Jowanna Roosendaal.Meisje. 16 jaar.
Jonas Vamerkelt. Jongen. 16 jaar.
Maik Grootenveld. Jongen. 16 jaar.
Gaffie Zonnebloem. Jongen. 15 jaar.
Meneer Vamerkelt. Jongen. 34 jaar.

Na een aantal dagen word Jonas eindelijk ontslagen uit het ziekenhuis en mag hij weer naar huis toe. Daar heeft zijn moeder een grote verrassing voor hem staan een eigen scooter. Helemaal pikzwart met een kleine rode bliksemflits op de zijkant. ''O dankjewel mam!'' Zegt Jonas super blij. ''Niets te danken hoor, dit is allemaal voor de schrik van iedereen en al helemaal van jou!'' ''Dankjewel'' Hij geeft zijn moeder een kus op haar wang. ''Ach schatje toch. Je moet wel uitkijken he als je hier vanaf valt dan heb je wel zeker iets opgelopen deze scooter gaat harder dan een fiets.'' ''Ja mam dat weet ik zelf nog wel'' lacht hij. ''Ah, fijn dan is er niks mis met je hersenen.'' Wat flauw van je zeg.'' Hij geeft zijn moeder een plagerige duw tegen haar schouder. ''Sorry die kon ik niet laten jongen.'' ''Ach geeft niks ik heb al veel meegemaakt dus dit kan er nog wel bij.'' Daarom moeten Jonas en zijn moeder wel even om lachen. ''Maar mam, waar is pap eigenlijk die heb ik ook al nu een tijd niet gezien.'' ''Die zit op het moment in Suriname wat zaken te regelen en komt waarschijnlijk volgende week thuis.'' ''Oke, mam.'' Jonas pakt de afstandbediening en gaat languit liggen op de bank. Hij zet de televisie aan en zapt wat door alle kanalen heen, op zoek naar iets leuks om te kijken. Helaas niks leuks op tv, dan maar misschien een tijdschrift lezen, of iets. Dan krijgt hij een bericht binnen op zijn telefoon. Hij opent het bericht en begint te lezen.

O Jonas,
wat ben ik blij te horen dat je er nog bent!
Ik schrok me kapot toen de leraar ons het nieuws vertelde.
Ik voelde me eerst zo schuldig, omdat ik je niet elke dag opgezocht had.
Daarom heb ik de afscheidsbrief geschreven naar je om toch plectig afscheid, te nemen.
De volgende dag gingen we gewoon weer naar school, en net als wat we elke ochtend
deden keken we het nieuws, nou ja daar weet jij niks van, want we deden dat vanwege
jou. Om te kijken hoe het met je ging. Dus het was de laatste keer we deden het
voor onze respect aan jou. En toen hoorden we het goede nieuws! Eerst dachten we dat
het een grap was, en dat dat nooit zou kunnen gebeuren, maar we zagen je op tv, nou ja
beelden die stiekem gemaakt waren nadat het nieuws bekent was gemaakt aan alle mensen die
daar waren, toen jij nog in de operatiezaal zat. O door jou, hebben we niks hoeven doen.
Ik ben zo blij! Ik wil je graag snel weer zien.
Tot gauw, Maik.

Nou ja zeg, dat is niks voor Maik hij stuurt nooit zo'n lange sms, het heeft hem dus echt diep geraakt dat ik er even niet meer was. Maar nu hij het zo zegt, dat ze dachten dat het een grap was. Ik begin ook te twijfelen. Ze vertelde me dat het een hartstilstand was en dat ze alles geprobeert hadden. Hoe kan hij op dit moment dan nog leven? Wat is daar de reden voor, of vond de wereld het nog niet mijn tijd om dood te gaan of zo? Jonas drukt zijn moniel uit en legt hem neer op het tafeltje naast de bank. Dan komt zijn moeder binnen. ''Hé. Jonas. Heb je niks te doen?'' ''Nee niet echt, ik verveel me echt heel erg.'' ''Heb je dan zin om mee te gaan naar het park ik heb met een paar vriendinnen afgesproken om bij te babbelen. Maar dan ben je er toch even uit. Wat vind je ervan?'' ''Ja ik ga mee alles beter dan hier blijven,'' antwoord Jonas. Zijn moeder glimlacht naar hem. ''Trek maar snel je schoenen en je jas aan, dan kunnen we gaan.'' Jonas doet zijn schoenen aan, en pakt zijn jas van de kapstok. Zijn moeder doet de deur open, en loopt naar de auto toe. Jonas volgt haar en zet het alarm nog aan en draait de deur op slot. Zijn moeder heeft op dat moment de moter al gestart. Jonas springt snel in de auto, en doet zen gordel om. Dan rijden ze naar het park. Aangekomen bij de parkeerplaats voor het park herkennen een aantal mensen Jonas, en kijken naar hem. Jonas duikt snel de auto in en pakt een hoed en zonnebril, en zet die op. ''Waarom dat?'' Vraagt zijn moeder. ''Zodat ik in iedergeval normaal door het leven kan zonder de hele tijd vol ongeloof aangekeken te worden.'' ''Zomerteen komen er misschien mensen handtekeningen van je vragen,'' grapt zijn moeder. ''Ja misschien wel,'' grapt Jonas terug. Ze lopen samen verder naar het park. Daar zwaait zijn moeder opgetogen naar een aantal anderen vrouwen die op een picknick bankje zitten, en versnelt haar pas. ''Mam, niet zo snel ik heb nog steeds wat last.'' ''O sorry schat,'' ze vertraagt haar pas weer en loopt rustig verder. ''Hé meiden,'' zegt zijn moeder vrolijk als ze de picknick tafel bereikt heeft. ''Hoi, Marjolein.'' Zegt één van de dames terug. ''Wie is dat?'' ''Dat is mijn zoon.'' ''Die jongen die dat ongeluk overleefd heeft?'' ''Ja.'' ''O schat ik ben zo blij voor je. Ik was je vergeten te bellen. Maar ik had hier nog wat bloemen voor je, voor de schrik.'' Jonas en zijn moeder schuiven aan bij het picknick bankje, ze vragen aan Jonas of het goed met hem gaat, en wat hij voelde voordat het verschrikkelijkste gebeurde. Ze wouden niet de naam dood uitspreken bang dat ze hem zouden kwetsen. Jonas knikt af een toe een paar keer en geeft korte antwoorden terug op de vragen die de vrouwen voor hem hebben. Na een halfuur over het ongeluk gepraat te hebben beginnen ze eindelijk met het bijpraten met elkaar. Jonas pakt zijn mobiel en begint een spelletje te spelen. Na drie kwartier is hij wel klaar met het spelletje, maar het zier er naar uit dat de vrouwen nog niet klaar zijn met praten. ''Ik ga even een rondje lopen'' zegt hij tegen zijn moeder. ''Oke schat wel voorzichtig doen hé.'' ''Ja zal ik doen mam.'' Jonas trekt zijn kleren recht en checkt of zijn pet en zonnebril nog goed zitten. Dan volgt hij het pad naar achterin het park. Waar het heerlijk rustig is. Daar gaat hij even op een bankje zitten, genietend van het geluid van de vogels. Hij pakt zijn boekje uit zijn jaszak, en begint er wat in te tekenen. Hij gaat erg in zijn werk op tot hij opschrikt van iemand die wat tegen hem zegt. ''Eh wat zij je?'' ''Ik vroeg wat je tekent.'' Het meisje gaat naast hem zitten. ''I ik teken de natuur hier na.'' Antwoord Jonas stotterend. ''Heb ik je laten schrikken'' vraagt het meisje. ''Eh, een klein beetje maar het is niet zo erg,'' hij bergt snel zijn boekje weer op. ''Hoe heet je'' vraagt het meisje. ''Ik heet Jonas. En jij?'' ''Ik heet Mailyn.'' ''Mooie naam.'' ''Dankje,'' Mailyn bloost een beetje. ''Ben jij niet de Jonas, die nog op tv is geweest van het ongeluk?'' Jonas twijfelt even of hij het haar zal vertellen en besluit dan toch maar te vertellen dat hij dat inderdaad is. ''Ja'' antwoord hij. ''O eh, sorry ik bedoel niet dat ik blij ben dat dat met je gebeurd is.'' ''Nee maakt niet uit. Gebeurt is gebeurt je moet er niet altijd over zitten te jammeren.'' Jonas glimlacht even naar Mailyn. Mailyn begint weer te blozen. ''Ben jij hier nieuw in deze stad?'' Vraagt Jonas. ''Ja ik woon hier nu net een week, en ik zit op het Brooklyn college.'' ''Ik ook!'' Zegt Jonas. ''In welke klas zit je?'' ''3m45.'' ''In die klas zit ik ook'' antwoord Jonas. ''O grappig.'' ''Heb je al vrienden gemaakt in de klas?'' ''Ja met Jowanna, en nog wat andere vriendinnen van haar. Gaffie staat ook de hele tijd bij ons, maar je ziet dat Jowanna gek van hem word. Maar ik bind hem best grappig. En er zit ook een jongen Maik in de klas Jowanna zegt dat hij een loser is geworden sinds jij dus weg bent.'' ''Waarom dat nou weer! Eh, ik bedoel weet jij misschien waarom?'' ''Omdat hij, altijd maar in zijn eentje bij het raam zit te kijken naar de plek waar jij dus verongelukt bent.'' ''En dat maakt een loser van hem?'' ''Volgens Jowanna wel,'' zegt Mailyn met een zachte stem. Het is goed te zien aan haar gezicht dat erg geschrokken was dat Jonas ineens zo boos begon te praten. ''O sorry Mailyn het spijt me echt.'' Hij slaat gauw een arm om haar heen en trekt haar tegen zich aan. Hij voelt haar lichaam een beetje schokken maar Mailyn herstelt zich snel. ''Sorry ik ben een beetje emotioneel.'' ''Geeft niks, ik moet ook niet zo boos tegen je doen'' zegt Jonas. Ze staren allebei een beetje voor zich uit ze weten niks meer te zeggen tegen elkaar. Dan komt de moeder van Jonas aanlopen. ''O hier zit je Jonas, de meiden en ik zijn klaar kom je mee?'' Ja mam ik ga met je mee.''

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen