11.
'Dames en heren uit het Capitool, Tributen, welkom!' begint president Snow zijn toespraak.
Onze wagen is tot stand gekomen naast die van district 3 en 5. Een beetje angstig staar ik naar de paarden. Nu pas realiseer ik me dat niemand deze wagen bestuurd en de paarden dus precies weten waar ze heen moeten. Ik hoop tenminste dat ze precies weten waar ze heen moeten. Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik een paard in het echt zie. Natuurlijk heb ik ze el eens gezien als ik thuis keek naar de spelen, maar in district 4 hebben we geen paarden. Ik haal even diep adem om mezelf te kalmeren en verstevig mijn greep om de wagen. Matthew staart als geobsedeerd naar Snow, dus besluit ik ook maar weer naar hem te luisteren.
'Het is tijd voor de 70e Hongerspelen.' galmt Snow's stem door de hele zaal. 'Tributen, wij waarderen jullie moed. En jullie zelfopoffering.'
Mijn ogen rollen. Ja hoor, onze moed en zelfopoffering. Alsof we vrijwillig aan de spelen mee willen doen. Matthew wel, zegt een klein stemmetje in mijn hoofd. Net als Pearl. En Sky vast ook. Ze zijn vast al bezig met een plan om mij te vermoorden. Of om mij eerst te gebruiken en dan daarna te vermoorden.
'Wij wensen jullie een vrolijke Hongerspelen. En mogen de kansen immer in je voordeel zijn.'
Snow kijkt alle tributen even apart aan. Op het moment dat hij in mijn ogen kijkt, gaat er een rilling door mij heen. Zij kwade ogen staren mij aan en het lijkt alsof er zich een lachje om zijn lippen speelt. Ligt het aan mij of kijkt hij mij echt een stuk langer aan dan de andere tributen? Ik schud even mijn hoofd en kijk hem recht aan. ''Toe maar.'' lijken zijn ogen te zeggen. ''Kijk maar kwaad terug. Het maakt niet uit dat je weet dat ik je expres heb uitgeloot. Je gaat toch dood.''
Dan begint onze wagen met een schok te rijden en gaan we onder luid gejuich de zaal uit. Ik zet mijn grootste glimlach op en probeer Snow te vergeten. Voor de laatste keer zwaai ik naar het publiek en dan verdwijnen we weer achter de grote deuren.
'Jullie waren geweldig!' roept Hyacintha naar ons toe, zodra onze wagen weer tot stilstand komt. Matthew springt lachend van de wagen af. Ik laat voor het eerst de wagen los en masseer mijn pols voorzichtig. Die is stijf geworden van het krampachtige vasthouden. Voor ik iets kan doen tilt Finnick me al van de wagen af.
'Heel goed gedaan.' zegt hij tegen Matthew en mij. 'Het Capitool vond jullie fantastisch! Jullie zien er natuurlijk ook geweldig uit. Echt super.'
Opgelucht haal ik adem. Matthew begin alweer druk te praten en ik besluit maar om niet over Snow te zeggen. Hyacintha zou het toch niet begrijpen. Matthew waarschijnlijk ook niet. Finnick is de enige die mij begrijpt, maar we hebben eigenlijk nog geen tijd gehad om alleen te praten. Dan valt mijn blik op Mags, die glimlachend achter Finnick staat. Ze zegt iets wat op 'Goed gedaan' lijkt.
'Jongens, we gaan allemaal weer terug naar onze etage.' probeert Hyacintha boven al het gepraat uit te komen en langzaam lopen we terug naar de lift. Deze keer is de stemming een stuk opgeluchter. Ik zwaai nog even naar Pearl, die zodra ze Finnick ziet alleen nog oog voor hem heeft. Glimlachend schud ik mijn hoofd. Pearl moest eens weten. Ik wil achter Matthew aan de lift instappen, maar op het allerlaatste moment trekt Finnick me de lift ernaast in. Hyacintha staart ons verbouwereerd aan.
De lift is helemaal leeg, op Finnick en mij na, en voor het eerst sinds tijden zijn we weer alleen.
'Super gedaan, Annie.' zegt Finnick, waarna hij een kus op mijn mond drukt.
'En wat hoorde ik je nu zeggen tegen Pearl?' gaat hij even later weer verder. Hij neemt een pose aan en kijkt me uitdagend aan. 'Kan ik zo geweldig goed zoenen?'
Ik schiet in de lach. Finnick let natuurlijk op alle gesprekken die over hem gaan. En waarschijnlijk zijn dat er nogal wat.
'Ik weet wel dat ik een natuurtalent ben.' zegt hij flirterig, waarna hij zijn lachen ook niet meer in kan houden.
'Dat heb je natuurlijk al heel vaak gehoord.' zeg ik, terwijl ik met mijn ogen rol.
Finnick drukt me voorzichtig tegen de muur van de lift en we zoenen nog een keer. Terwijl de lift tot stilstand komt en de deuren openschuiven. We hebben het niet eens door.
Reageer (1)
... dat Hyacintha ons staat op te wachten.
1 decennium geledenEr moet hen wel iemand zien (: