Ik zuchtte en liep terug naar het zielloze lichaam van mijn geliefde,
naar het omhulsel waarin ze eens had geleefd. Ik boog me
over haar heen om haar roerloze koude lippen te kussen. ‘Ik zal
mijn best doen, mijn lief. Ik beloof je dat ik het zal proberen. Al
zal het een martelgang zijn om zo lang zonder jou te leven. Als
het me lukt, doe ik het voor jou.’ Ik sloot mijn ogen om de
opwellende tranen tegen te houden. ‘Kom bij me terug, Elisabeta…’
Ik durf te zweren dat ik haar in de verte, vanachter de kapelmuren,
hoorde fluisteren: ‘Ik kom terug.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen