Joeri: Ik heb de kaars.
Dries: Oké, bedankt Joeri. En Jonathan, gaat het weer?
Jonathan: Ja.
Dries: Oké, dan gaan we nu even kijken wat we nodig hebben voor ons brouwsel. Jonathan, houdt gij de kaars onder het papier?
Jonathan: Ja. Dus we hebben nodig van een jong meisje een vingernagel.
Isabelle: Is hier ergens in de zaal een meisje van 15 – 16 – 17 jaar? Ja, kom maar.
(Isabelle knipt de vingernagel van het meisje…)
Jonathan: Van een vrouw van middelbare leeftijd een zoen.
Joeri: Hoe kunnen we nu een zoen als ingrediënt gebruiken?
Carianne: We kunnen dit doosje gebruiken om die zoen er in te steken. Oké, wie wil er Joeri een kusje geven?
(Joeri krijgt een kusje van een vrouw van middelbare leeftijd en stopt het kusje in het doosje…)
Jonathan: Van een oudere man een wimper.
Dries: Is hier ergens een oudere man in de zaal van wie we de wimper mogen gebruiken? Ja, hier. Dit gaat even pijn doen, hoor meneer.
(Dries trekt voorzichtig de wimper van het oog van de man…)
Jonathan: Oké, dan gaan we nu alles samen voegen en mengen tot een brouwsel.
(Ze voegen alle grondstoffen in de ketel. Er komt een maan tevoorschijn uit de ketel. Attila komt kijken naar het brouwsel…)
Attila: Jullie hebben een heel mooi brouwsel gemaakt. Dan mogen jullie nu kiezen tussen deze vijf dingen. De vinger, de maan, de mond, het oog en de roos.
Dries: Welk antwoord zullen we deze keer kiezen? We kunnen de vinger kiezen voor de vingernagel.
Jonathan: Ja. Of we kunnen ook de mond kiezen voor die zoen.
Joeri: Of het oog voor die wimper.
Carianne: Of misschien de roos. Dat water ruikt naar rozenparfum.
Isabelle: Ja, maar het kan ook de maan zijn. Want het bakje is in de vorm van de maan.
Attila: Ik wil me niet opdringen, maar jullie zullen nu moeten kiezen! Ik verlies mijn geduld!
Dries: Kom mee. We gaan nu het antwoord kiezen.
(Dries kiest het antwoord de vinger en Carianne kiest het antwoord de roos. Maar Carianne, Dries en Joeri worden in een schilderij gevangen genomen…)
Attila: (lacht) Jullie komen dichterbij de oplossing van het raadsel. Maar nu zijn jullie weer drie vrienden kwijt.
Isabelle: Drie?
(Jonathan en Isabelle zien dat Joeri gevangen zit in het schilderij met de kubussen…)
Jonathan: Joeri! Ah, verdorie! Hij zit ook gevangen in een schilderij! Hoe moet ik dit nu aan Mathias uitleggen?
(Isabelle ziet dat Dries gevangen zit in het schilderij van de denker…)
Isabelle: Nee! Dries!
Jonathan: Oké. We weten dat Joeri en Dries al gevangen zitten. Wie nog meer?
(Isabelle en Jonathan zien dat Carianne gevangen zit in het schilderij van de ballerina…)
Jonathan: Oei! Carianne ook al?
Attila: Zo, zijn jullie nu van plan om op te geven? Als jullie door gaan zullen jullie ook voor eeuwig in een schilderij zitten. Als jullie opgeven laat ik jullie vrienden vrij en spaar ik jullie.
(Jonathan voelt zijn woede weer boven komen…)
Jonathan: Gij… gij… gij monster! Eerst zet ge Annelies in een schilderij gevangen! Dan mijn broer! En nu mijn goede makker, Dries! Ik zal u die streken eens afleren!
Attila: Ik heb nog een opdracht voor jullie. Ik heb hier nog de symbolen het oog, de maan en roos. En met deze symbolen gaan jullie nu de volgende opdracht die ik zeg uitvoeren. Speel een scène uit een sprookje na.
(Wanneer Attila verdwijnt praten de schilderijen weer met elkaar…)
Carianne: Ik zit hier in het schilderij met de ballerina. Nu kan ik ook oefenen om ballet te dansen.
Dries: Carianne, kunt ge nu even serieus zijn? We moeten een manier bedenken om hier uit te geraken.
Cassandra: Carianne? Dries? Joeri?
Dries: Annelies! Sofie! Cassandra! Max! Jullie kunnen onderling met elkaar praten.
Annelies: Ja.
Carianne: Ik kan jullie horen. Ik kan jullie beter verstaan dan op Skype.
Iedereen: Carianne, zwijg!
Max: Zijn jullie nu al bij de ontknoping van het raadsel?
Dries: Ik denk het wel.
(Isabelle en Jonathan bespreken nog even de opdracht…)
Isabelle: Jonathan, wij zijn de enige twee die nu nog over zijn. En we moeten een scène uit een sprookje naspelen.
Jonathan: Ik weet het. De geest van die hun heeft hier twee kostuums voor ons getoverd. En we hebben nog als symbolen het oog, de maan en mond.
Isabelle: Ik heb het. We kunnen een scène spelen uit Doornroosje!
Jonathan: Wat?
Isabelle: Doornroosje! Die kent ge toch wel. Ze heeft haar ogen dicht, ze slaapt en ze wordt wakker gekust. Dus gij moet mij wakker kussen.
Jonathan: Dat meent ge toch niet!
Isabelle: Ik denk het wel.
Jonathan: Maar Isabelle! Gij zijt het lief van een makker van mij! Ik kan u toch niet zoenen! En al helemaal niet in zo’n onnozel kostuum!
Isabelle: Maar we moeten dit doen. Anders krijgen we de anderen nooit meer vrij.
Jonathan: Ik zal er over na denken.
Isabelle: Maar Jonathan!
Jonathan: Tut! Tut! Tut! Tut! Tut!
(Lied: Ware Liefde gezongen door Isabelle, Dries, Sofie, Max, Annelies en Jonathan…)

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen