Geen schelle, drukke stemmen meer. Geen geschaterlach van kinderen. Geen geronk of getoeter van auto's. Helemaal niets.
Alleen mijn eigen regelmatige ademhaling en het zachte gesnurk van mijn ouders. Een deken van stilte is over de straten van Melluna gedaald, heeft het gehuld in een ondoordringbare, verstikkende duisternis. Mooi zo.
Klaarwakker kijk ik naar mijn wekker. Bijna middernacht. Geluidloos laat ik het deken van me af glijden, kruip uit mijn bed en trippel naar het raam. Zachtjes schuif ik de purperen gordijnen opzij en staar naar de verlaten straten. Glimlachend draai ik me om naar mijn garderobe en doe het zwart, nauwsluitend jurkje aan dat ik eerder die dag had klaargelegd. Het korte jurkje laat mijn slanke benen beeldig uitkomen en het zwart vormt een sterk contrast met mijn helderblauwe ogen en bleke huid. Zo min mogelijk geluid makend, laat ik mijn voeten in glitter pumps glijden en breng wat lipgloss en mascara aan. Snel zoek ik een gepast handtasje waar ik mijn gsm, portefeuille, kam en een aantal make-up spulletje in leg. Mijn ravenzwarte haar laat ik als een duistere waterval over mijn rug golven. Het geheel ziet er best sexy en een tikkeltje stoer uit. Perfect voor een exclusief feestje in de reünes van het oude kasteel waar vroeger gravin Mellu woonde. Vluchtig check ik nog een laatste keer mijn make-up en outfit voor ik mijn slaapkamer achter me laat en voorzichtig de trap af sluip. Muisstil gris ik de sleutels van het houten, antieke ladekastje aan de voet van de trap en open zachtjes de voordeur.

Zonder nog achterom te kijken loop ik haastig het grindweggetje af naar de stille, verlaten straat en verder naar het bos waar hét feest van het jaar zal plaatsvinden. Heel strikt volg ik precies de weg die me een uur eerder was aangegeven via een sms'je. Typisch aan de eliteschoolfeestjes is dat ze echt wel héél exclusief en erg last minute zijn.
De straten en huizen verdwijnen en maken plaats voor woeste bomen en planten. De straatverlichting dooft en wordt vervangen door een stralende, volle maan die de wereld in een spookachtige gloed hult. In de verte tussen de bomen zweer ik zachte, twinkelende lichtjes te ontwaren. Fluisterende stemmen in de wind dringen mijn hoofd binnen. Twijfelend knijp ik mijn ogen tot spleetjes en spits mijn oren. Steeds duidelijker begin ik de fonkelende lichtjes te zien en ontdek ik dat het gefluister in de wind lachende stemmen en muzische klanken zijn. Glimlachend laat ik een hand door mijn haar glijden wanneer ik de open plek waar vroeger een prachtig, klein kasteeltje stond binnendring. Meteen wordt ik overweldigd door de drukke stemmen, de luide muziek, de duidelijk in de lucht hangende geur van drank en parfum, de stralende kaarsen, overal op de ruïnes uitgespreid en de lampionnen die zorgvuldig in bomen zijn opgehangen. Verwonderd over hoe prachtig ze deze anders verlaten open plek zo adembenemend hebben kunnen maken, baan ik me een weg door de dansende feestgangers.
"Ha, daar ben je dan eindelijk. Ik begon al bijna te denken dat je men berichtje niet ontvangen had," hoor ik een geamuseerde stem achter me.
Met een ruk draai ik me om en kijk recht in de stralende blauwe ogen van Jason, een uiterst populaire en aantrekkelijke jongen.
"Hai, Jason."
Nog steeds staart hij me aan met die stralende lach van hem, zo dichtbij dat ik zijn koele ademhaling zachtjes op mijn gezicht voel en zijn subtiele deodorant geur ruik.
Opgelaten maak ik een weids gebaar rondom me: "Mooi gedaan heb je dat weer." Grijnzend en een tikkeltje verward went hij zijn blik van me af.
"Tja, ik organiseer niet voor niets alle elitefeestjes."
Weer tovert hij zijn stralende lach tevoorschijn, alleen zoals hij dat kan.
"Drankje?"
Voor ik ook maar kan knikken houdt hij me al een glinsterend glas champagne voor dat ik maar al te graag aanneem.
"Mmm, heerlijk. Hoe heb je je dit dure spul toch kunnen veroorloven?" vroeg ik verwonderd terwijl ik van de heerlijk, bruisende vloeistof in het glas nip.
"Ik heb zo mijn connecties," antwoordt Jason geheimzinnig.
"Maar euh, zullen we gaan dansen? Ik bedoel iedereen danst en..."
"Graag," onderbreek ik hem.
Glimlachend neem ik hem bij de arm en samen lopen we de door kaarsen afgebakende dansvloer op. Omhelsd door zijn sterke armen beginnen we te slowen op een betoverend, traag liedje. De wereld lijkt stil te staan Langzaam sterven de laatste klanken van het liedje weg en maken plaats voor een techno nummer. Als bevroren in de tijd blijven we elkaar stevig vasthouden, onze neuzen en voorhoofden elkaar rakend. Bewonderend staar ik in zijn prachtige blauwe ogen. Onze lippen bewegen zich langzaam en tegelijkertijd gretig naar elkaar toe en zachtjes drukt hij de zijne op de mijne, wat een aantal starende blikken en opgewonden gefluister oplevert van de dichtstbijzijnde personen rondom ons. Na enkele adembenemende seconden laten we elkaar een tikkeltje buitenadem met tegenzin los. Een tijdje blijven we elkaar zwijgend aankijken.
"Hé, daar heb je Lisa en Congor," vermeldt Jason opgelaten om de ongemakkelijke stilte te onderbreken.
"Euh, ik zou... nu ja, ik ben de organisator van dit feestje en..."
"Ga maar, hoor," stel ik hem glimlachend gerust terwijl ik een eenzame jongen opmerk die me met een intense blik aanstaart aan de rand van de open plek.
"Zie ik je straks weer, Sel?"
"Ja, tuurlijk," antwoord ik afwezig terwijl ik me omdraai en een weg baan tussen de dansende feestgangers.
Wanneer ik aan de duistere rand van bomen aankom, tref ik de jongen die me op een vreemde manier wel aantrekt iets verder, leunend tegen een oeroude boom. Grijnzend gebaart hij naar me dat ik hem moet volgen. Hoewel ik weet dat ik het hem beter niet kan achterna gaan, dwaal ik toch dieper het spookachtige bos in. Steeds verder van de luide muziek, het drukke gepraat, de schitterende lichtjes en vooral van de andere feestgangers. Een tijdje dwaal ik de in schaduwen gehulde jongen achterna tot hij in een plotse windvlaag verdwijnt. Helemaal alleen achtergelaten in het duistere bos ga ik verward op een grote met zacht mos begroeide boomstronk zitten. Nauwkeurig neem ik mijn omgeving in me op. Ver achter me kan ik nog net een aantal twinkelende lichtjes onderscheiden, voor de rest is alles donker, spookachtig en onbetrouwbaar op de vage contouren van bomen na. Versuft laat ik mijn gezicht in mijn handen vallen. Waarom was ik in godsnaam van het feest, van al mijn vrienden en bovenal van Jason weggelopen? Geknisper vlakbij trekt mijn aandacht en bliksemsnel til ik mijn hoofd op. Daar badend in het maanlicht loopt de mysterieuze jongen gracieus naar me toe. Verstart door plotse angst staar ik hem aan. Hij heeft donker, warrig haar met zilveren schichten, prachtige smaragdgroene ogen en een bleke, haast oplichtende huid. Als betoverd sta ik op en aarzelend doe ik een stap naar hem toe. En nog één. Tevergeefs probeer ik weerstand te bieden tegen de krachtige, duidelijk aanwezige aantrekkingskracht. Al schreeuwt mijn hele wezen dat ik zo snel mogelijk moet teruggaan naar de open plek, toch overbrug ik de overige geringe afstand tussen ons. Een plotse aandrang om zijn oplichtende huid onder de mijne de voelen overspoelt me en voor ik het weet laat ik een hand over zijn koele wang glijden. Een warme glimlach begint zich over mijn lippen te verspreiden terwijl ik hem diep in de ogen kijk. Smachtend staar ik naar zijn prachtige, volle lippen. Een beetje dichter beweeg ik me naar hem toe zodat onze bovenlichamen elkaar zachtjes raken. Voor ik verder ook maar iets kan doen, laat hij zijn armen om mijn heupen glijden en tilt hij me lichtjes op. Krachtig drukt hij zijn ijskoude lippen op de mijne. Verschrikt probeer ik me los te wurmen.
Plots overstroomt die alles overheersende, bovennatuurlijke aantrekkingskracht me weer en dringen verstikkende stemmen mijn bewustzijn binnen: "Het is oké, alles is goed. Dit hoort zo. Geef maar toe dat je dit stiekem allemaal best spannend en opwindend vindt. Ontken maar niet dat je het heerlijk vindt om door dit lekkere stuk gezoend te worden. Laat je gaan. Geef toe aan je verlangens."
Gedwongen door diezelfde stemmen begin ik me te ontspannen en een gelukzalige gevoel overspoelt mijn hele lichaam. Wanneer ik tussen het passionele zoenen opnieuw opkijk naar de jongen zie ik hoe zijn oren puntiger worden dan die van de doorsnee mens, hoe zijn gelaatstrekken nog scherper worden, hoe zijn huid meer begint te stralen dan ik ooit voor mogelijk had gehouden en hoe schitterende, flinterdunne vleugels zich uit zijn rug ontpoppen.
"Je bent prachtig. Haast onmenselijk mooi. Hoe?" mompel ik tussen het kussen door.
"Wat denk je zelf?" mompelt hij terug.
"Ga me nu niet vertellen dat je één of ander magisch wezen bent," lach ik sarcastisch.
Zachtjes laat hij een hand onder de zoom van mijn jurkje glijden en liefkozend streelt hij mijn dij.
"Maar dat is nu juist precies wat ik je wou vertellen. Ooit gehoord van elfjes of incubussen? Wel ik ben laten we zeggen een combinatie van die twee, bloedmooi maar o zo dodelijk en duister," fluisterde hij doodserieus.
"Wat?"
In een vlaag van paniek duw ik met al mijn kracht de binnengedrongen, nu krijsende om aandacht, stemmen in mijn hoofd weg. Meteen word ik overspoeld door een overweldigende doodsangst en paniek. Bruusk probeer ik me los te rukken. Het enige wat ik daar echter mee bereik is dat hij zijn ijzeren greep verstevigt en zijn mond nog harder tegen de mijne drukt. Uit het niets overspoeld een immens helse pijn mij. Hysterisch krijs ik het uit, mijn kreten gesmoord door de druk van zijn lippen. Ik schop, krab en bijt, maar niets lijkt hem te kunnen deren. Wanhopig spartel ik in zijn armen, een ziekelijke parodie van een omhelzing. Langzaam voel ik hoe de levenskracht uit mijn lichaam loopt en verdwijnt in het zijne, dat steeds feller lijkt te stralen. Zwarte vlekken beginnen voor mijn gezichtsveld te verschijnen. Mijn hart gaat trager te kloppen. Het bloed verdwijnt uit mijn aderen. Mijn lichaam lijkt slapper te worden. Ademhalen gaat moeizaam. Zelfs mijn eigen, dierbare herinneringen en gedachten lijken opgeslokt te worden. Nog steeds houd hij me stevig vast in een dodelijke omhelzing.
"Waarom?" weet ik zwaar ademhalend uit te brengen.
"Mijn soort moet ook kunnen leven. Jullie voeden je met dieren en planten, wij met jullie kostbaarste bezitten. Jullie ziel, lichamelijke krachten, herinneringen en gevoelens. Dat is de natuur, liefje," antwoordt de jongen grimmig grijnzend.
"Dus die aantrekkingskracht, het veilige gevoel daar zorgde jij voor?" fluister ik zwak.
"Precies," weergalmt zijn stem in mijn oren voor ze beginnen te tuiten en alle geluiden van de buitenwereld vervagen. Het gevoel van zijn armen om mijn lichaam en zijn lippen op mijn huid verslapt. Ik ruik niet langer de sterke bosgeur die hier zo thuishoort. En ik zie alles in een onsamenhangende waas van kleuren. Achteloos laat hij me als een kapot stuk speelgoed met een harde bons op de grond vallen.
Op mij neerkijkend sist hij: "Weet je, niet alle elfjes zijn zoals ze in sprookjes worden voorgesteld, liefje. Integendeel zelfs."
Het laatste wat ik zie voor mijn hart ophoudt met kloppen en ik wegzak in een zee van oneindige duisternis zijn de prachtige, verraderlijke gelaatstrekken van zijn lachende engelengezicht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen