Chapter 17
We komen aan bij zijn huis. Hij parkeert de auto, en we stappen uit. We lopen samen naar boven. Ik wil naar zijn kamer lopen, maar hij houdt me tegen. 'Niet zo snel, schatje. Tijd voor een warme douche.' Hij begeleidt me naar de badkamer. Hij sluit de deur achter zich. We kussen elkaar. 'Douche of badkuip?' vraag ik hem. 'Hm...Badkuip. Absoluut!' Hij trekt zijn shirt uit, ik doe hetzelfde. Zijn handen glijden over mijn borsten. 'Wil je me?' vraag ik hem. 'Voelt het goed?' Hij kust me weer. 'Heerlijk, schatje. Draai je om.' 'Ik doe niet aan...die manier.' Hij grinnikt. 'Maak je geen zorgen, dat doe ik je niet aan.' Ik draai me om. Hij maakt mijn beha los. Ik laat hem van mijn schouders glijden, en draai me om. Hij maakt zijn broek los, en laat hem naar beneden zakken. Zijn shorts volgen niet veel later. Ik laat langzaam mijn broek zakken. Zo staan we tegenover elkaar. 'Kom, jij gaat het bad in.' Hij tilt me op, en stapt voorzichtig in de badkuip. Ik lig tegen hem aan. Hij opent de kraan, en het warme water begint te stromen. Ik zucht, en leun tegen hem aan. Zijn handen glijden over mijn lichaam heen. Heel langzaam glijdt hij bij me naar binnen. Oh god, hij vingert me. Ik trek mijn benen op. Ik sluit mijn ogen. Af en toe versnelt hij even, en dan kalmeert hij weer. 'Joe...De kraan. Dadelijk stroomt het bad over.' Hij draait de kraan dicht, en gaat weer verder. 'En Haley? Vind je het wat? Moet ik versnellen?' 'Ja...' Hij grinnikt zachtjes. 'Wil je dat, Haley?' 'Ik wil jou.' Hij trekt zijn hand terug, en ik draai me om. 'Ik wil je voelen, Joe.' Hij grinnikt. 'Spreid je benen maar, schoonheid. Dan kijk ik wat ik voor je kan doen.' Hij tilt me op, en laat me weer zakken. Hij glijdt zo bij me naar binnen. Ik voel de rillingen over mijn rug lopen. Ik kantel mijn heupen, en wieg op en neer. Hij beweegt mee, en hijgt zachtjes. 'Vind je het wat? Wil je meer?' Ik knik. 'Ja..Nee, wacht!' Ik trek me terug. Verbaasd kijkt hij me aan. 'Wat is er mis?' vraagt hij. 'Ik wil niet eindigen als Bella. Heb je een condoom?' 'Oh ja! Strak plan. Wacht maar even. Ik heb er nog een in mijn tas zitten.' 'Voor als je in de auto of zo wilde naaien?' merk ik schamper op. Hij grinnikt. 'Niet eens aan gedacht, lekker ding.' Ik ben zo terug.'
We liggen nog na te kreunen in bed. 'Haley, dat was geil!' Ik knik. 'Ja, nogal. Hoelang zijn we bezig geweest?' Hij kijkt op zijn wekker. 'Eh, toch anderhalf uur. Dat is netjes.' Ik draai me om, en kruip naar hem toe. 'Joe?' Hij kijkt me aan. 'Ja, schatje.' 'Ik houd van je. En ik hoop van harte, dat als je botkanker hebt, je snel weer geneest. Ik wil je niet kwijt. Je bent misschien niet mijn eerste vriendje, maar je bent wel degene, die het meeste voor me betekent.' 'Haley, dat is lief van je.' Hij kust me. 'Maak je over mij geen zorgen. Ik overleef het wel. Zorg, als ik eenmaal in het ziekenhuis ben, goed voor jezelf. Ik zie je niet graag, als je verdrietig bent. Als alle hoop voor mij verloren is, wil ik dat je doorgaat met je leven. Je mag gerust verdrietig zijn. Maar er is nog zoveel om voor te leven. En ik wil niet, dat je dat door mij mist. Vergeet niet te leven, Haley. Dat gaat gewoon door.' Ik kijk hem geschokt aan. 'Joseph! Zoiets moet je niet zeggen! Je gaat niet dood.' 'Haley, ze weten nog niet precies de stand van zaken. Dat knobbeltje zat er al meer als een jaar. En ik heb nog een paar knobbeltjes op mijn rug ontdekt. Misschien is dat hetzelfde. Haley, we moeten realistisch blijven. Ik vind het ook niks, maar misschien is het al te laat.' Ik ga weer liggen. Dat is minder. Ik ben bang. Ik wil hem niet kwijtraken. Hij betekent alles voor me. Ik weet niet wat ik zonder hem zou moeten. Ik leg mijn hoofd op zijn borst. Hij ademt nog. Wat vreemd, eigenlijk, dat zoiets kleins nu zoveel voor me betekent. Het lijkt ook zo onwerkelijk. Misschien is het inderdaad al te laat. Nee, dat moet ik niet denken. Hij kan nog altijd gered worden! Ik moet blijven geloven, voor hem. 'Haley? Slaap je?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.' 'Maak je nou maar geen zorgen. Ik beloof je dat het goed komt. Mij krijgen ze niet klein.' 'Dat weet ik, Joe. Ik weet dat je een vechter bent. Ik weet dat je niet zomaar opgeeft. Maar het is gewoon zo onwerkelijk. Heb je, buiten die knobbeltjes, nooit iets gemerkt?' Hij schudt zijn hoofd. 'Nee. Van kanker zelf merk je niet veel. Maar van de chemo wel. En daar zie ik tegenop. Maar aan de andere kant, heb ik ook niet veel keus. Ik moet wel, wil ik een kans hebben om beter te worden.' 'Hoe voel je je nu?' 'Ik voel me nu goed. Nerveus, dat wel. Maar lichamelijk voel ik me prima. Die knobbeltjes doen ook geen pijn. Het zal dus vooral de chemo worden, want dat is pas hevige rotzooi.' 'Ben je niet bang, dat je je haar gaat verliezen?' 'Daar maak ik me eigenlijk het minste druk om. Ik draag gewoon een pet of zo. En misschien staat een kaal hoofd wel stoer. Het zal 's morgens wel een hoop tijd schelen.' Ik grinnik, en kus hem. 'Gelukkig kun je nog lachen.' Ik zucht. 'Ja, nu nog wel.'
Er zijn nog geen reacties.