2

Jonas rent door takken, struiken en plassen heen tot hij niet meer kon. En neerviel van de pijn. Hij kroop nog een heel verder en ging toen toch maar één van de struiken in om wat bij te komen. Hij gaat even plat liggen op de grond, en lag daar voor zijn gevoel een halfuur. Hij gaat weer zitten en kijkt naar het pad waar hij vandaan kwam. Natuurlijk een heel bloedspoor hoe dom kan ik zijn. Hij kruipt weer uit de struik en loopt verder. Met de hoop dat hij iets van een riviertje of beekje tegen zal komen, na nog een kwartier gelopen te hebben komt hij uit op een open plek met in het midden een klein beekje. Hij strompelt het laatste eind naar de beek toe. En trekt zijn broek en shirt uit. En laat zich voorzichtig in het water zakken. En was het bloed van zich af. Daarna hijst hij zich op de kant en gaat even lang uit liggen met zijn benen in het water. Na een tijdje liggen valt hij in slaap door de warme zon. Jonas word na een tijdje wakker geblaft door een aantal honden die zijn kant op komen. De zon was al aan het ondergaan. Hij staat snel op en rent er vandoor naar de andere kant en springt de struiken in. O, nee ik ben me kleding vergeten bedenkt hij zich ineens. Dan hoort hij een helicopter boven zijn hoofd vliegen, met een grote schijnlamp op de voorkant. Hij duikt snel de struikjes in, net optijd want het licht scheen nu op de plek waar Jonas net stond. Dan hoort hij de honden weer blaffen en vlugt weer verder tussen de struiken door. Na ongeveer een kwartier geronnen, gesprongen en geklautert te hebben, neemt Jonas een rust pauze en gaat tegen een boom aan zitten. Na tien minuten hoort hij weer het geblaf van de honden. Maar hij was veel te moe en had veel te veel pijn om nog door te kunnen gaan lopen, dus bleef hij rustig en doodstil op zijn plek zitten. Dan beginnen er ineens twee mannen te praten. ''Die honden worden wel telkens gek, maar der is niet eens een geluid of spoor te vinden van die jongen.'' '' Laat die honden dan los.'' Zegt de andere man. ''Ja, en dan gaan ze vast en zeker achter een paar wilde konijnen aan zitten rennen.'' ''Zijn ze dan zo slecht getraind? Nee natuurlijk niet!'' De rest van het gesprek hoort Jonas niet meer omdat ze van hem weglopen.