1. Het schip
Ik zweefde over de oceaan heen. Het was nacht maar het straalde zo veel en het was zo fel dat ik dacht verblind werd. Het water, de hemel de golven. Ik rook ze allemaal. Ik hoorde ze. Ik zweefde en zweefde. Zag alles leven. Maanlicht glansde op mijn huid. Het wit van mijn huid werd opvallender zo. Ik leek wel een geest zo… Ik was zo onmogelijk bleek Of misschien ben ik ook een geest. Een geest op zoek naar wat? Rust? Vrede? Liefde..? Toen begon ik langzaam bij bewustzijn te komen. Waar ben ik? Wat doe ik hier? Mijn lange haren vloog naar achteren toe. Toen ik naar boven keek zag ik de maan weer. Het leek groter dan normaal. Het straalde. Hij lachte naar me. Hij groette me. Om de maan zag ik zoveel sterren dat ik tranen in mijn ogen kreeg van de schoonheid ervan. De tranen begonnen ook te vloeien langs mijn wangen. Wacht eens even kunnen geesten huilen? Ik bleef niet te veel staan bij dat vraag en mijn tranen rolden over mijn witte wangen in de oceaan. Ze glinsterden toen ze het zoute water raakten en leken wel diamantjes toen ze uit elkaar spatten. De sterren waren ontelbaar. Het waren er miljarden en van verschillende kleuren. Goud, zilver, rood, blauw, turkoois. Zelfs kleuren die ik niet kende en nooit eerder gezien had. Het waren er zoveel dat ik bijna geen zwart zag van de hemel . Het was onmogelijk. Alles was onmogelijk. Ik zag dat ik een lange witte elegante jurk aan had dat bijna net zo mooi was als de sterren. Mijn haren zo lang glad en stralend. Ik vloog met mijn vleugels. Ik was een van hun. Ik was ook een ster, dacht ik. Maar bij hun schoonheid zou ik nooit kunnen komen. Bij hun schoonheid was ik een gedoofde ster. Een oude gedoofde ster. Ze bedekten de hele hemel. Ik wist niet dat het mogelijk was. De sterren lachten naar mij net als de maan. Langzaam begon er iets te gebeuren waar ik erg van verbaasde. De sterren begonnen te vallen. Allemaal de verschillende kant op. Langzaam raakten ze op. Langzaam verdwenen ze over de horizon waardoor er meer zwart in de hemel kwam. Waardoor het licht in mijn nacht verdween. Langzaam werd het overal om me heen donker en duister. Ik voelde angst. Ik voelde afkeer en voelde mijn hart 10 keer zo snel kloppen. Ik zag niks meer. Alsof ik blind begon te worden. Ik hoorde alleen maar de oceaan. Ik rook alleen de zoute oceaanwater. Het was zo zwart dat het opeens nacht leek. Zelfs de maan straalde niet meer. Mijn hoop waaide toen weg. De sterren raakten op en de sterren die er overbleven veranderden in vuurvliegjes. Ze vlogen om me heen allemaal. Ze straalden om heen. ‘Elenore..’, fluisterde er iemand mijn naam. Ik keek om me heen en zag opeens iets verlichten in de verte. Het verlichtte als enige in dat zwarte en duistere ruimte. Niks anders verlichtte nog verder. De vuurvliegjes waren verdwenen Alles was zwart behalve dat. Het was een schip. En op dat schip stond er een jongen die me verbaasd veel bekend voor kwam. Maar ik wist zijn naam niet. Ik kende hem niet. Ik kreeg een heel groot verlangen om naar hem toe te zweven. Weg van het donker en duister Maar ik kon niet meer zweven. Ik kon me niet meer bewegen Langzaam ging de sprankje licht die mijn zwart verlicht had weg. Langzaam zweefde hij weg over de oceaan. Mijn hoop vaarde daar weg. Dat ik misschien kon ontsnappen van het donker en duister. De afstand werd groter tussen ons. Ik wild naar het schip toe zweven maar het kon niet. Alsof iets mij vasthield. Mijn vleugels wilden niet. Ze waren bevroren. Het schip verdween over de horizon. ‘Elenore..’, fluisterde er iemand maar dan wat zachter. Het werd weer zwart en ik voelde dat ik naar het water toe getrokken werd. Mijn tenen raakten het water en het water was zo sterk alsof ik me in het middelpunt van een waterkolk bevond. Het was ijs en ijskoud. Het was zwart. Ik was blind. Enige wat ik rook was de zoute oceaanwater. Ik hoorde de water. Ik voelde de water op mijn gezicht. Ik kon geen adem meer halen . Enige wat ik dacht was: mijn lichtpuntje is verdwenen… Ik huilde terwijl mijn tranen zich met het oceaanwater mengde.
Ik werd schrikkend en huilend wakker. Ik hapte naar adem zoals ik nooit geademd had. Alsof ik nog steeds in dat draaikolk zat en ik verdronk. ‘Elenore!’ schreeuwde er iemand. Ik voelde dat er iemand bij me was maar Ik keek niet op en ik huilde alleen maar. Ik wilde alleen zijn met mijn verdriet. Wat was dat een verschrikkelijk droom. Het voelde zo echt en ik kon zweren dat ik nu nog steeds het geur van de oceaan ook kon ruiken. Ik kon de golven en het wind nog steeds horen. Wat een verschrikkelijk droom..Toen werd ik hard in elkaar geschut waardoor ik die persoon wel in de gezicht MOEST kijken. Het was een knappe jonge man van rond de 21. Hij had supermooie lichtblauw ogen waardoor mijn hart sneller begon te kloppen. Ik kon dat niet verklaren. Ik kende die jongen amper.. ‘Elenore.., gaat alles goed met je’, vroeg hij liefdevol en bezorgd. Hij zei het op een manier die ik niet kon verklaren. En zijn blik. Hij keek me aan op een manier die ik nog nooit eerder gezien had. Elenore? Elenore? Wie is Elenore? Hij zei het tegen mij dus ik concludeerde dat het mijn naam moest zijn. Ik groef in mijn geheugen maar ik kon me niks herinneren. Ik kon geen een aanwijzing van wat dan ook vinden. Wie was ik? Ik keek hem alleen maar aan. Toen keek ik om me heen en zag dat ik in een onbekende slaapkamer in een bed lag die niet van mij was. Het was een klein kamer maar wel zorgvuldig ingevuld, dacht ik. Er heerste een doodse stilte en alleen onze ademhalingen waren te horen. Ik had een gevoel alsof ik nog steeds sliep maar natuurlijk wist ik wel dat dit allemaal echt was. De jongen wilde me om omhelzen uit opluchting maar ik sloeg zijn armen weg. ‘Wie ben jij en waar ben ik’,schreeuwde ik uit. Het geschreeuw was meer een piep en dat wilde ik eigenlijk niet maar het kwam er zo gewoon uit door mijn angst en spanning. Rare combinatie maar ja, dacht ik. De jongen keek me geschokt aan. ‘Niet weer…’, zei hij zacht en hij sloeg zijn beeldschone ogen neer en zijn verdriet deed me nog meer pijn dan ik had verwacht. Wat voor reacties zijn dit?? Ik ken deze jongen amper! ‘WAT’, gilde ik uit helemaal overstuur. Nog meer gepiep. Ik was gewoon in een onbekend kamer, in een onbekend bed, met een knap jongen die me waarschijnlijk zo goed kende en die me wilde omhelzen, terwijl ik hem niet eens ken! Wat is er nou in godsnaam gaande?? ‘GA uit mijn buurt’, fluisterde ik ijskoud. De jongen ging niet opstaan en kwam juist nog meer in mijn buurt. Ik stond meteen op en mijn ademhaling versnelde. ‘Elenore rustig’, fluisterde hij smekend. ‘Wie is Elenore, wie ben IK’, gilde ik hysterisch uit. ‘alsjeblieft’, smeekte hij me. Ik keek express niet in zijn smekende ogen omdat ik wist dat het mijn hart zou breken. Hij leek zo onschuldig en hopeloos… Maar nee dat is hij niet, hield ik mezelf voor. Zo’n persoon zou nooit onschuldig kunnen zijn. Daarom draaide ik mijn hoofd weg en keek de andere kant op. Opeens begonnen er heel veel vragen door mijn hoofd te dwalen. Elke vraag kwam zo hard aan alsof ze me een voor een, een klap gaven in mijn gezicht. Alsof ze mijn hart in stukken hakten. Het leek wel alsof mijn hersenen opnieuw begonnen te functioneren. Wat als dat jongen naast mij zwarte zaken deed? Wat als ik op een freaky manier mijn geheugen had kwijtgeraakt terwijl ik ook zaken met hem deed? Wat als ik een slachtoffer was? Slachtoffer van Loverboys?? Of wat als ik een soort drugssmokkelaar was, dat ik tijdens mijn poging drugs te smokkelen mijn geheugen had verloren? Dat ik was vergiftigd door drugs? Ik werd langzaam hysterisch en er prikten tranen in mijn ogen van angst. Wat als ik aan het vluchten was?? Ik ademde diep in en uit. Oké laten we alles op een logisch rijtje zetten. Ik was opgestaan. Ik wist niet wie ik was. Ik wist niet wie mijn familie was. Ik wist mijn naam niet. Ik was in een onbekend kamer. Met een onbekend jongen Maar waar ben ik? Ik keek beter en aandachtiger om me heen dan eerst. Ik zag een klein raampje links van me. En tot mijn grote schrik zag ik heel veel water. Heel veel. ALLEEN maar water. Het water stroomde langzaam langs het raam heen. En nu ik er nu geconcentreerd op lette rook ik het zoute zeewater en hoorde ik de golven heel sterk. Dus vandaar de golven en het water, de geur. Kan ik vandaar die droom hebben gekregen? Ik werd ergens heen gebracht of ik ging ergens heen. Wat als ik ontvoerd werd en dat jongen rare plannen met mij had. Als het moest sprong ik wel van het schip en zette het op het lopen voordat hij in actie kwam. Hij kwam meteen op me af. De gangen waren lux en mooi. Ik dacht dat het schip groot genoeg moest zijn om een groot reis te maken. Ik had geen sloffen aan en een lange slaapjurk. Ik rende op mijn blote voeten en vroeg me af wie me aangekleed had. Mijn hele lange haren wapperden achter me aan. Opeens herinnerde ik mijn droom weer. Ik bleef er niet te veel bij staan. Ik rende door de gang dat wel groot en lang was. Er was niemand en het was leeg behalve ik en de jongen. Ik kwam bij een deur. Ik probeerde het te duwen maar het was echt heel zwaar. Ik duwde zo hard tegen de deur alsof mijn leven ervan af hing. ik stond verbaasd dat ik zo sterk was. De deur ging meteen open. Ik hoorde de jongen achter me aan rennen en mijn naam roepen. Ik rende en rende. En kwam uiteindelijk aan het punt van het schip terecht. De wind waaide door mijn lange haren. Ik rook de oceaan. Het was net als in mijn droom. En mijn einde zou waarschijnlijk net zo zijn. Als het moest, zou ik gaan springen, dacht ik. Achter me hoorde ik zijn gehijg en draaide me meteen om. Toen hij mijn blik zag stopte hij meteen. Hij keek me met smekende ogen aan. Hij leek wel een engel… Nee ik trap niet in dat masker, dacht ik zelfverzekerd. Ik stapte op het soort hek en toen hij zag wat ik probeerde te doen werd hij helemaal bleek. ‘Elenore waag het niet!’riep hij. ‘Doe me dit niet aan’,… zei hij met verdrietige ogen. Hij kwam centimeter voor centimeter dichterbij waardoor ik ging panieken. ‘Ik zal je alles vertellen, beloofd’ zei hij zacht. ‘Geloof me ik zal je niks aan doen’. Ik stapte nog een keer op de hek en mijn rug was naar de oceaan toegekeerd waardoor ik hem aankeek. Mijn rug raakte het koude staal aan. Ik was wel hoog genoeg op de hek om te springen. Hij kwam een stap dichterbij en stak zijn had uit. ‘Ik zweer dat ik je niks aan zal doen, ik weet dat het voor jou moeilijk is om me te geloven maar geloof me alsjeblieft’ ,riep hij om boven het geluid van de golven te komen. ‘nee ik geloof je niet’ zei Elenore koel. Als ik zou gebruikt worden in andere landen voor geld of dat al was gebeurd, of als ik verkocht was aan dit jongen, of als ik een rol speelde in zwarte zaken zou ik liever dood willen. Als laatste fluisterde hij: ‘Elenore ik hou zielsveel van je.. verlaat me niet’. Toen keek ik in zijn oceaanblauwe ogen en mijn hart brak hij smolt en smeekte me wanhopig om op hem af te springen. Hem omhelzen. Een jongen die ik niet ken omhelzen. Ik wilde even bijna van de hek stappen maar veranderde mijn keus meteen weer en dacht dat ik weinig tijd had. Voor het jongen het in de gaten kreeg wat ik deed gooide ik mezelf naar achteren.
Het leek voor me eindeloos om het water te bereiken. Ik zag hoe de jongen geschokt huilend en hopeloos daar stond. Alles ging slow motion. Hij schreeuwde en ik op weg naar mijn dood. Normaal als iemand dood zou gaan zou dat persoon een soort feedback krijgen. Over je hele leven. Maar nee.. ik had geen leven…
Ik raakte het water aan voelde de kou. Ik rook het sterke zout. Het water was ijskoud en was pikzwart. Ik zag niks. Ik stoeide ook niet om weg te komen maar wachtte geduldig mijn dood af. Ik hield mijn adem ook niet in waardoor het makkelijker voor mij zou zijn. Ik voelde hoe het water in mijn longen stroomde en hoe het brandde. Mijn neus brandde. Mijn longen leken wel te scheuren na een tijd. Alsof ze op het punt waren te barsten. Alles werd nog zwarter dan het was. Ik leek wel blind. Misschien was ik ook blind geworden ,wie weet? Ach was boeit het, in het volgende leven had Ik geen ogen nodig. Het laatste sprankje licht verdween ook.. Dit was dus het einde.. Ik zag een arm mij strekken naar me en dat ik meegetrokken werd. Naar de dood.. kon ik denken. Ik werd naar de dood toe getrokken..
Er zijn nog geen reacties.