Dit is de originele versie.

15 augustus 2005

26 jaar geleden, in 1979, hield de wereld op met draaien. Eén moment en mijn hele leven stond stil, terwijl dat van Miko ophield. Fataal schot tussen de ogen, zijn prachtige ogen. Ze spraken als ze me aankeken, maar die dag draaiden ze weg en zwegen ze voor altijd.
Ik dacht dat de Chinees-Vietnamese Oorlog ons niet zou raken, maar twee maanden voor hij stierf, werd Miko samen met duizend andere Japanners opgeroepen door het leger van de Volksrepubliek China om mee te vechten aan hun kant.
Vanaf het begin van de oorlog wou ik vluchten naar veiligere oorden zoals Europa, want in Japan voelde ik me niet meer veilig. Ik wist dat Japan betrokken zou raken als buurland van China, maar Miko wou het niet geloven. Ik zal je wel beschermen, zei hij dan telkens.

Ik staar uit het raam naar de eindeloze rij lindebomen van Unter Den Linden. Sinds 1980 woon ik in Berlijn. Eén jaar nadat Miko gestorven is, besloot ik te verhuizen. Ik kon het gewoon niet meer verdragen telkens voorbij diezelfde plaatsen te lopen waar ik zo gelukkig was met hem. Na zijn dood zag enkel nog die verschrikkelijke gebeurtenis voor mijn ogen flitsen.

‘Nee, Miko, blijf bij me!’ Met alle macht schud ik zijn levensloze lichaam heen en weer. Tevergeefs, zijn ziel is meteen weggevlogen.
Huilend streel ik over zijn wang, geef een kus op zijn voorhoofd en snuif mijn neus op. Door de gietende regen weet ik het verschil niet meer tussen regendruppels en mijn eigen tranen.
‘Het ga je goed…’ fluister ik, doe zijn armband van zijn koude pols en doe hem om de mijne. Daarna sta ik recht en kijk niet meer om. Mijn andere hand omsluit de armband. Stevig houd ik het vast tot het stopt met regenen. Hij droeg die armband al jaren. Het is een bruin lederen armband die hij van zijn vader gekregen heeft. Miko was vastberaden de armband door te geven aan zijn eerste zoon.


Met tranen in de ogen draai ik mijn hoofd weg van het raam. Ik heb de oorlog overleefd, maar ben er niet gelukkig om.
Op de radio weerklinkt een onbekend lied. Aandachtig luister ik ernaar en bij iedere regel lijkt het alsof iemand een lied over ons verhaal heeft gemaakt. Ik kijk naar Mikos foto aan de muur.
‘Alles wird gut.’ lijken zijn ogen me te vertellen en hoewel het een zwart-wit foto is, zie ik licht in zijn ogen. Op dat moment wordt er aan de deur gebeld. Verschrikt sta ik op en doe open.
‘Ben ik bij de familie Durdemoshi?’ zegt de man voor me. Op één of andere manier straalt hij enorm veel levenswijsheid uit. Op zijn overall staat “Günther Emnert”. Zijn haar doet me denken aan Miko. Of is dat gewoon omdat ik al de hele tijd aan hem denk, zodat alles me ineens aan hem herinnert?
‘Euhm, dat ben ik. Hoezo?’ Meneer Emnert kijkt me verontschuldigend aan. Ik zie er misschien wel uit als iemand die een gezin heeft, maar dat wil nog niet zeggen dat het zo is.
‘U belde voor een probleem met de waterleiding?’ Dat was ik volledig vergeten! Nu daagt het me waarom zijn plunje me doet denken aan dat van een loodgieter.
‘Oh ja, natuurlijk, komt u binnen.’ zeg ik vriendelijk en laat hem binnen. Op de radio zingt de zanger de laatste woorden en met een vreemde kriebel in mijn buik, kijk ik nog eens naar Mikos foto aan de muur. Hij lijkt te knipogen en met een glimlach op mijn gezicht loop ik achter de loodgieter aan.

Ich kämpf mich durch die Mächte, hinter dieser Tür
Werde sie besiegen und dann führn sie mich zu dir
Dann wird alles gut - Dann wird alles gut
Wird alles gut - Alles gut...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen