1
Alleen.
Ik was al zoveel eeuwen alleen, dat ik het zat was. Daarom had
ik besloten er die nacht een eind aan te maken. Ik bad tot de
goden dat de onsterfelijke ziel niet bestond, of dat die van mij allang
verloren was gegaan. Ik had geen behoefte om verder te
leven, in welke hoedanigheid dan ook. Op dat moment niet,
tenminste.
Ironisch genoeg was ik in mijn hart nog altijd een romanticus.
Een dichter die niet schreef, maar alleen vóélde. Daarom
had ik een toepasselijk einde gekozen, dat mijn laatste momenten
op aarde de moeite waard zou maken. Daarom lag ik in het
holst van die nacht op een hard, vochtig klif boven een donderende
waterval.
Ik luisterde naar de waterval en proefde de vochtige nevel in
de lucht. Kijkend naar de maanloze nacht vol schitterende sterren,
wachtte ik op mijn eerste zonsopkomst in ontelbare eeuwen.
Hoe hoog zou die gouden bol klimmen voordat hij mijn
lichaam zou verbranden? Hoelang zou ik hem mogen aanschouwen
voordat hij mijn vlees en botten zou verteren?
Het zou pijn doen. Afschuwelijk, ondraaglijk veel pijn voor
een eeuwenoude hypergevoelige vampier zoals ik.
Er zijn nog geen reacties.