Foto bij Chapter 7

Dit is je vader

name: Frank Hepburn
age: 56
hair: grey, with a hint of black (used to be black)
eyes: brown

Ik lig op bed. Ik ben zo verward. Ik heb vandaag gezongen, met Joseph. Mijn hart slaat als een bezetene. Wat moet ik hiermee? Ik weet niet of hij me leuk vindt. Ik ben zo'n sukkel. Waarom durf ik het niet te vragen? Het is een hele gewone vraag. Ik zucht. Dat is het probleem juist. Het is geen gewone vraag. Het is een hartstikke belangrijke vraag. En als hij die met nee beantwoordt, dan is mijn hele leven voorbij. Ik sta op, en begin te ijsberen. Hoe maak ik het hem duidelijk? Ik moet iets doen. Dadelijk is een ander meisje me voor. De deur gaat open. Het is pap. 'Hoe was het bij Joseph?' Ik zucht. 'Nou, je hebt gelijk. Hij komt uit New York. En het was wel gezellig.' Ik ga op bed zitten, en kijk naar mijn knieën. 'Wat is er mis, meid?' vraagt pap. Hij gaat naast me zitten. 'Hoe maak ik het hem duidelijk? Ik vind hem zo leuk, maar hij weet het niet. Hoe moet ik een jongen zoiets duidelijk maken?' Pap grinnikt. 'Je bent echt helemaal over je oren verliefd, nietwaar?' Ik zucht van ergernis. 'Daar gaat het nu even niet om. Beantwoordt mijn vraag nou maar!' 'Tsja. Het enige wat ik je kan vertellen, is dat je echt duidelijk moet zijn. Wij mannen zijn niet erg goed in subtiele hints.' 'Ik ga het hem echt niet zeggen!' 'Dat snap ik, meisje. Vraag anders gewoon naar zijn liefdesleven. Dan kom je er snel genoeg achter of hij single is of niet. En hij zal zich gaan afvragen, waarom je naar zijn liefdesleven benieuwd bent. Normaal zijn vrouwen daar niet zo benieuwd naar, is mijn ervaring.' Heeft pap gelijk? Hij heeft wel een punt. Dan weet ik tenminste of hij single of niet is. 'Ik kan het natuurlijk altijd proberen.'
Ik zit op Facebook. Kijken of hij online is. Check! Ik begin. 'Hoi Joseph.' 'Hoi Bambi. Hoe gaat het met je?' 'Prima, en met jou?' 'Geen klachten hier.' God, hoe begin ik nu? 'Ook niet over de liefde?' 'Haha, nou ja...Het zijn geen klachten.' Wat bedoelt hij daar nou weer mee? 'Wat bedoel je?' 'Laat ik het zo zeggen. Ik heb iemand op het oog.' Daar heb je het al. Hij is verliefd op iemand anders. 'Oh, ken ik diegene?' 'Volgens mij wel.' Ik moet het weten. 'Wie is het dan?' 'Wil je het echt weten?' Ik zucht. Waarom doet hij zo irritant? 'Plaag me niet zo, Joe.' 'Ik zou jou toch nooit plagen, Haley.' 'Zeg het dan.' 'Nee, ik houd het nog even geheim. Ik weet namelijk niet of zij mij ook leuk vindt.' Ugh, dit is zo frustrerend. 'Waarom vraag je het haar dan niet?' 'Dat zou ik inderdaad eens moeten proberen. Dank je.' Ik rol met mijn ogen. Dit is zo irritant. 'Als je het eenmaal weet, vertel je het me dan eindelijk?' 'Natuurlijk, dat beloof ik. Weet je wat, ze is nu online. Ik ga het haar nu vragen.' Ik voel me moedeloos worden. Ik ben het dus niet. Hij gaat het haar nu vragen. Mijn ogen worden vochtig. Voor ik het weet, lopen er al tranen over mijn gezicht. Ik begin zachtjes te snikken. Hij vindt me niet leuk. Hij vindt iemand anders leuk. Hij vindt me natuurlijk maar zo'n dom, giebelend meisje, dat nog veel te kinderachtig voor hem is. Ik zie dat hij weer aan het typen is. Nu zullen we het krijgen. Ik wil het niet eens weten. Ik sta op, en loop naar mijn bureau. Ik pak een zakdoekje, en snuit mijn neus. Hij vindt me niet leuk. Ik voel me zo ellendig. Ik klap mijn laptop dicht, en zet hem uit. Ik heb hier geen zin. Ik heb zin om te huilen. Ik sta op, en begin me om te kleden. Ik ga in bed liggen, en maak het licht uit. Als het aan mij ligt, mag de wereld wel vergaan. Is het niet 2012, dan is het wel 2013. Een jaartje vertraging is niet zo erg. Ik begin te huilen. De deur gaat open. 'Haley? Ben je aan het huilen?' Het is pap. 'Nee. Er is niks. Welterusten.' Het licht gaat aan. Ik hoor dat hij naar het bed loopt. Hij gaat op bed zitten. 'Wat is mis, meisje? Wat zit je dwars?' Ik ga recht zitten. Het is nu toch te laat om het te verbergen. 'Hij vindt me niet leuk. Ik begon het dus te vragen, zoals jij zei. Op een gegeven moment zei ik van: vraag het haar dan. En toen zei hij dat hij dat ging doen. Hij ging het aan dat meisje vragen. Wedden dat zij hem ook leuk vindt?' Pap zucht. 'Kindje toch. Wat naar voor je.' Hij omhelst me. 'Je vindt wel iemand anders. Dat weet ik zeker.' 'Ja maar, ik wil niemand anders.' 'Dat snap ik. Het komt wel goed, schatje. Ik ben er voor je.' 'Ik wil morgen niet naar school. Meldt me maar ziek. Ik wil hem even niet meer zien. Zet me maar op die ene meisjesschool waar jullie het over hadden. Ik wil niet meer naar school. Niet naar die school.' Pap zucht. 'Je kunt het natuurlijk ook overdrijven, Haley. Het is niet het einde van de wereld.' 'Dat is het wel! Moet ik het je uittekenen?' Pap staat op. 'Je gaat morgen gewoon naar school, jongedame. En je wisselt ook niet van school. Iedereen loopt wel eens een blauwtje. Je bent heus niet de enige.' 'Je snapt het echt niet, hè?!' zeg ik tegen hem. 'Ik snap dat je je verschrikkelijk voelt, maar dat gaat ook weer over.' 'Hoe weet jij dat nou? Jij bent een man.' 'En mannen hebben dat niet, dan? Wij zijn nooit onzeker, en wij worden nooit afgewezen?' Ik rol met mijn ogen. 'Jullie trekken je daar niks van aan. En ik heb nog nooit een onzekere jongen gezien. Ik weet niet van welke planeet jij komt, maar jongens hebben het veel makkelijker. Jullie worden niet ongesteld, hoeven geen beha, hoeven je niet te scheren, en hoeven niet dun te zijn. Het enige waar jullie mee zeulen, zijn puisten, en te lange ledematen. Maar dat trekt na een jaar bij. Jullie hebben het veel gemakkelijker. Jullie hebben wel gevoelens, maar daar doen jullie niks mee!' Pap zucht. 'Jongens zijn ook wel eens onzeker. Maar jongens laten dat niet zien. Ik ben ook een paar keer flink afgewezen geworden, door hetzelfde meisje. Je moeder moest eerst helemaal niks van me hebben.' Ik kijk hem aan. 'Waarom niet?' 'Ik was aanvoerder van het poloteam. En mijn ego was een beetje...groot. Althans, zo deed ik me voor. Maar zij was daar niet van gecharmeerd. Ze heeft me een keer gezegd, dat als ik niet dat grote ego liet varen, ik nooit zou trouwen. Uiteindelijk ben ik bescheidener geworden, en aardiger. We hadden wat kneusjes op school, en daar was ik niet altijd even aardig tegen. Ik was best een aso op school. Uiteindelijk zag ze, dat ik ook beschaafd kon zijn, en is ze bijgedraaid. Maar ze heeft me eerst nog voor het eindfeest flink afgewezen.' Ik trek mijn knieën op. 'Wat moet ik nu doen?' 'Zet je eroverheen. Wees blij voor hem. En als jullie echt elkaars ware zijn, dan komen jullie nog wel bij elkaar. Je bent nog jong. Het is niet, dat je volgend jaar al getrouwd met iemand moet zijn. Geniet nog lekker van je jeugd, want het duurt maar kort.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen