One Shot 15) Schrijfwedstrijd Demyx - Opdracht 5
‘Nog vijf minuten,’ klinkt een schelle stem door de luidspreker. Kes brengt haar handen naar haar hoofd en masseert haar slapen. ‘Rustig, rustig, rustig,’ fluistert ze zichzelf toe. Het kalmeren werkt niet, haar hart pompt op volle toeren. Na een jaar is het nog steeds niet gewend, de vijf minuten voor een optreden. Ze kijkt de kleedkamer rond, niet veel speciaals, ze was dan ook enkel het voorprogramma. De deur gaat langzaam open en een slungelige, roodharige jongen verschijnt. ‘Kes?’ Vraagt hij onzeker. Ze draait zich om en knikt zelfverzekerd. De jongen schenkt haar een glimlach en wenkt haar, het is tijd. Met iets wat trillerige handen brengt de jongen een microfoon bij haar aan. ‘Succes,’ fluistert hij, ze glimlacht kort maar al snel is haar mond weer een rechte lijn. Ze loopt de bekende weg van de kleedkamer naar het podium alleen, zoals altijd. Vanaf de coulisse kijkt ze het podium op. Haar gitaar staat al klaar naast de kruk die ze altijd gebruikt. De zaal is groot, ze staat dan ook in het voorprogramma van een bekende band. Het deel van de zaal dat ze kan zien, vanaf haar spiekplek in de coulisse, zit helemaal vol. De lichten gaan langzaam uit, tijd om het podium op te lopen. ‘Goodbye Kes, hello Cash,’ zegt ze zacht voordat ze met zelfverzekerde passen het podium op loopt.
Zoals altijd flitsen de lichten en gaat het publiek uit zijn dak zodra Kes de eerste stappen op het podium heeft gezet. ‘Hallo, Amsterdam!’ Groet Kes het enthousiaste publiek. Ze stelt zichzelf voor als Cash en begint met haar eerste cover, Radioactive – Imagine Dragons. Het contract dat ze een jaar geleden tekende was duidelijk; alleen covers. Betekent dat dat ze geen eigen nummers schrijft? Nope. In haar appartementje liggen stapels met geschreven liedjes. Na de vierde cover is het tijd voor het laatste nummer. ‘Goed, ik heb een ideetje. Jullie mogen het volgende nummer kiezen!’ Het publiek juicht en houdt hun “I LOVE CASH” posters wat hoger. Sinds een paar shows komen er sommige speciaal voor háár, geweldig. ‘Willen jullie een cover of een original?’ Vraagt ze het publiek met een speels stemmetje. Alsof het ingestudeerd is roept het publiek om een original. Dat geeft Kes het duwtje om het toch te doen, ook al gaat dit tegen het contract in. Ze slaat de eerste akkoorden aan en het publiek wordt al wild. Ze trapt de kruk, waarop ze al die tijd zat, naar achter en gaat staan. Ze lijkt één te worden met haar gitaar, de muziek vult de enorme ruimte. Het eerste couplet nadert, ze haalt diep adem en begint met zingen.
Het applaus is overweldigend. Verbijstert hoort Kes het aan. Ze kijkt iets wat verlegen naar haar schoenen, wat compleet tegen haar imago als Cash gaat. ‘Dankje,’ bedankt ze het publiek voordat ze een laatste buiging neemt en het podium verlaat. Hyper loopt ze naar de kleedkamer. Eenmaal de hoek om ziet ze haar manager staan, enthousiast begint ze het gesprek. ‘Dat was-‘, ‘verschrikkelijk,’ valt manager Rob haar in de rede. ‘Hoe kon je Cash?’ Gaat hij verder. ‘Kes,’ verbetert ze hem, ‘hoe kon ik wat? Eindelijk laten zien wie ik ben? Bedoel je dat?’ Ze zet zelfverzekerd haar handen in de zij. ‘Onthoud wie voor al je kosten opdraait, je hoort me te gehoorzamen, Cash,’ zegt Rob met de nadruk op Cash. Hij draait zich om maar hoort nog net Kes haar laatste opmerking; ‘Het is Kes, geen Cash.’
Vliegensvlug glijdt de pen over het papier. Woorden, ze willen eruit. Kes zet al haar gedachtes op papier, zoals altijd is dat in een lyrics vorm. De woorden matchen de klanken in haar hoofd. ‘Dit wordt een hit,’ mompelt ze. Ze schrikt op uit haar eindeloze gedachten door een piepend geluidje. Ze laat haar ogen op het beeldscherm van haar telefoon rusten. Het is haar beste vriendin Tess. Opnemen? Laten gaan? Ze zucht en drukt op het groene horentje. ‘Hoi Tess,’ zegt ze overdreven vrolijk. ‘Check. Twitter.’ Is het enige wat Tess zegt voordat haar angstige stem veranderd in een oneindige piep. Twitter it is. Ze opent de app en wordt meteen overspoeld door een hele lijst tweets. Tweets over haar. De meeste positief, maar de andere kiezen de kant van de manager. Eentje blijft vooral bij haar hangen; “Wie is Cash?”
‘Kes, lieverd, je kunt dit. Jij gaat beroemd worden. Beroemd worden als Kes. Niet als Cash. Wie is Cash? Ben jij het? Nee. Wie dan wel?’ Ze ijsbeert door de kamer terwijl ze af en toe een blik op de spiegel werpt. Ze praat tegen zichzelf, doet ze wel vaker als ze weer eens overspannen raakt. Een klop op de deur haalt haar uit haar gedachtes. ‘Binnen?’ Snel heeft haar angstige gezicht plaats gemaakt voor een pokerface. Het is de roodharige slungel. ‘Je- ehm- microfoon- ehm- staat nog aan,’ zegt hij zacht terwijl hij naar haar linker wang wijst. Zijn wangen nemen een rode kleur aan, die van Kes ook. ‘Staat nog aan? Heeft iedereen het kunnen horen?’ Ze rukt de microfoon van haar wang af en laat hem op de grond vallen. ‘Nee, nee, alleen ik, rustig maar,’ probeert de jongen haar te kalmeren. Hij raapt de microfoon op en legt zorgzaam zijn hand op haar bovenarm. ‘Voor wat het uitmaakt, ik zou graag meer Kes willen zien,’ hij glimlacht voordat hij de kleedkamer weer verlaat. Kes blijft iets wat gegeneerd achter. Complimentjes van jongens blijven awkward.
Na het zevende rondje op de ronddraaiende stoel besluit Kes dat het genoeg is. Cash is niet meer. Ze is weg. In het begin vond ze het heerlijk om iemand anders te zijn op het podium. Maar het is te ver gegaan. Niemand weet wie Kes is, enkel familie en vrienden. ‘Rob!?’ Het is eruit voordat ze er erg in heeft. Rob heeft een extreem goed gehoor, geen wonder dat enkele seconde later de deur open vliegt. ‘Spreek,’ zegt hij zo nors als altijd. ‘Cash is dood.’
‘Dood?’ Rob lacht hard. ‘Cash, luister goed. Cash is pas dood, als jij dood bent. Accepteer dat nou gewoon,’ hij slaat zijn handen omhoog om Kes het nog duidelijker te maken. Maar het komt niet binnen. Haar beslissing is definitief. ‘Het is voorbij Rob. Ik doe het niet meer. Elke keer kom ik thuis en ben ik boos. Boos omdat ik weer niet mezelf heb kunnen laten zien. Ik ben pas tevreden als ik weer Kes ben, snap je dat dan écht niet?’ Ze staat op, tranen staan in haar ogen. ‘Ik ben er klaar mee,’ fluistert ze er zacht achteraan. Rob is stil. Hij is nooit stil. Maar hier wordt hij stil van. ‘Dan moet je een andere company zoeken,’ zegt hij om de lange stilte te verbreken. Kes knikt, dit had ze al verwacht. ‘Geen probleem, ik heb net een hit geschreven,’ zegt ze op de uitdagende manier, oftwel, op de Cash manier. Rob is een geldwolf, hij ziet overal geld. Kes weet dan ok dat hij bij zoiets wel geïnteresseerd móét zijn. Hij kucht om zijn keel te schrapen. ‘Je heb een kans, Kes.’
Kes houdt van geluid, sterker nog, ze is gewoon allergisch voor stilte. Ze moet muziek om zich heen hebben om te overleven. Liedjes schrijven zit er al van jongs af aan in, van moeder op dochter is het toch? Het is dan ook bizar dat niemand weet dat Kes haar moeder zelf ook haar goudeneeuw in de muziekwereld heeft gehad. Zodra Kes haar naam zou noemen zou Rob geen moment twijfelen en al z’n geld inzetten op Kes, in plaats van Cash. Veel gedachtes vliegen door haar hoofd als ze haar gitaar oppakt. Het is tijd om de beste van de beste te zijn. De enige kans om door te breken met Kes.
Zodra Kes het laatste akkoord van het lied heeft geslagen overspoelt een ijzige stilte de ruimte. Het is er zo eentje vlak na een begrafenis. Maar het hoort nu te bruisen van de energie. Rob hoort te klappen, dit leuk te vinden. Maar het is stil. Kes staart wat onzeker naar haar voeten. ‘Ik snap je punt,’ verbreekt Rob de stilte. ‘U snapt mijn punt?’ Vraagt Kes wat onzeker. ‘Dit is een hit.’
‘Weet u het zeker?’ Vraagt Kes voor de vijfde keer. Rob knikt en zucht. ‘Wil je dat ik me bedenk?’ Snel schudt ze haar hoofd. ‘Nu!’ Roept de roodharige jongen, die Chip, blijkt te heten. Kes twijfelt niet meer en loopt het podium op. De band is net klaar met hun laatste nummer en wil afscheid nemen van het publiek. Ze acteren verrast dat Kes het podium op loopt, ze zijn in de pauze echter wel ingelicht. ‘Cash? Wat doe jij hier?’ Vraagt de leadzanger met een grijns. ‘Eigenlijk, moet ik wat bekennen jongens,’ begint ze voorzichtig. Wat “oohh” geluidjes komen uit de zaal. ‘Ik ben niet Cash.’ Een stilte vult de zaal, gevolgd door veel rumoer. ‘Ik ben Kes. K-E-S. Mijn alter ego is Cash, ook al hadden jullie geen idee dat ik eigenlijk iemand anders ben. Ik wil dat jullie mij leren kennen als Kes. Want Cash is niet wie ik ben.’ De gitarist slaat een arm om Kes heen. ‘Ik heb straks een persconferentie en al dat gedoe, maar ik wou dat jullie het als eerste weten,’ richt ze zich op het publiek. ‘Dus, om het maar meteen duidelijk te maken, Cash is dood.’
Reageer (1)
WOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEH!
1 decennium geleden