Chapter 14
Ik lig op bed, te huilen. Dit kan niet waar zijn, dit kan mij niet overkomen. Wat is dit een nachtmerrie. Mijn hele leven...is een leugen! Pap heeft al die jaren tegen me gelogen. En dan ook nog eens het contact met mijn echte vader verbreken...Wie denken ze wel niet dat ze zijn? Het is mijn familie! 'Rustig maar, Bella. We gaan nu naar het ziekenhuis toe.' Ik hoor Bella huilen. Wat is er nu weer? 'Kom schatje, we gaan naar de auto.' Mijn kamerdeur gaat open. Het is pap. 'We gaan nu met Bella naar het ziekenhuis, ze heeft weeën.' Fijn, dat ook nog. 'Kom je mee, of blijf je hier?' Ik zucht, en klim van mijn bed af. 'Ik ga mee,' antwoord ik gesmoord. 'Dat vind ik heel meelevend van je, Haley.' Ik stap in mijn schoenen, en loop achter pap aan.
Ik zit op de gang, naast pap. Violet is binnen bij Bella, samen met Cameron. We zitten hier al vier uur. Het is nu half 1 's nachts. 'Als je naar huis wilt, zeg je het maar,' zegt pap. 'Het gaat wel.' Ik staar naar mijn schoot. Ik voel me zo verdoofd. Het lijkt net, alsof ik ergens anders ben. Alsof ik het van een afstand bekijk, in plaats van dat ik er zelf inzit. De deur gaat open. 'Frank, kun je even komen?' vraagt Violet. Pap knikt, en staat op. 'Ik ben zo weer terug.' 'Neem je tijd. Ik ga even mijn benen strekken.' Ik sta op,en begin te lopen. Pap loopt naar binnen. Ik haat de verloskundige afdeling. Ik weet niet waarom, maar er is iets, dat me niet aanstaat. Ik loop de gang door. Ik kijk rond. Waar ga ik heen? Ik weet het niet. Ik sla linksaf, en loop richting een deur. Ik maak hem open. Aan de frisse lucht, merk ik dat ik naar buiten loop. Ik sta op een balkon. Ik weet niet, of ik hier wel mag komen. Het maakt niet uit. Ik loop naar de rand toe, en kijk uit over Houston. Ik zie alle lichten, maar hoor niks. Het lijkt een wereld op zich. Ik kijk naar de hemel. Hij staat vol met sterren. Wat zou mijn vader nu doen? Zou hij ook naar de hemel kijken? Heeft hij andere kinderen, een andere vrouw? Zou hij nog wel eens aan me denken. Ik zucht. De wereld lijkt te draaien. Ik zie een vallende ster! Snel vouw ik mijn handen in elkaar, en sluit mijn ogen. Het is misschien een beetje belachelijk, maar proberen kan geen kwaad. 'Ik wens, dat ik mijn vader vind.' Ik hoor iets. Het is een vogel. Hij zit een paar meter van me af. Ik kijk naar hem. 'Hallo, gevederde vriend,' groet ik. Hij houdt zijn kop schuin. 'Kom je hier ook van het uitzicht genieten?' Hij kirt even. Zo te zien is het nog een jonge vogel. Het is een adelaar. Ik kijk weer naar de stad. 'Jij hebt het makkelijk. Jij hoeft je geen zorgen over je ouders te maken. Jouw ouders liegen niet tegen je. Jouw ouders zijn je echte ouders.' Hij kirt weer even, en hupt dichterbij. Wat wilt hij van me? Hij kirt even. Ik steek langzaam mijn hand uit. Is hij misschien tam? Hij bijt me zachtjes in mijn vinger. Voorzichtig aai ik hem. Volgens mij is hij inderdaad tam. 'Wat ben jij een lief kereltje. Hoe heet je? Ik ben Haley. Ik denk dat ik je Toby noem. Misschien niet de meest charmante naam, maar dat is de enige naam die nu in me opkomt.' Toby kirt weer even. Volgens mij heb ik mijn eerste dierenvriendje gemaakt. 'Eigenlijk heet hij Silas.' Ik kijk om. Er komt een man aanlopen. Hij draagt een spijkerbroek, en heeft een jas aan. 'En hij is een vrouwtje. Maar dat is niet erg. Het is donker, zullen we maar zeggen.' 'Wie bent u?' vraag ik. 'Mijn naam is John Kazcmarek. Ik ben het baasje van Silas.' Hij fluit even, en Silas vliegt naar hem toe. Ze gaat op zijn arm zitten. 'Heb je een nieuwe vriendin gevonden, meissie?' Silas kirt even. 'Ja, braaf meisje. Wat doe jij hier eigenlijk, in het donker? Je weet toch dat je hier eigenlijk niet mag komen?' Ik zucht. 'Sorry. Ik ben gewoon wat rond gaan lopen,en toen kwam ik hier uit.' John knikt. 'Oké dan. Genieten van het uitzicht?' Ik haal mijn schouders op. 'Zoiets. En nadenken.' 'Waarover?' 'Over van alles.' Het gaat hem geen reet aan waarom ik hier ben, en waar ik aan denk. None of his affaires! 'Haley! Hier ben je.' Ik draai me om. Pap staat in de deuropening. 'Het is een jongetje geworden.' Nou en? Ik veeg mijn pony uit mijn gezicht. 'Ik kom. Tot ziens, meneer.' 'Dag meid.'
Reageer (1)
Je schrijft steeds beter! Snel verder!
1 decennium geleden