6. Stroom
'Jongens, het strand is gesloten!', meld ik een aantal jongeren aan de zijkant. Het weer is echt rampzalig voor enige activiteit. Zelfs de strandwachten hebben vandaag vrij gekregen. Daardoor is het extra gevaarlijk hier. Helaas trekken jongeren zich nooit wat aan van de vlaggen die wij ophangen hier.
Op de rots staat nog iemand. Hij heeft mij nog niet gehoord. Terwijl hij zijn shirt af doet, tik ik hem op zijn schouder.
' Eric, wat doe jij hier?', vraag ik verrast als ik zijn gezicht zie. Zijn ogen dwalen over het water waar een meisje in ligt. Vanessa heeft hem meegenomen om te gaan zwemmen vandaag? Zijn zij helemaal gestoord?
'Vanessa, kom terug', roep ik. Maar zij kan mij allang niet meer horen. Vriendelijk steekt zij een hand omhoog om mij te begroeten.
'Je gaat haar niet achterna', commandeer ik de jongen naast me. Ik ben serieus. Eén dwaas in het water is meer dan genoeg.
'Kom er nou uit', gebaar ik Vanessa. Niet begrijpend wenkt zij zich bij ons. Opeens overspoelt een golf van opzij haar. Vijf seconden is er geen spoor van haar te bekennen. Proestend komt ze boven. Ze probeert terug te komen naar de kust maar ze komt niet vooruit. Meer en meer zeewater duwt haar naar achter. Ze lijkt het gevecht tegen de golven te verliezen. Eric wilt erin springen.
' Nee Eric, jij blijft hier! De stroming is te sterk.' Ik duw hem naar achteren terwijl ik mijn schoenen uit schop. De kans is bijna onbestaande dat ik haar met die woeste golven nog op tijd bereik. Maar alles is beter dan dat Eric het water in springt. Ik kan hem niet verliezen! Dan geef ik nog liever mijn eigen leven terwijl ik probeer zijn hopeloos verloren geliefde te redden. Anders gaat hij haar toch achterna. En hij komt er zeker niet meer uit met deze golven. Trouwens, als een strandwacht is dit mijn taak.
Terwijl ik in het water spring werp ik mijn shirt uit. Hoe graag ik ook Eric's hart voor mezelf zou hebben, de gevolgen zouden het niet waard zijn. Niet op deze manier. Met al mijn kracht duw ik mezelf door het klotsende water. In de verte verdwijnt Vannessa tussen het blauw van de zee. Zo snel als ik kan zwem ik naar de plek waar zij is verdwenen. Ik kijk rond of ze niet nog ergens verderop opduikt. Nee, ze blijft onder. Ik verzamel mijn adem, duik de diepte in.
Onder water lijkt de tijd te vertragen. Alles deinst zachtjes op en neer. De koele blauwe kleuren geven niet veel zicht. Een seconde kruipt voorbij. Niks gebeurt. Opeens beweegt er wat in mijn ooghoek. Ik draai me om en zie het lichaam zinken. Vanessa! Spartelend baan ik me een weg door de stroom. Hij trekt haar snel naar beneden. Misschien wel te snel om bij te houden. Haar lichaam wordt donkerder, bijna onzichtbaar. Mijn voeten zetten zich af tegen de waterspiegel. Ik reik mijn hand uit, maar zij pakt hem niet. We gaan dieper het water in. Met elke slag verdwijnt er meer licht. Elke meter dieper trekt ons verder de stroom in. Als ik niet snel haar bereik, komen we nooit meer boven.
Zonder na te denken duw ik mij verder de diepte in. Mijn armen pakken haar levenloze romp. Met een bocht leidt ik ons uit de stroomversnelling. Eenmaal verderop is het makkelijker omhoog komen. Mijn lucht is bijna op, en die van Vanessa al lang. Maar de schittering van het oppervlak geeft mij nieuwe moed. Net genoeg om het te bereiken. Buiten adem bereiken wij de lucht. Eindelijk kan ik ademen. Ik doe dat iets te gulzig, want er stroomt nog een beetje water bij in. Maar we zijn er! We hebben het gered!
In mijn opluchting vergeet ik bijna dat mijn medereiziger niet ademt.
'Ariël!', roept Eric. Ik knipper. Mijn ogen branden van het zout. Het duurt even voordat ik de kustlijn zie, en even later hem. Met Vanessa in mijn armen zwem ik op hem af. Hij staat al klaar om mij te helpen met Vanessa. Ik duw haar omhoog zodat hij haar de rotsen over kan trekken. Zelf moet ik eerst even op adem komen voordat ik die klim bega. Mijn benen voelen zwaar en slap. Mijn armen doen nog pijn. En mijn longen voelen nog plat door het zuurstofgebrek. Ik adem een paar keer in en uit. Duw mezelf met mijn benen omhoog.
Water. Vanaf de zijkant beukt de golf op mij in. Hij grijpt mij en trekt mijn benen naar achteren. Ik val. Rotsen. Steen slaat tegen mijn hoofd. Lucht. Adem verlaat mij in kleine bubbels. Licht... verdwijnt.
Reageer (1)
Omg dat einde :o
1 decennium geledenSnel verder!!!