Een mooi schepsel
Gister was ik een dagje in Amsterdam met mijn drama klas. Aangezien ik in het Oosten woon was dit een leuk uitstapje. We kregen een rondleiding in de stadsschouwburg en later nog in het Rijksmuseum. Maar in de tussentijd hadden we anderhalf uur de tijd om vrij door Amsterdam rond te lopen. Dus samen met twee vriendinnen liepen we een straat in waar we al snel een Starbucks tegen kwamen. Natuurlijk moesten we hier even langs, want nee, die vind je niet bij ons.
Toen we onze Chocolate Cream Chip, of Chocolate Chip Cream (whatever), hadden liepen we door om etalages te bekijken. Ten minste, dat was de bedoeling. Ik keek namelijk mijn ogen uit naar alle mooie mensen die rond liepen in de stad. Jullie denken nu vast dat ik in een dorpje woon waar twee boerderijtjes staan maar gelukkig – dat is niet zo. Maar ik kan ook niet zeggen dat de mensen hier zich modieus kleden en een statement durven te maken. Of überhaupt mooi zijn. Ik zal een klein beeld schetsen: Als ik, om maar even een voorbeeld te noemen, een leren broekje met panty eronder aan doe, en daarboven een opvallende blouse, dan word ik raar aangekeken, uitgelachen en krijg ik rare opmerkingen naar mijn hoofd. Het is niet dat ik er niet van hou, ik vind het geweldig. Maar ik heb de guts niet om het te dragen. Ja, dat ligt dan weer aan mezelf.
Maargoed, ik heb me niet alleen over de kleding verbaasd, nee. Ik wil graag even laten weten hoe vaak ik iemand (een jongen, man, jongeman, enzo,) voorbij heb zien lopen of fietsen of staan en dat ik mezelf erop betrapte dat mijn mond open hing of zo. Serieus, vergeleken met mijn woonplaats is dit een soort Mekka. Zo. Veel. Mooie. Jongens.
Ik weet nu waarom ze bij mij thuis nergens te bekennen zijn; ze wonen allemaal in Amsterdam.
Het wordt nog mooier. Plotseling viel mijn oog op de Abercrombie & Fitch. Alledrie begonnen we onze Starbucks beker als een gek leeg te drinken (deze mochten niet mee naar binnen) want hier moesten we, en wel zo snel mogelijk, naar binnen. Nou, zo gezegd zo gedaan. Het eerste dat ik zag toen ik de drempel over liep was een mooie, wat zeg ik – goddelijke, jongeman met een geweldig lichaam en een paar ogen waar je U tegen zegt. Een klein glimlachje stond op zijn gezicht toen hij ons begroette. (je leest het goed ja, hij begroette me.) Jeetje, wát een mooi schepsel. Ik probeerde niet te breed te gaan glimlachen en ik kon mijn giechel onderdrukken. Nog wel. Vervolgens kwamen we nog een stuk of 5 jongens tegen en allemaal waren ze even mooi, en allemaal zeiden ze ons gedag. Zodra we weer buiten stonden barstten we in een giechelbui uit. Ik wéét dat deze jongens stuk voor stuk betaald worden om mooi te wezen, dat ‘hoi’ zeggen onderdeel is van hun werk en dat die schittering in hun ogen er niet speciaal voor mij was. Maar daar trek ik me niks van aan, want deze heren waren fantastisch – en ze praatten tegen mij.
Het is maar goed dat ik niet in Amsterdam woon. Het is vast nogal eng als ik daar elke dag naar binnen loop maar nooit iets koop.
Verder was de dag erg interessant enzo, for your information.
See ya x
Er zijn nog geen reacties.