‘Nee,’ zei ik snel. ‘Niet om je te redden. Om je te leren kennen.
Met je te praten. Om mijn pijn te delen met iemand die me misschien
begrijpt.’ Ik boog mijn hoofd. ‘Zoals ik zei, het was puur egoïsme. Het spijt me dat mijn onnadenkende actie je lijden
heeft verlengd.’
Lange tijd keek ze me onderzoekend aan. Toen sloeg ze haar
ogen neer. ‘Ik kan morgen even gemakkelijk sterven, neem ik
aan,’ fluisterde ze. ‘Vertel me over uw pijn.’
Ik staarde haar aan. De vlammen knetterden en vonkten. Ik
hoorde mezelf fluisteren: ‘Misschien doe ik dat wel. Maar eerst
moet ik je dit zeggen: wat ik je hier vertel, heb ik nog nooit aan
iemand verteld. Het mag deze grot nooit verlaten.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik ben zelf niet van plan deze
grot ooit te verlaten, mijn prins. Ik zal uw geheimen meenemen
naar mijn graf.’ Haar stem daalde tot een zacht gefluister. ‘Vertelt
u eens, hoe komt het dat u de waterval kunt overstemmen?
Hoe kon u dwars door de nevel op me af duiken, als een havik op
zijn prooi?’
‘Hoe denk je?’ vroeg ik. ‘Zo te zien heb je er wel een idee van.
Heb je de dorpelingen over me horen roddelen?’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen