en boorde het mes dwars door haar hals.
Er zijn nog geen reacties.