Foto bij Emily en Denise

Emily dacht de donkerblonde haren te zien van Denise. Maar het viel niet mee die te volgen. Alle kleuren leken op elkaar. 'Emily, ren!', klon het. Opeens trok de zwaartekracht haar naar beneden. Verward keek zij om. In een oogwenk zag zij Denise verschijnen en verdwijnen. Emily rolde over het zand. Tot Denise haar plots vast greep. Haar ogen keken indrigend in de hare.
'Emily, je moet wakker worden. Het is tijd', zei Denise. Als de donder begon de aarde te beven. De felle zon stortte neer in de kuil en spatte in vlammen uit een. De zandhopen begonnen te zinken. Een draaikolk vormde zich rond de plek waar de bol zich had neergestort.
Hijgend werd Emily wakker. Het zweet liep over haar rug. Haar ogen deden pijn, het was alsof het zand nog altijd in haar ogen scheen. Maar nu was het niet het zand dat haar verblindde. Het was het felle zonlicht dat naar binnen scheen, recht op haar gezicht. Kon het zijn dat zij echt zo lang geslapen had? Verward keek Emily op haar horloge. Half twee. Maar of dat nou 's middags of 's nachts moest voorstellen. Handig, aan zo'n analoog horloge. Dan moesy zij toch maar even de moeite nemen haar mobiel te pakken. Die gaf aan dat het nacht was. Dus het was niet de zon maar een felle lamp?
Emily keek nog maals naar buiten. Nee, dat was toch echt de zon. Maar het was een ochtend-zon. Niet een middag zon. Hij stond te laag om een middag-zon te zijn en de kleuren waren veel te koel.
Emily stond op. Half slaapdronken wankelde zij richting een fateul. 'Olivier?', mompelde zij terwijl zij het slaapzand uit haar ogen wreef.
Olivier reageerde niet.
'Olivier', herhaalde Emily.
Hij voelde een zachte poke in zijn arm gedrukt worden. Pas bij de derde keer draaide hij zich om. 'Het is een soort van ochtend denk ik', verstond hij. Hij begreep niet waarover zij het had; 'Hoe kan het nou een "soort van ochtend" zijn? Is het ochtend of niet?' Hij hoopte dat het antwoord nee was, dan kon hij lekker verder slapen.
'Olivier, ik heb een droom gehad. Ik zag Denise! Volgens mij hebben wij haar bijna gevonden. Wakker worden!', haar enthousiasme nam toe met ieder woord wat zij zei.
'Een droom?', kwam opeens vanuit de andere hoek van de kamer. Meneer de Bruin stapte een strook zonlicht in. 'Vertel eens'
Olivier kreunde, dit was teveel voor een ochtend. Emily schraapte haar keel. Zij vertelde over de woestijn en de vossen.
'Weet u wat het betekend?', vroeg zij meneer de Bruin.
Meneer de Bruin schudde zijn hoofd. Opeens klonk er een keiharde gil. Gelukkig bleek het maar Melanie te zijn, die uit een ietwat heftige droom ontwaakte.
'Zij hebben ons gevonden!', was het eerste wat zij zei. Voordat de rest goed en wel wist wat Melanie bedoelde, begon Melanie de boel te evacuren. 'Snel, we moeten hier weg, voor zij ons vinden. We zijn hier niet langer veilig, eruit eruit!', ze duwde de aarzelende groep de deur uit. Hijgend en wel sloot Melanie de deur achter zich. Einderlijk, ze waren allemaal buiten!
'Gaat alles wel goed?', vroeg Olivier bezorgd.
'Ja, ja, alles gaat goed. Nu wel. het is alleen...', Melanie ratelde aan een stuk door. Niemand begreep er echt wat van.
'Bedoel je de droomwezens?', vroeg meneer de Bruin.
Plots viel Melanie stil. Na enige seconden zei zij; 'Ja, ik denk het. Nou, ik weet het niet. Maar wij zijn niet meer veilig hier. Ze hebben ons door. Zij volgen alles wat wij doen. Tenminste, ze volgen ons nu ook in onze dromen. Nee, niet ons, ze volgen Denise. Maar ik zag Denise, en Denise weet misschien waar wij zijn. En dan weten zij dat ook'

Reageer (1)

  • Kobyla

    Hmm, dat klinkt niet echt goed...
    Haha, heb je ooit een droom gehad met een woestijn vol kitvosjes?
    Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen