67. Singing lessons in a jimjilbang?!
“Chaa,” schrobde mijn zangleerkracht – ik was nog altijd niet gewend aan de ‘Sam-Ji-unnie’-benoeming – me stevig af na dat dodelijke bad, “nu gaan we je zang oefenen. Je hebt je kunnen ontspannen, nu is het werktijd.” Met een zachte glimlach trok ze de witte mouwen over mijn beschadigde armen, terwijl Chin-Ri-unnie met nieuw verband afkwam.
“Hmm,” knikte ik gehoorzaam – deed ik toch nog iets nuttigs vandaag. Ik had ontstellend snel de Koreaanse denkwijze overgenomen. Elk moment dat je je verveelde, was verloren werk- of ontspantijd. Liefst had ik dat eerste, sinds ik niet echt wist hoe ik me echt kon ontspannen. Mijn schouders en rugspieren stonden altijd gespannen van alle druk en verwachtingen die ik moest vervullen.
Ik liet hen braafjes begaan als ze een T-shirt met korte, roze mouwen over mijn hoofd trokken, terwijl ikzelf mijn roze, vormeloze short optrok tot aan mijn middel – waarna die weer spontaan afzakte, handig…
“Nu meekomen,” liet ik me meesleuren alsof ik geen greintje eigen wil bezat, maar eerder hadden ze zowat mijn leven gered, dus besloot ik het terug te betalen met gehoorzaamheid. We kwamen in een grote, warme ruimte terecht. Overal om ons heen waren vrouwen, maar ook mannen – zij hadden oranje mouwtjes en shorts, die waren ook al zo sexy vormeloos. Niet dat dat me echt boeide, het viel gewoon op dat iedereen net te grote kleren aanhad.
Angstig keek ik om me heen en slikte: mannen. Heel veel mannen, besefte ik nu ik al dat oranje zag. Ik haatte hen doorgrondelijk. Het was niet zwart-wit, maar mannen vanaf de dertig, soms zelfs iets vroeger, vielen bij mij allemaal in de categorie: ‘niet te vertrouwen’. Ik had nooit goede ervaringen gehad met oudere mannen – ze waren alleen maar gevaarlijk.
Zelfs als ze vriendelijk zouden zijn, zou ik er niets van geloven en denken dat er iets achter zit. Die gedachte was door mijn verleden en leven heen zo hard in mijn geheugen opnieuw en opnieuw gebrand, dat ik haast niets anders kon denken. Het was een automatische link die mijn hoofd maakte, een link die niet meer verbroken kon worden.
“Zie nu hoe je staat!” schudde Sam-Ji-unnie me bestraffend uit mijn gedachten. “Zo kun je toch helemaal niet zingen?!” Ze zuchtte diep en zei tot haar vriendinnen: “Gaan jullie alvast gekookte eieren en soep halen.”
Dan wuifde ze mij voor de ogen en wees naar een hoekje. “Gaan we daar niet zitten? Dat is een beetje afgescheiden van de hele groep. Het is alleen maar lastig als zij alles ook horen. Niemand moet YG’s methode kennen.”
Ik knikte even gevoelloos als een mossel en werd vervolgens door haar meegesleurd. Zolang ik niet te veel aandacht – en dan zeker geen mannelijke – trok, was ik allang akkoord.
Ze legde haar handen op mijn schouders en trok ze naar beneden. “Heb je zoveel stress? Waah…” werden haar ogen dan groot. “Je spieren staan zo strak! Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand zijn spieren zo gespannen stonden.”
Zachtjes begon ze er al masserend in de knijpen, proberend de spieren los te krijgen. “Kun je je niet even ontspannen? We komen juist uit een wasbeurt, dat was toch ontspannend? Denk daaraan.”
Voor jou was het misschien ontspannend, dacht ik vermoeid, voor mij was het compleet het tegenovergestelde. Zij had geen littekens moeten verbergen. Zij had genoten van iets dat voor mij eerder aanvoelde als mijn naderende dood, en daarna was ik nog eens klaargestoomd als een kreeft in een pot – ja, heel ontspannend.
Toen ze doorkreeg dat haar woorden geen enkel effect hadden, zuchtte ze kort: “We zullen dan later maar een manier verzinnen je echt te laten kalmeren… Probeer voor nu eens te zingen, dan kan ik al eens zien wat er scheelt.”
Ik was nauwelijks begonnen, of ze knikte tegen zichzelf en liet me stoppen. “Alles aan je houding,” schudde ze berispend haar hoofd. “Je spieren zijn te gespannen, maar dat is een zorg voor later. Maar daarbuiten houd je je ook je hoofd te hoog, waardoor je de klanken naar buiten moet forceren. Dat is echt slecht voor je keel én de klank – ze gaat ijl en zwak klinken.”
“Cha,” pakte ze ongegeneerd mijn kin vast en trok die naar beneden. Met grote ogen keek ik haar geschrokken aan. Raakte ze altijd zo plots mensen aan. Zij had echter niets door en ging verder met ‘lesgeven’: “Probeer nu eens te zingen?”
Ik slikte zenuwachtig en wrong de eerste toon van een liedje dat we nu al weken oefenden, eruit.
“Nee, nee,” schudde ze haar hoofd al zuchtend. “Je forceert het te hard, probeer eens gewoon rustig te zingen. Denk er niet aan dat ik hier sta te luisteren en een bepaalde verwachting van je heb.”
Wel, bedankt om dat er nog eens in te wrijven, snoof ik geërgerd. Ik wierp mijn hoofd naar achter, voelde al de botten kraken en mijn spieren voor even ontspannen. Ik moest weer denken aan die afschuwelijke muzieklessen van vroeger waarin de leerkracht me steeds hetzelfde had gezegd, maar in het einde de hele klas me toch had uitgelachen.
Ik slikte, schudde mijn hoofd verward. Daar mocht ik niet aandenken. Als ik me er nu leerde over zetten en het tegendeel kon bewijzen, waren die herinneringen voor eens en voor altijd uit mijn hoofd verjaagd. Ik ademde diep in, kneep mijn ogen dicht en richtte al mijn aandacht op het liedje en het verhaal ervan.
Halverwege liet Sam-Ji-unnie me halt houden. “Het is beter, maar ik voel je zenuwen gewoon doordat je zelf zo zenuwachtig bent.” Ze lachte kort. “Eén van de redenen dat je zo uitzonderlijk bent, is dat je gevoelens goed kunt overbrengen – soms iets te goed.”
“Ha,” grinnikte ik nerveus. Ik giechelde altijd belachelijk hoog en spastisch als ik heel nerveus was, met bijgevolg dat ik nog meer dan normaal dingen omstootte en mijn evenwicht verloor. Zo fijn. De andere kant van het nerveus-zijn was: teruggetrokken en depressief gevoel opwekken bij de andere – dat was ook altijd heel handig…
“Jij hebt binnenkort je eerste doorgangsproef, hè?” vermeldde ze het terloops, alsof helemaal niets betekende of helemaal geen bakken stress met zich meebracht. Zo’n proef kon bepalen of je uit het entertainment geschopt werd of niet – mijn overlevingsboei, met andere woorden.
“Hmm,” knikte ik, naar de vloer kijkend, terwijl mijn vingers onzichtbare rondjes tekenden op de gladde tegels. Mijn doodsuur had geslagen. “Over een maand, zoiets…”
Sam-Ji-unnie knikte besloten. “Je wilt er door zijn of niet?”
“Tuurlijk,” antwoordde ik, maar erg vastbesloten of overtuigd klonk het niet. Het was meer een antwoord op de vraag of je depressief was. Ik klonk en voelde me ook ronduit depressief. Ik had al die andere trainees gezien – het maakte niet uit of ze hier al langer dan mij zaten. Eén ding was zeker: Ze waren allemaal veel beter.
Ik kon alleen maar een beetje freestylen, het ritme goed aanvoelen en gevoelens overbrengen. Een kort lijstje als je het mij vraagt. Daarbovenop kwam dat de meeste trainees nog steeds met die scheve blik naar mij keken. Ik hoorde hier niet, dat wisten zij even goed als ik. Het was dus overduidelijk, ik was een mislukking.
“Tuurlijk?!” herhaalde mijn leerkracht mijn eerdere woorden, in een mengeling van kwaadheid en verontwaardiging. “Zo klink je helemaal niet. Je wilt er toch door zijn?!”
“Ah, weet ik veel,” haalde ik mijn handen in het haar. “Zij zijn allemaal veel beter dan mij. Ze weten niet eens wat ik hier kom doen! Hetzelfde geldt voor mij: Waarom hebben ze me zelfs uitgekozen?! Ik zit ver onder het niveau ‘voldoende’.”
Sam-Ji-unnie zuchtte diep na mijn mini-uitbarsting. Ze keek me even aan. “Omdat je anders bent. Het is juist dat je zo’n laag niveau hebt, dat we je beter kunnen helpen. Trouwens: er zijn dingen die je veel beter doet dan hen!”
Ik rolde met mijn ogen, zin om te vragen: ‘Wat dan?’; maar hield me in. Die vraag zou toch niets opleveren. Ze zou ineens met haar mond vol tanden staan en zichzelf vervloeken omdat ze die ene zin over haar lippen had laten komen.
“Hoe dan ook,” antwoordde ze dan gekalmeerd, “we moeten zorgen dat je erdoor geraakt.”
Zij klonk meer overtuigd dan ik op dit moment, dus knikte ik maar wat.
“En dat doen we ten eerste door je zang een niveau hoger te brengen!” straalde ze alweer. “Dus je kunt al raden wat we nu gaan doen…”
Ik zuchtte diep en vermoeid – deed geen enkele moeite meer om mijn echte gevoelens voor haar te verbergen – en richtte mijn ogen naar het plafond. Hoe konden ze allemaal zo positief blijven als mislukking zo hard voor de hand lag? Mijn enige optie was mislukken, je kon er gewoon niet naast kijken.
Sam-Ji-unnie negeerde mijn gezucht. “Tss, liggen jij, we gaan je ademhaling oefenen!”
Vol schaamte onderging ik haar tuchtkamp. Ondertussen waren Chin-Ri en Lee-Ah-unnie teruggekeerd van de etensstand, met massa’s snacks. Niet dat ik ze echt wilde opeten – nou ja, eigenlijk wel – maar het was slepend om te zien hoe gemakkelijk zij op mijn training neerkeken, terwijl ze zich tegoed deden aan al dat eten.
Ook Sam-Ji-unnie liet het er niet bij en liet me op mijn eentje oefenen omdat zij ook honger had. Ze wist zeker hoe dat ze iemand moest martelen. “Hier,” glimlachte ze dan als beloning, na een halfuur mijn ademhaling te oefenen en te verbeteren, “een gekookt ei en soep. Eet het maar goed op, want je zult het nog nodig hebben.”
Angstig keek ik naar mijn al lekker ruikende en uitziende beloning. Zou ik nu weer dik worden? Ik wierp een snelle blik op de klok. Het was al over tien uur. Dit zou in mijn lichaam opgeslagen blijven als extra vetten…
“Ga je het niet opeten?” klonk Lee-Ah onbezorgd. “Geen probleem: meer voor mij!”
Ze wilde juist alles pakken en me redden uit deze moeilijke kwestie – gehoorzamen aan je oudere was heel belangrijk in Zuid-Korea, maar bijkomen was niet minder belangwekkend – toen Chin-Ri-unnie haar hand wegsloeg. “Yah, heb je wel manieren? Laat het meisje eten!”
Lee-Ah-unnie trok een pruilgezicht en mopperde naar me: “Je hebt het gehoord: Eet het op!”
Ik slikte moeilijk. Was er geen andere manier? Ze hadden dit wel voor mij gekocht. Het was niet meer dan fatsoenlijk dan dat ik het zou opeten. Waarom was dit zo moeilijk…?
“Je gaat het opeten, Seven,” sprak Sam-Ji-unnie me dan streng toe. “Het mag misschien laat zijn, maar als trainee heb je die vitaminen nodig!”
Ik had het kunnen weten dat er zo’n moeilijke keuze zat aan te komen, bleef ik maar in mijn hoofd ratelen. Ik wierp een snelle blik op het eten. Het ei werd meteen als slecht gemarkeerd, terwijl mijn gedachten maar probeerden te ontrafelen wat er in de soep zat. Was het gezond? Eerst het gezonde, dan het minder gezonde, klonk het automatisch in mijn hoofd, dat was beter voor je vertering.
“Komt er nog wat van?” vroeg mijn leerkracht dan. “Moet ik je gaan voederen?”
Ik schudde snel mijn hoofd en greep naar de soepkom. Onder de strikt wakende ogen van Sam-Ji-unnie slurpte ik braafjes alles naar binnen. Het ei kauwde ik extra traag, zodat alles nog gemakkelijker te verteren was en minder vet in mijn lichaam opgenomen zou worden.
Chin-Ri-unnie liet een opgeluchte zucht horen toen ik alles naar binnen had gewerkt en hield me een duim voor. “Goed eten, hoor. Dat is belangrijk.” Ze wierp een blik op mijn vette lichaam en schudde zachtjes haar hoofd.
Sam-Ji-unnie glimlachte tevreden. “Tijd om de training verder te zetten! Bereid je al maar voor,” waarschuwde ze met opgewonden twinkelende oogjes – aankondigend dat mijn dood niet veraf was.
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
Ze glimlachte breed en wees met een ondeugende grijns naar een groepje jongens. “Zijn zij niet knap?! Oohh, zóóó knap.” Haar stem klonk hoog en kirrend, haast aanbiddend.
“Oooh,” piepte ze weer.
“Zie Seven kijken!” lachte Chin-Ri-unnie dan als ze een hand voor haar mond legde om dat lachje te camoufleren na een kwade blik van Lee-Ah.
“Unnie,” grijnsde ik gewillig dan, “ze zijn niet van je leeftijd. Je kunt best ophouden met dromen.”
“Tss,” trok Lee-Ah-unnie een typisch dreigend gezicht, gericht op mij. “Dongsaengs hebben de laatste tijd geen respect meer.”
[What do you guys think of SHINee's comeback song 'Everybody'?
Reageer (1)
SOOOOO AWESOME
1 decennium geledeneerst vond ik die kinderen in t begin een beetje... creepy, maar daarna las ik de engelse txt en begreep ik dat het gaat over een kind met een volwassenenmasker op en dat het begin dat symboliseert
maar de dans is zooooo gaaf ^^ saranghaeyo~
net zoals het hoofdstukje btw,
tnx!!!