Het leger met school. (4)
‘dames komen jullie mee?’ hoor je iemand achter je zeggen. Je kijkt om en ziet Haswell staan. ‘waar is Elles?’ vraag je hem. Hij negeert je en je loopt met de andere mee. ‘ga je maar omkleden’ zegt hij als jullie bij de slaapzalen zijn. Na een tijdje zijn jullie klaar en zie je Elles staan. Je kijkt door het raam en geeft een verbaasde gil. De andere meiden lopen naar je toe en zie Elles staan ze ziet er niet blij uit en je ziet dat het niet zo goed met haar gaat. Je sprint naar buiten en gaat naast haar staan. ‘wat doe je hier Sara?’ vraagt ze geschrokken. ‘wat moet je doen?’ vraag je haar. Ze slikt haar tranen weg en zegt ‘ik moet 10 rondjes rennen en 50 keer opdrukken en tegen Haswell vechten’ je knikt en zegt ‘ik help je’ ze kijkt je verbaast aan en je zegt ‘we zijn een team dus ik help’ ze lacht even naar je en je geeft haar een knuffel. Haswell loopt naar jullie toe en zegt ‘wat doe je hier raven?’ je kijkt hem rustig aan en zegt ‘ik neem de helft van Elles haar straf over’ hij wil eerst protesteren maar zeg dan ‘oke, begin dan maar’ je knikt en jullie beginnen te rennen. Na 2 rondje ben je al uitgeput en dan bedenk je opeens dat je het alleen maar zwaarder hebt gemaakt voor Elles. Je bijt op je onderlip en ze pakt je hand. ‘we doen het samen, ik weet dat het moeilijk is voor je maar je hebt me geholpen dus nu help ik jou’ je knikt en als de 5 rondes zijn gelopen begin je je op te drukken. Elles doet je na maar na 10 keer kan ze al niet meer. Je kijkt schuin naar haar en zegt ‘ik maak ze wel af’ je gaat door tot je er 35 hebt gedaan en Haswell loop naar jullie toe. ‘hoe gaan jullie met mij vechten?’ vraagt hij hooghartig. Je kijkt Elles aan en zegt dan ‘samen’ hij lacht even en zegt ‘en jullie denken dat jullie mij kunnen verslaan?’ nu lach jij ‘we zullen zien’ zeg je. Je pakt Elles haar arm vast en loopt een stukje naar achter. ‘Richt jij je op zijn armen en hoofd dan richt ik me op zijn benen’ ze knikt en jullie lopen naar hem. Hij lacht en doet zijn jack uit. Je bent verbaasd als je zijn six-pack door zijn shirt heen ziet komen maar schud het snel van je af. Jij en Elles kijken elkaar aan en vallen aan. Je weet dat je moet duiken maar wacht eerst. Je moet wachten op je kans. Je blijft lang kijken en ziet dat Elles het moeilijk krijgt. Je loopt langzaam op zijn rug af en wil zijn bennen onder hem uit schoppen. Je merkt niet op tijd dat Elles op de grond ligt en dat hij zich omdraait. Je schopt tegen zijn voeten aan maar voelt dat hij jou polsen pakt en je op de grond duwt. Hij ligt nu op je en je kunt je niet bewegen. Je laat je hoofd op de grond zakken en kijkt naar Elles. Ze staat op en wil hem weer aan vallen. Hij ziet het en trekt jou op hem. Elles weet nu niet wat ze moet doen. Je probeert je polsen los te trekken maar het lukt niet. Na een tijdje vraagt hij ‘geven jullie op?’ je kijkt hem nijdig aan en zegt ‘ja’ hij laat je polsen los en je staat op. Elles kijkt je na terwijl je boos weg loopt. Je loopt naar de badkamer en gaat zitten. Je kijkt naar je arm en ziet dat je een wond hebt. Je loopt naar de slaapzaal en pakt je iPod en spullen om je schoon te maken. Je doet je iPod in terwijl je je gezicht schoon maakt. Je merkt niet dat er iemand binnen komt. Je blijft boven de was bak staan en doet je ogen dicht. Je voelt het bloed langs je arm naar beneden glijden en je kijkt in de spiegel en ziet Haswell staan. Je draait je om en hij loopt naar je toe. Je kijkt hem boos aan en doet je IPod uit. ‘laat mij maar’ zegt hij. Hij wil je arm pakken maar je ontwijkt hem. Je kijkt hem nog steeds boos aan en wil weg lopen. Hij pakt je arm vast en drukt je tegen de muur. Je voelt dat hij je andere arm vast pakt. Je wilt je los trekken maar je geeft op als je voelt dat hij niet meegeeft. Je blijft rustig wachten en dan laat hij je los. Je wilt weer weg lopen maar hij houd je arm vast en trekt je naar een van de krukken. Je gaat er op zitten en hij houd je arm voor zich. ‘blijf zitten’ zegt hij. Je blijft met tegen zin en dan komt hij terug met een EHBO set. Hij verbind je arm en zegt ‘je bent anders dan de andere’ je kijkt hem verbaasd aan ‘dit is de eerste keer dat hij zo tegen me praat’ denk je verbaast. Je kijkt naar je arm en zegt dan ‘we zijn toch een team?’ hij lacht en zegt ‘jullie hebben als jullie hier weg gaan allemaal een andere naam, die moet je verdienen. Ik denk dat ik al en naam voor je weet’ je kijkt verbaast naar hem en weet niet wat je moet zeggen. ‘sorry nog’ zegt hij net als hij weg loopt. Je kijkt hem na en loopt dan naar de slaapzaal. Niemand zegt of vraagt wat aan je. Na het eten schrijf en teken je weer wat in je schift en dan val je in slaap.
Reageer (1)
stoer , haswell is wel aardig i guess
1 decennium geleden