~Chapter 5.3~
I'm sorry I can't be perfect.
‘’Did you know you used to be my hero?’’
Draco Malfoy POV.
Zijn grijsblauwe ogen staarden naar buiten, keken over de grote tuinen rondom Malfoy Manor, terwijl hij zich de grootste moeite deed om een paniekaanval binnen te houden. Zijn hele, perfecte leventje was verpest nu, alles lag aan diggelen en de kans dat dit ooit weer goed zou komen was nihil. Zijn zus zat opgesloten in de kerkers samen met een van zijn beste vrienden. Het was voor Draco verboden om ook maar in de buurt van de kerkers te komen, hij durfde het niet eens te riskeren. En, wie wist wat er daar beneden aan de hand was.
Zover hij wist werden ze daar alleen vastgehouden, maar misschien was het allemaal veel erger. Misschien werden ze gemarteld. Misschien waren ze uitgehongerd. Misschien lag zijn zus, door die vervloekte ring, op het randje van de dood. Hij wist het niet, en als hij hier zou blijven zitten kniezen als een watje zou hij er ook nooit achter komen.
Draco balde zijn vuisten, keek nog een laatste keer uit over de grijze, grauwe buitenlucht en stond vastberaden op. Hij voelde voor de zekerheid of zijn toverstok nog altijd in zijn zak zat en verliet zijn slaapkamer zo stil mogelijk.
Het was na twaalven 's nachts en hij verwachtte niet dat er nog iemand op zou zijn. Helaas waren zijn verwachtingen verkeerd ingeschat, want zodra hij de honderden trappen afgedaald was en voor de deur van de kerkers stond, hoorde hij een ijzig kille stem achter hem.
'Dat zou ik maar niet doen, zoon.'
Draco draaide zich vlug en geschrokken om en keek naar het verouderende gezicht van zijn vader, dat zoals wel vaker geen enkele emotie uitstraalde.
'I-ik wilde alleen maar naar Louise toe...' mompelde Draco weifelend, zijn hand nog steeds op de deurknop. Zonder het te laten merken zocht hij in zijn zak naar zijn toverstok.
'Draco, ik weet dat je je zus mist, maar als de Dark Lord hier achter komt, is de kans groot dat we allemaal voor jouw daden gestraft worden. Inclusief je zus.'
Draco fronste zijn wenkbrauwen en liet de deurknop los. Was dat een dreigement of had hij een verkeerde intonatie gebruikt?
'Volgens mij kan het u helemaal niks schelen dat wij gestraft worden, vader. U wilt alleen maar uw eigen hachje redden, zoals altijd.'
Lucius deed een paar stappen richting zijn zoon, die het lef had gehad zo'n respectloze toon tegen hem aan te slaan, en trok een wenkbrauw op, op een manier die er normaal voor zou zorgen dat mensen na een tijdje onder de druk zouden bezwijken. Maar Draco niet, niet meer. Hij was inmiddels gewend aan alle manieren van intimidatie.
'Waag het niet om die trucjes op mij te gebruiken, vader,' zei Draco zacht. 'Dat heeft u vaak genoeg gedaan, maar nu zal het niet meer werken.'
Lucius' blik veranderde meteen. Hij had vast niet verwacht dat Draco wist wat hij van plan was.
'Waar heb je het over, zoon?' vroeg Lucius nonchalant; Draco's woede groeide alleen maar met elk woord dat zijn vader sprak. Opnieuw balde hij zijn vuisten.
'Ik denk dat u heel goed weet waar ik het over heb. Alles wat u doet is om uw eigen leven te redden. U geeft niet om dat van moeder, of dat van mij. En al helemaal niet om dat van Louise.'
Lucius probeerde hem tegen te spreken, maar Draco gaf hem geen kans om er tussen te komen.
'U vindt niet dat ze bij deze familie hoort, of wel? Is dat waarom u die spreuk op haar ring heeft gezet? Zodat, wanneer de Dark Lord hier niet in zou slagen, de ring haar wel zou vermoorden?'
De woede in Draco groeide en groeide, tot hij uiteindelijk begon te schreeuwen. Het kon hem allemaal niets meer schelen.
'Moeder was de enige die Louise probeerde te redden! U stond daar maar, u heeft geen spier vertrokken! U BENT TOCH VERDOMME HAAR VADER?!'
Lucius stond als aan de grond genageld naar het geschreeuw van zijn zoon te luisteren. Hij zei niets, deed niets, hij staarde alleen maar naar Draco alsof hij een vreemde was. Draco probeerde tot rust te komen en ademde een aantal keren in en uit.
'Weet u, vader... Ik keek altijd naar u op. Wist u dat u een held was voor mij? Ik was trots om zo'n geweldige, eerbiedwaardige vader te hebben... en kijk nu eens.'
Draco schudde teleurgesteld zijn hoofd en verliet zijn vader, die nog steeds met stomheid geslagen was, om terug naar zijn slaapkamer te gaan.
Lucius Malfoy POV.
De man was letterlijk gebroken door de harde maar oprechte woorden van zijn enige zoon. Vanaf wanneer dacht hij al zo over hem? Pas sinds hij terug was uit Azkaban, of van tevoren ook al? Hoe dan ook, Lucius liet het misschien niet merken, maar vanbinnen brak zijn hart stukje bij beetje. En zijn dochter… Natuurlijk gaf hij om haar, hield van haar, net zo veel als hij van zijn zoon en vrouw hield. Natuurlijk, vreemdgaan was het verschrikkelijkste dat hij ooit had kunnen doen, maar zodra Louise erachter was gekomen had hij de hele relatie met die meid van het Ministry afgekapt.
Nooit, maar dan ook nooit, wilde hij zijn familie nog pijn doen of teleurstellen. Maar toen werd hij opgepakt en naar Azkaban gestuurd…
Lucius zuchtte en wreef door zijn bloeddoorlopen ogen. Hij keek nog een laatste keer naar de deur richting de wenteltrap naar de kerkers leidde. God, wat zou hij zijn dochter nu graag zien. Maar hij was de waarschuwing van de Dark Lord nog lang niet vergeten.
‘Lucius…’ had zijn zachte, sissende stem hem toegesproken. ‘Je kende de prophecy… Je kende de gevolgen… En toch heb je Narcissa dat kind laten krijgen… Dit is nu jullie straf. Als jullie doen wat ik zeg, maar dan ook precies doen wat ik zeg, wanneer ik het zeg… zal ik overwegen haar te laten leven. Het hangt helemaal van jou af.’
Met strompelende, langzame passen liep hij richting de woonkamer, waar een heerlijk vuur brandde in de haard. Hij ging weer op zijn stoel zitten, pakte zijn lege glas wat dichterbij en vulde deze met firewhiskey. Hij nam een enorme teug en zijn mond trok een beetje samen bij het brandende gevoel in zijn keel.
Als dit zo door ging, zou hij nog alcoholist worden.
Er klonken voetstappen vanaf de gang, maar Lucius keek niet op of om. Zelfs toen hij de stem van zijn vrouw hoorde bleef hij doelloos in het knetterende vuur kijken.
‘Lucius, wat doe jij nog op?’ vroeg haar liefdevolle en zachte stem, terwijl ze steeds dichterbij kwam. Hij voelde haar koude hand op zijn schouder en hij nam hem meteen in de zijne.
‘Je hebt het koud,’ fluisterde hij, haar vraag ontwijkend. Hij zette zijn glas neer, pakte haar beide handen vast en verwarmde ze met de zijne. Narcissa liep om de stoel heen en ging op de armleuning van zijn stoel zitten. Hij ontweek uit alle macht haar blik, na jaren ervaring wist hij hoe gauw ze het doorhad als hem iets dwars zat. En, zoals hij had verwacht, draaide ze minder dan een minuut later zijn gezicht haar kant op.
‘Vertel me wat er mis is, Lucius,’ beval ze hem, op een bevelende maar toch liefdevolle toon. Ongelofelijk, dacht hij bij zichzelf. Nooit trek ik me iets van anderen aan, maar zodra zij me iets zegt, doe ik het. Hij grinnikte bij zijn eigen gedachte. Met haar lange, dunne en nu licht verwarmde vinger streelde ze langs zijn kaaklijn. Hij staarde terug in haar ijzig blauwe ogen en bezweek onder haar blik.
‘Draco en ik hebben… een onenigheid gehad. Ik betrapte hem erop Louise te willen bezoeken in de kerkers.’
Lucius zuchtte, nam nog een grote slok van zijn firewhiskey en zette het glas weer terug op de bijzettafel.
‘Vervolgens, toen ik hem vertelde dat hij absoluut niet naar beneden mocht, werd hij kwaad. Dat kan ik begrijpen, hij mist zijn zus natuurlijk.’ Hij hief een wenkbrauw en keek zijn vrouw aan. ‘Sinds wanneer hebben ze zo’n goede band? Ik dacht dat ze als vuur en water waren voor elkaar.’
‘Dat waren ze ook, totdat Draco het geheim achter de ring ontdekte,’ antwoordde Narcissa. Haar hand lag nu op zijn schouder en hij gaf er een tedere kus op.
‘Een geluk bij een ongeluk, dus. Maar goed, daar gaat het nu niet om. Draco is teleurgesteld in mij, denkt dat ik alleen aan mijzelf denk en niet aan ons gezin.’
Narcissa’s mond vormde een kleine ‘’o’’ toen ze haar mond opende om iets te zeggen, maar sloot die net zo snel weer. Ze staarde een moment het vuur in, leek na te denken, en terwijl Lucius geduldig wachtte op haar reactie streelde hij langzaam langs haar ruggengraat.
‘Maar Lucius, hij weet ons geheim niet… Je kunt het hem niet kwalijk nemen, mijn lief…’
Lucius forceerde een trieste glimlach op zijn gezicht.
‘Dat weet ik, liefste, daarom heb ik hem zijn gang laten gaan. Hij kon onmogelijk weten van mijn afspraak met de Dark Lord.’
Het werd stil in de kamer, op het geknetter van het haardvuur na. Lucius dacht lange tijd na. Plots barstte zijn vrouw in tranen uit, en vlug trok hij haar op zijn schoot en nam haar in zijn armen.
‘Denk je echt dat de Lord je zal vermoorden als Louise dit overleeft?’ vroeg ze snikkend, haar handen wanhopig tegen zijn borst gedrukt.
‘Dat is wel de afspraak; dat ik mijn leven op zou offeren omdat van Louise te beschermen.’ Lucius’ vingers streelden teder en liefdevol over Narcissa’s rug en hij drukte kusjes op haar haren. ‘Maar we zullen zien, mijn liefste, we zullen zien…’
Reageer (6)
Lucietje is helemaal niet zo'n achteloze bitch...
1 decennium geleden