Sterrenhemel
Volgende week; opeens zwaar veel les Ik kan maar beter dit weekend vooruit gaan werken.
'Oke, wacht. Omdat wij Denise in onze droom gezien hebben, zijn wij niet meer veilig', vatte Emily samen.
'Correct, dat denk ik tenminste', stamelde Melanie.
'Dat zou best kunnen. Als zij weten dat Denise contact had met ons, dan zullen zij ons in elk geval proberen tegen te houden. Het laatste wat zij kunnen gebruiken zijn pottenkijkers die hun plannen in de weg zitten', bromde meneer de Bruin.
'En dan nog iets; Waarom loopt mijn horloge verkeerd?'
'Ah, dat is een makkelijke. Jouw horloge loopt niet verkeerd, het is de tijd'
'Hoe kan het nou liggen aan de tijd?', vroeg Emily niet-begrijpend.
'De tijd loopt hier anders. Tijd hier, is iets wat los zit. Terwijl jullie maar een dag hier in het bos hebben gezeten, kan Denise al dagen onderweg zijn'
'Hoe is dat nou weer mogelijk?'
Olivier glimlachte. 'Magie. En we zitten hier midden in een door dromen geschapen werkelijkheid. En in dromen is natuurlijk alles mogelijk'
Dat kon Emily niet ontkennen. Maar echt blij was zij niet. Het voelde alsof zij nergens meer grip op had. In de echte wereld was het leven tenminste een beetje voorspelbaar.
'Dus waarom moesten wij perce het huis uit?', begon Olivier. Melanie haalde haar schouders op. Zij was gewoon van plan om gelijk op zoek te gaan naar Denise. Een antwoord kon hij dus wel vergeten.
Ze waren pas een paar meter verder gelopen voordat de hemel betrok. De donkere wolken die zich boven hen verzamelden beloofden onweer. Juist nu ze buiten waren. Olivier keek Melanie smekend aan. Ze merkte het niet eens. Hij probeerde het nog bij de anderen, maar ook die negeerden hem. Blijkbaar was hij de enige die dacht dat droge kleding hielp bij een zoektocht.
In de wolken las hij onweer. Toch bleef het droog. Voor wat een half uur leek, liepen zij door het bos. Het kasteel was nog wel te zien. Niet dat dat veel troost gaf. Vanuit de verte leek het wel een ruïne. Hulpeloos keek hij toe hoe het groen voor de stenen kroop. Er was geen weg meer terug. Het gezelschap kwam aan op een open plek.Langs de schaduwranden stond verschompelde lavendel. Melanie besloot bij de heerlijke geur even tot rust te komen. Ze zette zich neer op een stronk en wendde zich zuchtend naar de hemel. Hij leek veel te donker voor dit moment van de dag. Waarschijnlijk door de wolken.
Opeens streek bliksem langs de hemel. Het knetterde geweld liet een sterrenspoor achter op het wolkendek. Olivier wilde na gaan wat de rest ervan vond, maar niemand scheen het gemerkt te hebben. Het was alsof hij als enige echt aanwezig was.
Boven hem blonken de sterren hem plagerig toe. Ze waren feller dan normaal. Alle kleur werd door hen uit de grijze lucht getrokken. Wat er over bleef was inktzwart. Zomaar ineens was het nacht.
'Uhm hoort dat zo?', vroeg Olivier aarzelend. Hij had er zo langzamerhand genoeg van dat niemand ook maar reageerde op de veranderingen. Gelukkig keek Emily onmiddelijk op. Dat was een goed teken, ze waren in elk geval niet geheel doof.
Olivier wees naar de hemel en de mensen volgden zijn blik. Emily liet als enige horen dat zij oprecht verrast was; 'Wat heeft dat nou te betekenen?', mompelde zij hardop.
Meneer de Bruin trok Melanie overeind. 'In elk geval niet veel goeds', bromde hij.
'Ze hebben ons gevonden'
Reageer (1)
Ow, das niet zo handig...
1 decennium geledenWel jammer dat je het erg druk gaat hebben.
Snel verder!