66. Mokyoktang = Hell
Please look forward to my next chapter
“Voor vier personen,” legde mijn leerkracht haar creditcard op de balie van het goed verwarmde en verlichte gebouw. Warmte, dat op zich was al onheilspellend.
Ik keek naar de creditcard. Ik moest dat geld terug betalen, al was het nog zo weinig. Nog een zorg erbij…
“Dank u,” boog mevrouw Muk richting haar bedienster die haar gedrag spiegelde en ook respectvol boog, waarna ze vier paar slippers en een hoopje stof overhandigde. “Kom,” wenkte ze ons.
Haar twee vriendinnen volgden, opgewonden babbelend, discussiërend over welke ‘kamer’ ze als eerste zouden kiezen. Ik volgde aarzelend. We kwamen terecht in een nog warmere kleedkamer. Overal kleedden vrouwen, van alle leeftijd, en ook kleine meisjes zich uit. Ik verstijfde. Ik kon me niet uitkleden, niet alleen omdat ik een preutse Amerikaan was, maar ook omdat ik heel wat roze littekens had die ik liever verborg onder een dikke laag stof.
“Wat is er?” wuifde de langste, Lee-Ah, met een brede grijns op haar gezicht voor mijn ogen. “Ben je nog nooit in een mokyoktang geweest, of zo?” Ze lachte kort alsof het idee haast onmogelijk was.
“Yah, Lee-Ah!” siste mijn leerkracht berispend naar haar vriendin, waarna ze naar mij knikte. “Deze is een Amerikaan!”
“Amerikaan?” schoten haar ogen wijd open. “Maar, maar…daarjuist kon ze nog perfect Koreaans…” Ze begon me te onderzoeken, op zoek naar eventuele kenmerken die zouden aanduiden dat ik van Amerikaanse afkomst was.
“Wah, je spreekt goed voor een buitenlander,” glimlachte Chin-Ri bemoedigend naar me, terwijl ook zij zich begon uit te kleden. Ik had haar compliment nauwelijks gehoord, ik was te druk bezig met strak voor me uit te staren alsof ik juist iets heel traumatiserend had gezien.
“Ja, dat leren ze nu eenmaal aan buitenlanders, hè,” spotte leerkracht Muk na Lee-Ah’s domme commentaar. Ze sloeg een arm om mijn schouders, waardoor ik terug in de werkelijkheid gleed en verschrikt opkeek, en glimlachte vriendelijk naar me. “En zij heeft een talenknobbel!”
“Je kunt wel zien dat Amerikaans is,” hoonde Lee-Ah dan. “Ik heb nog nooit een Koreaan zo gechoqueerd zien kijken bij het zien van naakte mensen.” Ze tss-de en begon zichzelf uit te kleden. Mijn leerkracht volgde direct haar voorbeeld. Wat?!
Radeloos bleef ik daar als een stenen standbeeld staan. Wat moest ik doen? Wegrennen en vluchten? Dat was wel heel…overdreven. Maar toch! Ik kon toch moeilijk daar binnen gaan – naakt, met al mijn littekens bloot?
“Ze lijkt wel getraumatiseerd,” maakte Chin-Ri een opmerking met een bezorgde blik op mij.
“Hmm,” knikte Muk niet-begrijpend. “Is er iets, Seven-ah? Ik kan je verzekeren dat je het na een tijdje niet meer merkt. Je hebt toch nergens iets om je over te schamen? Hierna gaan we naar de jimjilbang, dan moet je niet meer naakt rondlopen, hoor.”
Haar geruststellingen werkten langs geen kanten omdat ze simpelweg niet wist wat me dwars zat. Ik slikte. Ik had wel iets om me voor te schamen, meer nog zelfs. Iets waardoor ik me nooit al te bloot mee kon tonen. Paniekerig zocht ik naar een uitweg. “Kan ik niet meteen naar die jimjil-dinges?”
‘Sam-Ji-unnie’ grinnikte kort. “Nee, je moet eerst langs de baden, anders mag je er niet binnen. En ik wil je huid voor je schrobben. Het werkt heel rustgevend en is ook nog eens goed voor je gezondheid!”
“Ik kan daar niet binnengaan,” fluisterde ik dan bang, niet wetend hoe ik het anders zou moeten zeggen.
“Tss, zo erg is het nog niet,” glimlachte ze bemoedigend naar me, terwijl ze subtiel naar de ongeduldige Lee-Ah knikte dat zij al mocht vertrekken.
Ik keek toe hoe de langste de ruimte verliet en mijn regelrechte hel binnenwandelde. Ik schudde dan heftig mijn hoofd. “Ik kan het niet!”
Mijn leerkracht zuchtte dan diep. “Er komen heel veel mensen hier. Je moet je heus niet schamen, voor je lichaam. Je ziet er trouwens geweldig uit! Ik durf te wedden dat iedereen daar binnen hartstikke jaloers zal zijn om je lijn.”
Ik schudde mijn hoofd. Hoe kon ik het zeggen in woorden die ze begreep? Wat was het woord zelfs in Koreaans? Ten einde raad greep ik mijn vestje vast en liet het langzaam over mijn armen naar beneden gleden.
Muk Sam-Ji, die dacht dat ik eindelijk toegaf, haalde opgelucht adem en glimlachte ondersteunend. Waarna, zoals verwacht, haar ogen groot werden en een geluidloze gil over haar lippen kwam. Ook Chin-Ri staarde me met open mond aan.
Ik probeerde rustig verder te gaan met mezelf uit te kleden, hoewel mijn hart als een razende tekeer ging. Alle blauwe plekken die langzaam groenig bruin werden door het helingsproces, elke kras, elke glaswonde, alles werd blootgelegd. Niet alleen mijn lichaam, maar ook mijn lichaam was nu in zijn kwetsbaarste staat.
“Dit…” wees mijn leerkracht beverig naar de grote wonde op mijn sleutelbeen. Kyuhyun mocht het dan geprobeerd hebben, maar hij was duidelijk niet ervaren in dit vakgebied – zijn verband was al snel los gekomen, dat kon ook nog wel gelegen hebben aan mijn zweterige performance tijdens het dansen. “Wat is dit?”
Ik haalde diep adem en zuchtte: “Verleden, daarom kan ik niet naar binnen.”
“Dit moet verzorgd worden!” schoot haar vriendin meteen in actie en opende haar kleine lokker. Ze gaf me een pakje en rammelde in haar handtas. Ze haalde een verband omhoog en begon de wonde op mijn sleutelbeen en de andere grootste wonden in te wrijven met zelf en af te dekken met verband.
Toen er andere mensen binnen kwamen, legde Sam-Ji-unnie voorzichtig een handdoek over mijn schouders heen. Het leek wel alsof ze dacht dat ik bij één verkeerde aanraking volledig kon barsten en in een hoopje gruis veranderen.
“Hier,” trok Chin-Ri-unnie de lange, witte dingen uit de karton met plastic verpakking. Ze pakte mijn pols vast en begon het spul over mijn hand te schuiven. “Sam-Ji-ah, houd jij hier vast? Dan trek ik verder naar boven.”
En zo gebeurde het dat ik een los stuk stof om mijn beide armen kreeg plakken. Het leken wel twee afgeknipte mouwen van een speciale synthetische trui. Mijn armen voelden onverwacht fris aan, hoewel zij juist degenen waren die waren ingepakt.
“Chaah, het mag wat te groot zijn,” fronste Chin-Ri naar het resultaat terwijl ze een los stukje vastgreep en keek of ze het nog verder kon uitrekken, “sinds ik dit oorspronkelijk voor mijn man heb gekocht, maar het lost het probleem in ieder geval op.” Ze glimlachte kort naar me.
Hoe kon ik haar bedanken? Ze had tot nu toe geen enkel woord gezegd over mijn verwondingen zelf en heel de tijd druk geweest met mijn wonden te verzorgen. Haatte ze me nu? Deed ze het voor haar vriendin? Waarom deed ze dit?
“Houd die handdoek maar bij…” glimlachte nu ook mijn leerkracht warm naar me.
“Hé?!” kwam Lee-Ah-unnie dan binnenlopen. “Waar blijven jullie? Ik wacht al een eeuwigheid! Weet je hoe onprettig het is om daar zonder vriendinnen te zijn? Niemand scrubt mijn rug voor mij, buiten die domme masseuses die je moet betalen!”
Dan zag ze mij. “Waah?! Wat heeft zij ondergaan om er zo uit te zien? Is ze extra trots op haar armen of zo? En waarom zijn er al die verbanden?” bekeek ze me chagrijnig, terwijl ze me verder onderzocht.
Ongemakkelijk keek ik een andere kant op. Dit was echt heel nieuw voor mij…
“Wat is dat hier?” prikte ze in mijn zij. “Ziet er uit als een litteken…” Bedachtzaam hield ze haar hoofd schuin en keek naar al die andere verbanden. “Wat is dat?”
“Unnie,” lachte mijn leerkracht dan, haar aandacht afleidend van mij, “waarom ga je niet al naar binnen? We zijn nu toch klaar.”
“Oh, oké,” haalde ze onverschillig haar schouders op. “Komen jullie nu nog? Nu onze preutse Amerikaan eindelijk klaar is?” Waarachter ze zogezegd onopvallend zuchtte: “Amerikanen zijn echt raar, tssk…”
Zodra ik de deur doorwandelde, greep een verstikkende hitte me om de nek. Dit was nu al om dood van te gaan.
“Eerst naar de doucheruimte!” trok Chin-Ri me met zich mee. Ze checkte of de ruimte leeg was op ons na en trok dan de handdoek van me af en de speciale mouwen uit: “Anders ga je die littekens daar door zien.”
“Hmm,” fronste ze toen ze haar verse verband zag. “Dat kunnen we best nog eens opnieuw doen na deze sessie. Sam-Ji-ah, heb je de Italiaanse handdoek?”
Italiaanse handdoek? Bestond er zelfs zo iets? Een handdoek uit Italië? Waren zij soms populair in Zuid-Korea? Ik wist niet dat die een speciale soort handdoek hadden. De volgende seconde schoot een pijnscheut van mijn schouders naar mijn tenen. Wat was dit?
Ik keek naar boven en ook mijn gezicht was slachtoffer. Het waren de douchestralen die mijn hele lichaam martelden. Ze waren niet alleen überwarm maar ook nog eens als hagelslag. De ergst hagelslag van heel de winter in New York – en dat betekende heel wat! “Ah!” boog ik onder de zware straal.
Lee-Ah, die ondertussen over de shock van mijn littekens was gekomen, liet een spottend geluidje horen. “Wat is dat? Hebben ze in Amerika geen douches?”
Ik kreunde verder, te hard afgeleid door de marteldouche om te kunnen antwoorden op haar smadende opmerking. Eindelijk stopte de duivel zijn straf, maar veel rust was ik niet gegund, want voor ik het wist, startte een nieuwe hel – eentje waarvan ik tot nu toe het bestaan nog niet had geweten.
Geschrokken keek ik achteruit en zag hoe Chin-Ri-unnie met een soort washandje in kleine cirkeltjes over mijn rug wreef. Wat was dat? Het laten-we-de-Amerikaan-nog-wat-meer-pesten-haha-washandje? “Stil blijven,” glimlachte ze naar me. “Ik ben je ‘ttae’ aan het verwijderen.”
“Ttae?” herhaalde ik met grote ogen, die onder de nu al pijnlijke streken leden en dichtknepen.
“In het westen noemen ze het scrub, maar deze is veel harder en sterker…” Ja, dat heb ik gemerkt, kromp ik voor de duizendste keer ineen. Kon het dat door scrubben je huid open zou komen liggen? “en verwijdert ttae – dode huidcellen.”
Ik slikte: “Dat klinkt…onprettig.”
Chin-Ri-unnie lachte vrolijk. “Voor jullie wel, maar in Zuid-Korea word het gezien als een routine. Sommige mensen doen het zelfs een paar ter week. Je huid wordt er wel heerlijk zacht van, alsof je weer een baby’tje bent.”
Dus aan het einde van deze hel zou ik aanvoelen als een baby? Ik wist nog niet helemaal of ik dat er wel voorover had. Het einde van deze marteling was nog steeds niet in zicht.
Na iets dat wel een halve eeuw leek, legde Chin-Ri zachtjes haar hand op mijn schouder en wierp me een glimlach toe. “Kijk eens,” wees ze naar beneden.
Mijn blik volgde haar vinger en ik zag onderaan mijn voeten, achter mijn hielen, een hele hoop zwart liggen. Ik trok een vuil gezicht. Wat was dat?
“Dat is je dode huid,” vertelde unnie me dat dat afschuwelijke hoopje van mij afkomstig was. Nooit geweten dat ik zoiets vuil aan mijn huid had hangen. Bij nader inzien was ik toch blij dat ik deze hel had doorstaan en nu dat gedoe van mijn lichaam. En dan te denken dat ze in westen – waar ik vroeger woonde – zoiets niet kenden en hun hele leven met dat vuil aan zich gekleefd, moesten zien overleven. Bah, nog maar eens een bewijs dat wij, westerlingen, nog niets verbeterd waren sinds de middeleeuwen.
Chin-Ri-unnie lachte door mijn blik, die blijkbaar zeer vermakelijk was, en schudde dan haar hoofd glimlachend. “Ga je even nog mee zwemmen? Om je huid helemaal te ontsmetten? Ze hebben extra warme baden, zodat je poriën helemaal open komen staan.”
Het eerste wat ik vreesde waren die ‘extra warme baden’. Als dat op Aziatische warmte was, kwam er waarschijnlijk niet meer levend uit, maar dan besefte ik een ander feit: naaktheid.
Ik kon even moeilijk met die armdingen gaan zwemmen, of met een handdoek. Ik zou dan pas echt open en bloot zijn…
Chin-Ri-unnie kon de zorgen zo van mijn gezicht aflezen en glimlachte bemoedigend. “Als je je niet op je gemak voelt, doe je nu die handdoek om je heen en zal ik hem opvangen, vlak voor je in het water springt.”
Ik had echt zoveel aan haar te danken, dacht ik het volgende moment dat ik over de natte vloer achter haar aan trippelde. Ze koos speciaal een leeg bad uit, knikte me toe als teken en stak haar handen uit, klaar om mijn handdoek op te vangen.
Snel – even snel als mijn leven ervan af zou hangen – liet ik me in het bad neerdalen. Ik zat amper, klaar om op adem te komen, of ik wilde alweer omhoog veren en het uitschreeuwen. Wie had ooit zo’n marteling uitgekozen?! Met, volgens mij, bloeddoorlopen ogen zocht ik druk naar het plaatje dat duidde op het aantal graden – alle afleiding van deze foltering was welkom.
Rustig zakte Chin-Ri naast me neer en leunde gerelaxt tegen de rand. Over haar lippen kwam een diepe zucht. “Het is lang geleden sinds ik me nog zo heb kunnen ontspannen,” mompelde ze met een hemelse uitdrukking op haar gezicht, alsof dit voor haar de beste massage ooit was. Wat was er mis met haar? Wat was er mis met de Zuid-Koreanen dat ze zulke martelingen als ‘relaxend’ zagen? Er zaten sowieso nog vreemdere kronkels in hun hersenen dan in die van mij, en dat was al een hele prestatie! Alhoewel ik wel niet zeker wist of dat ook een compliment was…
“Tss,” siste ik als overkokend water.
Chin-Ri opende langzaam haar ogen en keek nu naar mij. Ze lachte zachtjes om mijn pijnlijke gezicht. “Je moet vaker komen. Het is goed voor je huid en lichaamsontspanning, bovendien wen je zo een beetje aan de Koreaanse cultuur.”
Ik knikte braafjes. Zou ze me nu laten ontsnappen uit dit hellevuur van water?
Alsof ze mijn gedachten kon lezen, strekte ze zich uit en kneep haar ogen samen. Hoopvol keek ik op, maar het was tevergeefs. “Laten we hier nog even inblijven, zo kan je even wennen aan de temperatuur” – ik hoef niet te wennen, gilden mijn vers ontblootte huidcellen, ik ben levend aan het verbranden – “en dan zullen we je daarna afspoelen met koud water al het vuil voorgoed van je af te spoelen.”
Laat die ‘even’ snel passeren, stuurde ik een schietgebedje richting de Heer. Ik had nooit beroep op hem gedaan en hoopte dus dat hij mij niet zomaar zou negeren en me zou redden. Al had ik er maar weinig vertrouwen in. Ik geloofde niet zo in ‘God’. Nou, dit is dan een prima kans om te bewijzen dat je wel bestaat, God, grijnsde ik dan van oor tot oor. Wat was ik weer belachelijk bezig…
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“Chaa,” schrobde mijn zangleerkracht – ik was nog altijd niet gewend aan de ‘Sam-Ji-unnie’-benoeming – me stevig af na dat dodelijke bad, “nu gaan we je zang oefenen. Je hebt je kunnen ontspannen, nu is het werktijd.”
“Zie nu hoe je staat! Zo kun je toch helemaal niet zingen?!”
“Heb je zoveel stress? Waah…”
“Het is beter, maar ik voel je zenuwen gewoon doordat je zelf zo zenuwachtig bent.” Ze lachte kort. “Eén van de redenen dat je zo uitzonderlijk bent, is dat je gevoelens goed kunt overbrengen – soms iets te goed.”
“Jij hebt binnenkort je eerste doorgangsproef, hè?”
“Je wilt er door zijn of niet?”
[Hoi, hoi!! Sorry, dubuchi, cheosseomida, excuse-moi, het spijt me en zo voort. Om het goed te maken heb ik nu echt een extra hoofdstuk dat ook extra lang. Sorry, my babies :}
Er zijn nog geen reacties.